Eén kind is geen kind!

06.10.2021 18:00
een kind

Femke werd jarenlang doorlopend gevraagd wanneer de tweede komt. Want dát er een tweede komt, staat voor de buitenwereld vast. Twee is de standaard. De vraag is alleen: wilde Femke aan die standaard voldoen?

Lees ook: Waarom peuters op dronken mensen lijken

Zelf heb ik ook altijd gedacht dat ik met twee kinderen zou eindigen. Het is als met gelovig opgevoed worden; uiteindelijk raak je geïndoctrineerd. Het gros van de mensen heeft twee kinderen, dus daar ga jij ook voor. Je bent namelijk een schaap in de kudde.  Als je ‘slechts’ één kind hebt, dan is er vast iets mis. Dan is de eerste tegengevallen, of gaat het niet zo goed met je huwelijk, of lukt het niet om een tweede te krijgen en moet er IVF aan te pas komen waardoor het allemaal ietsje langer duurt.

Ik heb het zelf allemaal gedacht. Bij anderen. Maar nu bevind ik me zelf in de situatie ‘ouders met één kind’ en weet ik helemaal niet of ik die situatie wel wil veranderen. Ik vind namelijk dat één kind al genoeg energie opslurpt, ik wil heel graag tijd voor mezelf houden, een leuk huis in Amsterdam kunnen bekostigen, mijn ambities kunnen najagen and so on. Maar daar voel ik me schuldig over. Met name omdat me dit door de buitenwereld wordt aangepraat. Want: één kind is geen kind. Dat lijkt de heersende mening te zijn. Eén kind is saai. Eén kind is zielig. Eén kind is eenzaam. A-sociaal. Verwend. En wat moet je met één kind als je op vakantie gaat?

Nu is het zo dat onderzoeken uitwijzen dat enig kinderen juist heel sociaal zijn, goed presteren op school en niet verwender zijn dan kinderen die wel een broertje of zusje hebben. Bovendien zijn vakanties voor enig kinderen misschien nóg wel leuker dan voor kinderen uit grotere gezinnen, omdat enig kinderen een vriendje of vriendinnetje mee mogen nemen (en dat is een stuk leuker dan een irritant broertje, kan ik je vertellen). Dus wat dat betreft zou je denken dat ik niks te vrezen heb. Maar zelfs mét deze wetenschap heb ik het idee dat ik niet achter kan blijven met mijn ene kind. Alsof ik bewust uit de kudde stap en me niet aanpas als ik niet verder broed. Alsof ik aan wil geven dat ik kinderen éigenlijk niet leuk vind.

Moeders zijn er onderling snoeihard in. Laatst zei een collega tegen me: “Femke, twee is de standaard en met drie kinderen ben je pas echt geslaagd.” Ik stond te klapperen met mijn oren, maar het was me wel meteen duidelijk hoe het in elkaar steekt op de moedermarkt. Als je eenmaal moeder bent, wordt er ook van je verwacht dat je all the way gaat. Geen getut met één kind, maar lekker ploeteren met twee of liefst drie. Iemand die één kind heeft en houdt en er ook geen moeite voor doet om er meer te krijgen, wordt eigenlijk als een nepmoeder gezien. Eentje die egocentrisch is en liever voor zichzelf kiest dan voor hetgeen ze eigenlijk op aarde gezet is: de voortplanting. Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik me kan voorstellen dat het bij één kind blijft. Het zou toch van de zotte zijn dat ik me laat meesleuren in een tendens terwijl ik me in dit leven (met 1 kind) al een slag in de rondte werk? Daarbij maken al die moeders om me heen, die ik zie worstelen met de combinatie werk/kind/en-oh-ja-ik-had-ook-nog-een-eigen-leven, het me met de dag makkelijker.
Ze zuchten en kreunen en klagen. En ik?
Ik voel geen jaloezie, maar vrijheid.

Lees ook: Femke’s vrije dag (of hoe je om 9 uur ’s morgen al naar een glas wijn kan verlangen)