Franke zat een middagje in de tuin met de kinderen – kanonnen wat een werk!

22.05.2022 18:00
Franke zat een middagje in de tuin met de kinderen – kanonnen wat een werk!

He, heerlijk, zomers lenteweer! Niets fijner dan relaxen in de tuin. Maar voor het zover is en de kinderen tevreden aan het spelen zijn… Man, wat een werk!

Lees ook: 10 tuinspeeltjes die moeders maar beter niet kunnen aanschaffen

Een tuin. Een van die dingen om de grote stad voor te verlaten, want een tuin zou het summum zijn van gemak. Zo begreep ik van ex-Amsterdammers die de provincie in waren getrokken. Met lekker weer doe je die tuindeur open en húp: je laat je kinderen los in de tuin. Maar mijn god, wat heb ik me daar op verkeken, zeg! Want een tuin met kleine kinderen is geen bron van louter gemak, het is een logistieke uitdaging waar je u tegen zegt. Zo gaat het namelijk bij mij. Laat het me vooral weten wat ik fout doe. Ik gun mezelf een stressloze zomer in de tuin, namelijk.

Waar het begon: lekker weer. Zonnescherm naar beneden. Deur open. Kinderen insmeren met zonnebrand. Buiten, want met zo’n spuitding. (Heb je weleens geprobeerd je kinderen met zonnebrand in te spuiten op een eikenhouten vloer? Ik kan je verklappen: dat geeft vlekken die niet meer te verwijderen zijn.) Puk (5) wil iets luchtigers aan, rent naar boven en komt naar beneden met een stapel kleren. Hele kast van Puk overhoop, alles er weer netjes in stoppen. Naar beneden, met UV-shirt voor Olle. Waar zijn zijn verdomde slippertjes? Zoekzoekzoek door het hele huis. Slippertjes in de wasmand. Logisch. Puk in dr zwempak (eh?!). Olle: ‘Mama badje! Badje! Badje!’ ‘Nou, mama was eigenlijk van plan de watertafel’ ’Badje!!’ schreeuwen de twee in koor.

Onder een dikke laag puin in de garage trek ik het badje tevoorschijn. Pompen, pompen, pompen, waarom heeft dit nou geen zin? Observerende blik van Manlief: ‘Dat ding is lek, ik koop wel een nieuwe.’ Wat nu? Ik trek onder een andere laag garagepuin het tuinhuisje vandaan. Ik zet het tuinhuisje op, wat me vijftien minuten en een nagel kost. De halve huisraad verdwijnt in het speelhuisje: potjes, pannetjes, Barbies en Transformers. Plastic krukjes. Wie huilt er? Olle valt van het krukje? ‘Kom maar schatje. Pleister? Maar je hebt geen bloed! Oké oké, hier pleister.’ Huisje vol, kinderen lethargisch. ‘Saaaaiii bleehhh ik wil in een badje het is zo warm mogen we een ijsje?’ klinkt het tweestemmig. Op naar de vriezer, ijsjes zoeken.

Ik ruim het huisje op als de kinderen een ijsje eten. Wat? Olle, nee! Raketje op de gloednieuwe Ikea Applärö (pas een dag oud. Een dag oud!). Doekje erbij, schoonmaken, handdoek voor de kinderen om op te zitten. Huisje opgeruimd, kussens weer op de bank en Barbies weer in de kast. Nou, dan toch maar even de watertafel? ‘Ja!!!!’ Watertafel vullen met water, waar zijn de speeltjes die erbij horen? Zoekzoekzoek de garage door, aaahhhh daaarrr!!! Zo. Kinderen aan de watertafel. ‘Nee niet met je natte voetjes op de houten vloer!! Sjees!!!’ Doekje over de vloer en waar blijft manlief in godesnaam? Krokodil opblazen, want een badje zonder opblaaskrokodil is geen badje. Ah, daar is papa! Nou papa, doe jij het badje even, dan zet ik even de tuintafel neer voor de BBQ vanavond. Tuintafel uitklappen. Fok wat een zwaar ding! Mijn rug. Stoelen erbij.

Stoelen beschimmeld? Hoe kan dat nou weer? Sopje van Glorix en Cif, en soppen maar. ‘Nee Olle, giftig. Ga jij maar in je badje zitten. Ja, leuk hé, die spuitende nijlpaard, nou!’ Wat? Te koud? Ja, ik vul even een emmer met warm water. En nog een. En nog een. En nog een. En nog een. Zo goed? Top! ‘Wat??? Moe van het badje? Nou, kom maar zitten dan. Honger? Hier, een Liga. En een glaasje water. Nee, geen appelsap, je hebt net al een ijsje op.’ Kleertjes aan, ja pak de skippybal maar. ‘Nee, mama heeft de zandbak weggegooid, want ze vond dat echt teveel werk. Papa is terug  met BBQ-vlees!’ Ik maak wel even een salade, gaan jullie maar tv kijken. ‘Hoe bedoel je geen plek voor de BBQ? Laten we het badje maar leeglopen. Zo. Natte tuin, maar kunnen we zo wel lekker barbecueën. Ja, steek ‘m maar vast maar aan. Ik schenk wel even een wijntje in. Nootjes erbij? Hè, dat rookt niet echt. Ik pak de aanmaakblokjes wel even. Zo, papa, doe je best.’ Even zitten. Slokje wijn. ‘Wat? Stikt Olle in een nootje? Ik kom eraan! Begint het nou te regenen? Serieus? Dat stond niet op buienradar! Fokkedefok!’

Dat was een heerlijke slok wijn in mijn tuintje.

Tof als kraamcadeau of gewoon voor jezelf: bestel hier de boeken van Franke.