18 dingen die ze je niet vertellen over baby’s

02.03.2016 05:00

Dat ze klein en schattig zijn en dat je ze zo leuk kunt aankleden – je weet natuurlijk heus wel íets over baby’s voor je aan het hele avontuur begint. Maar déze dingen, die leer je pas als je kind er eenmaal is.

We zaten best goed in de baby’s toen Casper (nu 1,5) werd geboren. Hij scheelt maar een week met zijn ene nichtje, zes weken met zijn andere. En dan waren er nog meer neefjes en nichtjes en massa’s kinderen van vrienden, dus je kunt niet zeggen dat ik nooit een baby van dichtbij had gezien voordat ik er zelf eentje kreeg. En toch, hoe klein hij was, hoe hard hij kon huilen, hoe het werkte met voedingen, schema en het totale gebrek aan een ritme: ik bleek geen idee te hebben. Deze, en nog een heleboel andere dingen, weet je namelijk gewoon echt niet voordat je zelf een baby krijgt.

Lees ook: De postnatale look: hier herken je een jonge moeder aan!

1. Hoe piepklein ze zijn als ze worden geboren
Dat baby’s klein zijn, oké, dat wist je. Heel erg mini, zelfs. Maar pas als je je eigen pasgeboren exemplaar glibberig en spartelend op je borst hebt liggen, weet je echt hóe klein precies.

2. Dat aankleden niet te doen is
Over klein gesproken: probeer maar eens zo’n mini-armpje in een mini-mouwtje te wurmen. Geheid dat die arm ergens halverwege blijft steken, je kind begint te krijsen en jij ervan overtuigd bent dat je dus nu het bot van je drie dagen oude baby hebt gebroken. Nu schijnt dat allemaal niet zo snel te gebeuren, maar toch, aankleden is een dingetje, hoor.

3. Dat ze altijd een beetje naar spuug ruiken
Natuurlijk heb je overmand door hormonen nog voor de geboorte van je kind het complete assortiment Zwitsal aangeschaft. Je hebt waarschijnlijk zelfs al een beetje aan de flesjes lopen snuffelen, denkend aan je mini-baby die straks alleen maar naar dit heerlijke geurtje zou rieken. Nou, helaas, zo werkt het niet. Want het maakt dus gewoon niet uit hoeveel Zwitsal je er doorheen jast, op een of andere manier ruikt een baby altijd een beetje naar spuug.

4. Hoe hard ze kunnen huilen, en hoe lang
Het fijne van andermans baby is dat je hem gewoon teruggeeft als-ie begint te huilen. Maar helaas, nu je zelf zo’n leuk exemplaar hebt, gaat dat even niet. En dan kom je erachter hoe hard een baby eigenlijk kan huilen. En hoe lang.

5. Dat de speenfunctie niet automatisch is ingebouwd
“Doe nog maar even geen speentje”, zegt de kraamverzorgster voorzichtig, als jij na twee dagen je pink wel weer eens terug wilt. Iets met tepel-speen-verwarring en het kwijtraken van de zuigbehoefte enzo. Na nog eens twee dagen geloof je het verder wel en haal je die speen, die jou je leven moet teruggeven, toch maar tevoorschijn. Om vervolgens tot de conclusie te komen dat je kind hem niet wil. Maar dan ook echt, echt niet. Nooit geweten dat ze bestaan: speenweigeraars. Heb jij weer…

6. Dat ze alleen poepen in schone luiers
Er is een soort universele afspraak tussen baby’s wereldwijd dat er uitsluitend wordt gepoept in brandschone luiers. Dus wacht je kind altijd even tot je nét dat pakje weer hebt dichtgepriegeld om vervolgens los te gaan. Kun je weer opnieuw beginnen. En waarschijnlijk nog omkleden ook, want een baby vindt het dus heel normaal om vier keer per dag een schoon setje aan te krijgen.

7. Dat ze lak hebben aan Het Schema
Ben jij eindelijk gewend aan Het Schema – voeden, wakker, slapen, voeden, wakker, slapen, and repeat – blijkt je kind er dus gewoon lak aan te hebben. Elke drie uur voeden? Ha, wat dacht je van vijf keer elke twee uur en daarna gewoon vierenhalf uur niet, ofzo?

