10 dingen die ik echt ga missen aan borstvoeding (en 5 waarvoor dat zoooo niet geldt)

02.09.2022 18:00
borstvoeding

Mariëtte vindt het welletjes qua borstvoeding. Maar ze gaat wel een paar dingen missen (en sommige HELEMAAL niet).

Lees ook: Beeldschoon: Nog één keer knuffelen voordat de baby komt

Nu Nora de zeven maanden heeft aangetikt en ik mijn zelfgestelde zes maanden-deadline ruimschoot heb gehaald, vind ik het borstvoedingstechnisch wel mooi geweest. Natuurlijk zijn er allemaal redenen te bedenken om nog minstens zeven jaar door te gaan (al die voedingsstoffen! De extreem fantastische hechting! Honderden euro’s die niet aan flesvoeding uitgegeven hoeven te worden!), maar ik doe het niet. Want ik vind het wel prima zo. Ik vind het ook erg prettig dat mijn lijf nu weer helemaal van mij is, evenals mijn planning. Uiteraard nam ik deze beslissing geheel en al zelf en ben ik er meer dan oké mee, maar toch, tóch ga ik wel een paar dingen missen (en sommige totaal niet).

1. Nachtelijke gezelligheid

Ik zou graag beweren dat ik als een ware übermoeder van elke minuut van elke nachtvoeding heb genoten tot in mijn tenen, maar dat is niet waar. Sterker nog, na een week of wat klooien met halfslapende voedingen op de rand van het bed (want Nora moest en zou terug in haar eigen wieg daarna. Ja, ik had principes, hoor) geloofde ik er wel en legde ik haar gewoon naast me neer, waarna zij dronk en ik weer in slaap viel en zij uiteindelijk ook. Maar dat moment dat ik bij het krieken van de dag wakker werd, met m’n baby zo dichtbij, diep in slaap tegen me aan, kleine handjes trouwhartig tegen m’n borst en dat heel zachte gekriebel van haar ademhaling, dát moment, dat ga ik missen.

2. De immer werkende troostformule

Honger, huilen, geschrokken, pijn, algehele mèh-dag – pas de problème, de oplossing is altijd voorhanden. Bijzonder handig.

3. Die speciale blik

Die blik, die gaat zo ongeveer zo. Eerst is Nora nogal opgewonden bij het idee dat er melk aan zit te komen, dus gaat dat gezicht in volle vaart af op het doel, dan doet ze een aardige imitatie van een stofzuiger tot de ergste honger is gestild, en daarna begint het leuke gedeelte. Want dan gaat ze een beetje om zich heen kijken tot ze zich ineens blijkbaar realiseert dat zo’n borst ook niet los door de ruimte zweeft maar ergens aan vast zit en na wat verder denkwerk richt ze haar blik omhoog, waar ik natuurlijk al braaf zit te wachten. Dan kijkt ze zo van: ja hallo, ik hang hier ff aan je tepel, leuk hè? En dan dat lachje. Ga ik missen.

4. The one and only

Totaal egoïstisch deze, maar goed: de wetenschap dat niemand anders in de hele wereld op deze manier voor mijn kind kan zorgen, vind ik ergens een soort van kick.

5. Het onbeperkte Facebooken

Als je dan toch op een stoel moet zitten met een baby in je armen, dan kun je natuurlijk die tijd gebruiken voor je mindfulness-oefeningen dan wel urenlang gemijmer over de oneindige schattigheid van een babyvoetje. Of niet, en dan doe je zoals ik: je pakt je telefoon en kunt onbeschaamd en onbeperkt rondhangen op Facebook, Nu.nl en zo nog een heel rondje waar je je normaal gesproken een beetje schuldig over zou voelen (die tijdverspilling!), maar nu niet want het is voor het goede doel.

6. Cup Groot

Ik ben gezegend – als je het zo wilt noemen – me een vrij bescheiden borstomvang. Nu wil ik niet meteen beweren dat ik maanden met cup dubbel Z heb rondgelopen, maar eindelijk eens een acceptabel decolleté was ook weleens leuk. Helaas. Eeuwige verschrompeling ligt vanaf nu op de loer.

7. Het ‘kleine baby’-gevoel

Om het grote clichéboek er even bij te pakken: het gaat zo snel. Het ene moment ligt je kakelverse baby verfrummeld en wel op je buik, het volgende moment fietst-ie naar school. Voor mijn gevoel is een baby aan m’n borst gewoon nog een Heel Kleine Baby. Maar dat is ze nu niet meer. Nu wordt ze groot.

