Als vliegen met kinderen een drama wordt: ‘Could you PLEASE control your child?’

01.03.2016 00:15

Charlotte is getraumatiseerd door een 12 uur durende vliegreis met haar dochtertje van anderhalf. “Ik voelde de haat van een paar honderd passagiers tot in mijn botten.”

Ik ben getrouwd met een Mexicaanse man, dus wij vliegen met enige regelmaat die kant op. Om bij zijn familie te komen, pakken we eerst het vliegtuig naar Mexico-stad (zo’n twaalf uur), waar we overstappen (meestal paar uur wachten) op een binnenlandse vlucht (nog zo’n anderhalf uur). Inderdaad, dat is de hel met kleine kinderen.

De allerergste keer voor ons was toen Zoé anderhalf was en van het woord stilzitten nog nooit had gehoord (en wij nog geen iPad hadden). En ik was nog wel zo goed voorbereid, had allemaal speelgoedjes gekocht en ingepakt, zodat ze elk uur leuk iets kon uitpakken om er – dat was althans het idee – vervolgens zoet mee te spelen. Maar ik was even voorbij gegaan aan het feit dat anderhalfjarigen zich hooguit drie seconden met iets kunnen vermaken, dus binnen no time werden de frutsels afgedankt in het gangpad gekwakt. En toen begon het rennen.

“I’m trying”
De heenreis ging het nog wel. Oké we hebben uren achter onze kleine roadrunner aangerend, maar ze was supervrolijk en zorgde voor koddig vertier voor het voltallige vliegtuig. Maar dan terug! O, de horror. We waren nog niet opgestegen of we belandden in een behoorlijke turbulentie. Als je kindje onder de twee is, heeft het nog geen eigen stoel en zit het dus (gezellig!) bij de ouders op schoot. Dat is nog wel te doen als je bloedje slaapt, maar dat geluk hadden wij dus niet. Terwijl ik mijn best deed Zoé tijdens het geschud en getril goed vast te houden had madame heel andere plannen.

Ze wrikte zich fanatiek los en was me ontglipt voor ik het woord ‘seatbelt’ kon zeggen. Vervolgens rende ze door het toestel en baande zich een weg tot de business class. Ik gespte mezelf los en ging er hobbelend, stommelend en beschaamd achter aan. Superverboden natuurlijk en het chagrijnige cabinepersoneel was duidelijk not amused. “Could you PLEASE control your child”, blafte een boze steward me toe. “I’m trying”, piepte ik wanhopig, terwijl ik Zoé in de houdgreep naar haar vader bracht. Ook Sebastian moest hemel en aarde bewegen om onze kleine worstelaar in bedwang te houden. Die raakte gefrustreerd en zette het op een brullen. Ik voelde de haat van een paar honderd passagiers tot in mijn botten.

Die vlucht bleek Zoé geen seconde zin te hebben om te gaan pitten. Terwijl het hele vliegtuig in diepe rust was, rende zij de afstand van een marathon makkelijk bij elkaar, wij er als lullige ongetrainden achteraan. En, en dit verzin ik beslist niet, letterlijk het moment dat de kist Nederlandse bodem raakte – inderdaad, na TWAALF hemeltergende uren, viel ze in een diepe, intense slaap.

Ik moet zeggen: het gaat beter nu onze kinderen wat groter zijn, want de inflight entertainment biedt gegarandeerd afleiding. Maar bij vlagen blijft het een uitdagende exercitie om die ellelange vluchten door te komen. En elke keer als ik hoog in de lucht vertoef, schiet toch altijd weer even door mijn hoofd: waarom eigenlijk ben ik niet gewoon getrouwd met een man uit Friesland, Limburg of Drente?

Mijn tips voor vliegen met kinderen:

• Cliché maar waar: neem de iPad mee. Echt, met stip op 1. De allerkleinsten gaan waarschijnlijk nog geen filmpjes op het scherm in de stoel voor hen kijken, maar met je handzame nanny vol apps kom je heel erg ver. Dus zet die bovenaan je lijstje voor de handbaggagetas.

• Ik heb weleens gehoord van mensen die met hun kinderen gingen vliegen, die vóór de vlucht briefjes met een soort ‘sorry-als-jullie-straks-last-van-ons-hebben-boodschap’ erop ronddeelden aan hun ‘omzittenden’. Sympathiek én slim want als je met je kids een vliegtuig binnenkomt, sta je sowieso met 5-0 achter. Dit kleine gebaar zou mensen mild kunnen stemmen, waardoor ze wat begripvoller zouden kunnen zijn als je mini-me besluit dat tien kilometer hoogte the place to be is voor een woedeaanval.

• Er is een boeddhistische mantra die luidt: ‘ook dit gaat voorbij’. Als ik het zwaar heb, houd ik mezelf die altijd voor. En echt, dat helpt best een beetje om relaxt te blijven.

Ik weet niet of het ook uuurenlang helpt, maar je kunt het allicht proberen. Tijd zat. Succes!

Lees ook: Waarom ik nooit meer ga vliegen met een baby.