16 leugens die je je kind vertelt – en die jouw leven stúkken makkelijker maken

10.08.2016 05:02
leugens

Je kleine kinderen al-tijd de waarheid vertellen? Waarom zou je? Soms is het gewoon makkelijker om ze even een leugentje voor te schotelen om van het gezeik af te zijn. Niks om je je schuldig over te voelen (grijns)!

Lees ook: 15 Dingen die je kunt leren van je peuter

Je wilt niet het slechte voorbeeld geven. Dus lieg jij nooit hè, tegen je kinderen? Oh. JAWEL. De gemiddelde ouder liegt tijdens het ouderschap zelfs zo’n 3000 (!!) keer, blijkt uit onderzoek. Waarom? Omdat je kuikens de waarheid niet aankunnen. Of om iets gemakkelijker te maken voor je kroost. Maar vooral ook: om een situatie soepeler te laten verlopen voor jezelf. Over die laatste categorie gaan we het nu hebben. Lees je even mee?

 

  1. ‘Doe de deur maar even dicht. Mama zit te poepen.’

Nee, mama zit niet te poepen. Mama zit drie minuten te me-timen op de plee met haar mobieltje. En checkt in rap tempo Facebook/WhatsApp/Achterklap op Nu.nl

 

  1. ‘Wat een prachtige tekening/knutsel heb je gemaakt, zeg!’

Dat ding is niet om aan te gluren. Je hebt geen idee wat die gele krabbels voorstellen en die klodder lijm die eruit druipt draagt ook niet bij aan het esthetisch aspect. Maar goed, je kind heeft er zo zijn/haar best op gedaan, hè?

 

  1. ‘Misschien.’

Betekent eigenlijk glashard ‘nee’. Maar dat zeg je niet, omdat je niet op een hysterische jankbui zit te wachten. Dus hoop je dat je kind de vraag in kwestie snel weer vergeet.

 

  1. ‘Die tekening ligt alláng in je bewaardoosje.’

Oeps, die tekening van eergisteren ligt in de papierbak, zul je bedoelen. Wist jij veel dat je kind er dagen later nog over zou beginnen? Tuurlijk bewaar je de toppers. Maar de rest gaat resoluut het huis uit. Anders is je huis over zes maanden volledig dichtgeslibd.

 

  1. ‘We gaan nog maar één winkel in, schatjes, écht!’

Nou ja. Dat is wat je zégt. Maar jij wil nog even kinderschoenen kijken, want in de uitverkoop. En je moet ook nog naar de supermarkt. En oh ja, langs de H&M, want je had op de site zo’n tof jurkje gezien…

 

  1. ‘Mama gaat even het vuilnis buiten zetten.’

Ook weer een vorm van beruchte me-time, waarin je in recordtempo je sigaretje staat weg te werken achter de struiken. Want roken, dat doe je niet waar je kinderen bij zijn.

 

  1. ‘Daar verkopen ze geen ijsjes. Hoe kom je erbij?’

Tuurlijk verkopen ze er wel ijsjes. Maar de kinderen hebben nét al een appelflap op en overmorgen moet je naar het Consultatiebureau. Stel je voor dat ze dan op het +2-lijntje eindigen, qua gewicht.

 

  1. ‘Chimpie Champ/Monkey Town is niet open in de zomer. Ja, dat vind ik ook heel jammer.’

Tegen de tijd dat je kinderen elkaar de hersens inslaan van verveling omdat het de hele dag regent, dank je god op je blote knietjes voor het bestaan van indoor speelparadijzen. Maar zolang het niet hoeft…

 

  1. ‘Ik weet het niet. Echt niet.’

Je weet het wel. Je hebt alleen even geen zin in een lange verhandeling over hoe baby’s worden gemaakt/de zuigende kracht van zwarte gaten/de laatste ontwikkelingen op Brexit-gebied.

 

  1. ‘Ga je heel snel terug naar bed??? Het is al midden in de nacht en alle andere kindjes slapen ook.’

Het is 20.30 uur, maar dat hoeft je grut niet te weten. En hóp, door naar de volgende Netflix-serie.

 

  1. ‘Of ik een gevulde koek in mijn mond heb? Nee, dit is een tomaat.’

Mag. Je. Ook. Even. Snoepen. Ja?!?!

 

  1. ‘Ik weet niet waar je verzameling steentjes/schelpjes/takken is. Die zul je zelf wel op een gekke plek hebben neergelegd.’

Je weet het dondersgoed: die liggen onderin in de Kliko. Wég met die zooi.

 

  1. ‘Vanmiddag, oké?

Nee hoor. Dat taartenbakken/speeltuin bezoeken/buurmeisje uitnodigen om te spelen gaat helemaal niet gebeuren en dat weet jij maar al te goed. Niet vandaag, in ieder geval.

 

  1. ‘Pas maar op. Als je zo doorgaat ga ik vanavond Sinterklaas even mailen.’

Echt een goeie is dit. Works like a charm. Altijd. In elke situatie. Ook als het hoog zomer is.

 

  1. ‘Je krijgt nog vierkante oogjes van die tablet, leg maar even weg.’

Wat je bedoelt: mama wil er zometeen ook nog even op, maar is de lader kwijt. Dat wordt dus batterijen besparen.

 

  1. ‘We zijn er bijna.’

In werkelijkheid duurt het nog drie uur voordat je bij die leuke Franse camping bent. Maar dat zeg je niet. Je hoopt dat die kinderluikjes nog even dichtvallen. Dan is die rit zó voorbij.

En, welk leugentje vertel jij weleens? Laat het ons weten op onze Facebook-pagina!

Lees ook: Waarom je kind je wel/niet stoort als je onder de douche staat.