8. Het zekerheidje

Ik ben persoonlijk nogal goed in het verzinnen van Heel Erge Dingen Die Kunnen Gebeuren. Bijvoorbeeld: we gaan op pad en ik raak er hoe langer hoe meer van overtuigd dat we waarschijnlijk wel terecht zullen komen in een monsterfile wegens een hermetische wegafsluiting. Of: we gaan met de trein en krijgen te maken met zo’n enorme seinstoring dat-ie z’n eigen Wikipedia-pagina krijgt. Zo gingen we onlangs op vakantie en omdat ik al een tijdje de borstvoeding aan het afbouwen ben, hadden we meer dan genoeg flesvoeding ingepakt, plus thermosfles heet water, zodat we onderweg op elk moment een voeding konden fabriceren. Waarna ik allerlei engs bedacht over uren en uren oponthoud wegens Zwarte Zaterdag, koud geworden water en afgesloten tankstations. Gelukkig kon ik mezelf de hele tijd geruststellen met de gedachte: er is altijd nog de borstvoeding. Een fijn zekerheidje dat ik straks mooi kwijt ben.

9. Het perfecte excuus

‘Je valt er zo lekker van af’ (dus je neemt nog een stuk taart), ‘ja, nee, sorry mijn baby moet drinken’ (dus je vlucht weg van die oersaaie borrel), ‘ja de borstvoeding hè’ (dus je gaat lekker op de bank zitten en laat anderen liters thee voor je zetten) – du moment dat je stopt met de borstvoeding, moet je op zoek naar het nieuwe perfecte excuus. Of misschien moet ik vanaf nu geen taart meer eten, oersaaie borrels uitzitten en mijn eigen thee zetten, dat kan ook.

10. Die opgefrummelde baby

Niks fijner, knusser, schattiger en baby-iger dan die baby die helemaal opgefrummeld tegen je aan ligt te drinken, of soezen, of slapen, af en toe sabbelend, jou schaamteloos gebruikend als speen. Waardoor je zomaar een hele avond niks anders kunt doen dan op een stoel zitten terwijl je eigenlijk grootse plannen had als in bad gaan of nog wat werken, maar manmanman, de extreme schattigheid ervan. Ik heb nu al heimwee.

Maarrrrrr… er zijn ook een paar dingen die ik zooo niet ga missen. Zoals daar zijn:

11. Zoogkompressen

Misschien ligt het aan mij, maar zoogkompressen en ik zijn nooit heel goeie vrienden geworden. Om een of andere reden houden die plakkertjes het bij mij hooguit een uur vol, waarna zo’n kompres een heel eigen leven gaat leiden, wat je dan weer niet doorhebt (tot je een vlek in je shirt hebt, of het kompres zo onder je jurk vandaan valt. Wat altijd gebeurt als iemand anders het ziet en nooit als je toevallig alleen thuis bent ofzo).

12. Lekkende tieten

Over vlekken in shirts gesproken: ook van onverhoeds gelek neem ik niet bepaald huilend afscheid. Dat je borsten zomaar midden in de Albert Heijn op het idee komen dat er dringend een baby gevoerd dient te worden en als een gek gaan toeschieten. Enig.

13. De ‘het moet wel kunnen met borstvoeding’-kleding

Ik wil niet beweren dat elke zwangerschapsgram al verdwenen is, maar ik moet zeggen: het gaat best aardig. Het grootste deel van mijn prezwangerschapsgarderobe pas ik wel. In theorie dan. Want het gros van m’n leuke shirts en jurkjes ligt al tijden in de kast te verstoffen, aangezien ze het geven van borstvoeding nagenoeg onmogelijk maken. Ik heb althans geen zin om een jurk tot aan m’n nek op te trekken en vervolgens in m’n ondergoed te gaan zitten. Gevolg: ik heb de laatste maanden nogal vaak hetzelfde aan gehad. Maar nu is het wel net alsof ik allemaal nieuwe kleren heb, dat is dan wel weer leuk.

14. Het ‘mama = voer’-principe

Als Nora ook maar in de verste verte een heel klein beetje lichte trek heeft, gaat het zo: ik kom binnen, zij huilt. Want mama = voer. Dus voor mama het in haar hoofd haalt eens even iets voor zichzelf te gaan doen zoals eten koken of, God verhoede, naar de wc, moet je haar met veel gehuil aan je binden. Waardoor mama zich weleens een tikje geclaimd voelt. En dat gaat mama niet missen.

15. Kolven

Ik beken: ik haat mijn kolf. Daar kan de kolf in kwestie op zichzelf niks aan doen, want die is heel prima. Noem ‘m gerust de Rolls-Royce onder de kolven. Als ik ‘m niet zou haten, zou ik er best een beetje trots op zijn. In vijf minuten kolf je de jaarvoorraad voor een kinderdagverblijf bij elkaar, maar dat wil ik helemaal niet, want ik vind vijf minuten kolven al lang. En één minuut ook. Ik wil gewoon niet als een koe aan een melkmachine hangen. Niet thuis, niet in een hotel tijdens een nachtje weg zonder kinderen en ook – lees: vooral – niet ergens in een kolfhok in een kantoorpand. Die kolf gaat de kast in om nog geen milliseconde gemist te worden. Zo.

Lees ook: Als je schrikt van de borsten van je vriendin