8. Dat ze heel lang naar een witte muur kunnen staren
Maar dan ook echt zo lang dat jij denkt dat er iets mis is met je kind. Is niet zo, baby’s zijn nou eenmaal gefascineerd door kleurvlakken. Ook het punt waar je witte en gekleurde muur samenkomen vinden ze onweerstaanbaar interessant.

9. Dat ze het hele kraambezoek lang slapen
“Nou, het is best zwaar, want hij huilt dus echt de hele avond… Normaal gesproken dan…” Je hebt heus wel gezien dat je kraambezoek je een beetje raar aankijkt, aangezien ze al twee uur met je slapende kind in hun armen zitten en het toch echt negen uur ’s avonds is. Maar dat is een uitzondering, stamel je nog.

10. Dat het kleine piranha’s zijn
Het zag er altijd zo lieflijk uit: een aan de borst drinkende baby. Maar nu je zelf een kind aan je tiet hebt hangen kom je erachter er niks lieflijks is aan een baby met de zuigkracht van een stofzuiger, die en passent je tepel kapot drinkt. En als je wil dat ze ff loslaten, moet je met geweld je pink ertussen wrikken. Kleine piranha’s, dat zijn het.

11. Dat ze niet wakker worden van je hysterisch blaffende hond…
…maar wel als je één keer heel zachtjes niest. Echt, dat is gewoon een regel.

12. Dat ze helemaal niet vinden dat jij nog andere dingen te doen hebt
Jij mag dan vinden dat je nog boodschappen moet doen, het huis enigszins aan kant moet maken en twintig app-berichten moet beantwoorden, je baby is een heel andere mening toegedaan. Die vindt namelijk dat jij helemaal niks anders te doen hebt dan rondjes lopen tot de kramp is verdwenen dan wel fungeren als levende speen.

13. Hoe het voelt als er een complete voeding in je decolleté verdwijnt
Een schattig babyboertje is tot daar aan toe, maar je wist voordat je een kind kreeg niet hoe het voelt als er een hele melksloot in je decolleté golft. Een gemis waar je overigens prima mee kon leven, maar goed.

14. Dat je soms denkt dat ze dood zijn
Zo’n baby, die kan dus heel diep slapen. Maar dan ook echt heel diep. Zo diep dat je denkt dat-ie dood is. En dan ga je proberen ‘m wakker te maken. Wat lukt en vervolgens krijg je daar heel veel spijt van.

15. Dat ze altijd één romper meer vies maken dan je bij je hebt
Die vier setjes per dag (zie punt 6), daarbij maakt het niet uit of je thuis of op locatie bent. En vier is natuurlijk ook maar gewoon een richtlijn. Het kunnen er namelijk net zo goed zes zijn. Of tien. In elk geval gaat het altijd om één romper meer dan je bij je hebt in je luiertas aka hutkoffer.

16. De gekke snoeten die ze trekken
Kun je al urenlang verliefd staren naar je slapende baby, nog leuker zijn de snoeten die je kind trekt als-ie wakker is. Vroeger vond je het misschien een beetje pathetisch als iemand dat zei, maar nu je zelf zo’n geweldige mini hebt, weet je dat je je dus echt kunt vermaken als je kind slaapt, zich uitrekt of met grote kijkers naar je staart.

17. Dat ze altijd in slaap vallen net voordat jij de maxi-cosi hebt gepakt
Drie uur lang wil je kind niet slapen, laat staan weggelegd worden, maar net die ene halve minuut dat je junior in de box parkeert om de maxi-cosi te gaan pakken, valt-ie pardoes in slaap. Twijfel alom: oppakken of de reis uitstellen? Geheid dat je kiest voor optie 1 en daar subiet spijt van krijgt.

18. Hoeveel schattiger dat toch al schattige pakje staat
Je hormonen waren al bijna ontploft toen je ergens tijdens je zwangerschap dat snoezige pakje met streepjes en strikjes aanschafte, maar nu je kind er eenmaal is en er ongelooflijk schattig in ligt te wezen, weet je helemaal niet meer waar je het zoeken moet. Misschien moet je er zelfs een beetje om huilen. En dat is oké. En heel normaal.

Lees ook: Megastress: 9 minuten douchen (als je een baby hebt).