Dit zijn de grootste fabels over het eerste jaar ouderschap

28.05.2022 06:00
Dit zijn de grootste fabels over het eerste jaar ouderschap

Als je voor het eerst moeder (of vader) wordt, heb je geen idee wat je overkomt. Daarom ga je maar af op wat andere ouders roepen, wat er in de boekjes staat en op je moeder- of vaderinstinct. Maar dat instinct is nog onderontwikkeld en de rest roept ook maar wat. Daarom: 15 feiten en fabels over het eerste jaar ouderschap op een rij.

Lees ook: 10 Dingen die ik leerde tijdens mijn eerste jaar moederschap.

  1. ‘De eerste weken zit je op een roze wolk.’ Fabel. Hoewel er wel een paar ouders schijnen te bestaan die de hele dag gelukzalig beschuit met muisjes eten en verliefd naar hun slapende baby staren. Maar voor de meeste jonge ouders duren deze gelukzalige momenten maar anderhalve minuut, alvorens je weer aan een kolfapparaat gekluisterd zit, of gehecht ligt te worden, of verbijsterd naar de enorme stolsels kijkt die er uit je komen – als je moeder bent. Vaders hebben het iets makkelijker, maar die moeten dan weer het kraambezoek vermaken op anderhalf uur slaap. Weet je wie er op een roze wolk zitten? Het kraambezoek. Daarom blijven ze ook altijd te lang plakken.
  2. ‘Relaxte ouders krijgen baby’s die snel doorslapen.’ Hahaha! Fabel. Hoewel ouders die een doorslaper hebben, dit graag mogen geloven. Tot hun volgende kind een enorme nachtbraker blijkt, ook al doen ze toch echt precies hetzelfde als bij de eerste. Of hun doorslaapbaby na drie maanden ineens kuren begint te krijgen. Of hun voorbeeldbaby na een jaar of twee in een peuterpuber from hell verandert. Dan blijkt het ineens toch allemaal niet aan hen te liggen. Iets met voortschrijdend inzicht.
  3. ‘Geniet ervan, want de tijd vliegt.’ Mmm… deze is tricky. We dopen ’m om tot feitfabel. Want hoewel iedereen dit nog zo hard tegen je roept als je net moeder bent, kruipen die eerste uren, dagen, weken met je baby toch echt voorbij. Soms lijkt het wel alsof de tijd achteruitgaat! Heeft iets te maken met dat lange verlof en dat alle dagen een beetje op elkaar lijken. Maar dan – je knippert even met je ogen – eet je baby ineens een boterham, staat-ie rechtop en viert-ie z’n eerste verjaardag. Waar heeft deze peuterfiguur jouw baby gelaten? Dus ja: de tijd vliegt. Maar vooral achteraf.
  4. ‘Alles is een fase.’ Feit! En eentje om te omarmen als je worstelt met de krampjesfase, de nachtbraakfase, de tandjesfase, de griepfase, de babypureefase, de stop-alles-in-je-mond-fase, de nee-fase en aan welke fase je verder ook maar een zekere hekel hebt. Het gaat voorbij. Echt. Er komt wel altijd weer een andere fase voor terug.
  5. ‘Borstvoeding is het beste.’ Volgens wie dan? De baby? Ik heb onze kinderen altijd zowel borst- als bijvoeding in de vorm van poedermelk gegeven en ik heb ze nooit kunnen betrappen op een voorkeur.
  6. ‘Het wordt alleen maar drukker.’ Feitfabel! Ja, het wordt echt nog hemeltergend druk als ze gaan lopen, overal bij kunnen, en het woord ‘nee’ uitstekend kunnen uitspreken maar niet goed lijken te verstaan. Maar toch vond ik die beginfase, met de acht voedingen op een dag en de blokken van maximaal anderhalf uur slaap tussendoor, het aller-, allerdrukst. Ik spreek nu even als tweelingmoeder, want hoe dit is als je maar één kind hebt weet ik niet. Ik vermoed dat je het dan vooral heel druk krijgt als de tweede wordt geboren (maar nogmaals: ik weet er niks van).
  7. ‘Ouders die je voorgingen weten precies hoe het moet.’ Fabel! Die doen ook maar wat. Soms hebben ze goeie tips. Maar vaak ook niet.
  8. ‘Negen maanden op, negen maanden af.’ Deze is voor iedereen persoonlijk. Bij mij was het: acht maanden op, en minstens zestien maanden af. Dus zo’n acht maanden af per geworpen kind – er zit een zekere logica in als je het goed bekijkt. Andere moeders staan misschien al na twee maanden weer te zumbadansen – meld je dan even in de comments, want ik ken ze niet.
  9. ‘Als de baby er is, weet je wat je moet doen.’ Ik weet niet hoe ik erbij kwam, maar tijdens mijn zwangerschap dacht ik dat ik op de een of andere manier wel zou weten wat ik moest doen als de baby’s er waren. Maar dat was niet zo. Ik had geen flauw idee. Dat was dan weer wel een feit.
  10. ‘Je kunt een baby rustig laten huilen.’ Vorig jaar was er ineens consternatie omdat er uit onderzoek bleek dat je een baby prima kunt laten huilen. Ander onderzoek spreekt dat weer tegen. Maar of de stress van je baby er nu wel of niet groter van wordt – de stress van de ouder wordt dat meestal wel. Ikzelf kon het écht niet. Pas na een maand of negen had ik het gevoel dat mijn kinderen en ik er tegen opgewassen waren en kon ik ze vijf minuten achtereen laten huilen zonder in te grijpen.
  11. ‘Je vindt je eigen baby de mooiste van de wereld.’ Ik ken moeders die bekenden dat ze hun baby toch echt de knapste niet vonden, ook al vonden ze ‘m misschien wel de allerliefste. Zelf moest ik ook door een paar premature trekken heen kijken om te zien hoe bloedstollend knap ze waren. En het is trouwens ook niet altijd liefde op het eerste gezicht. Bij sommige moeders duurt het wat langer voordat de vonk overspringt. Het is allemaal oké, dat sowieso.
  12. ‘Het consultatiebureau heeft de waarheid in pacht.’ Fabel. Meetinstrumenten, de nodige kennis en handige tips, dat hebben ze wel. Maar zij beschikken dan weer niet over jouw moederinstinct. Ergens een gezonde afweging maken tussen die twee, dat is waarschijnlijk het best.
  13. ‘Zó leuk, die babytijd.’ Er zijn ouders die de babytijd echt genieten geblazen vinden, en er zijn ouders die stiekem niet kunnen wachten tot er enige vorm van communicatie mogelijk is die niet louter uit gehuil bestaat. Als je tot de laatste soort behoort, kan het lastig zijn de zwijmelende verhalen van andere moeders over de babytijd aan te horen. Zelf vond ik de babytijd ontzettend leuk. Maar wel pas achteraf.
  14. ‘Als ze peuter zijn, wordt het pas echt zwaar.’ Elke fase brengt weer nieuwe uitdagingen met zich mee. Het hangt een beetje af van welk type moeder je bent en welk type kind je hebt. Maar in het kader van het halfvolle glas zeg ik: fabel. Hartstikke leuk, die peutertijd.
  15. ‘Doe nooit wat je moeder zegt, dan komt het allemaal terecht.’ Deze komt van Annie M.G. Schmidt en we weten allemaal dat die de waarheid in pacht had. Dus knoop deze in je oren. Het zou weleens een feit kunnen zijn.

Lees ook: Waarom je 1 jaar nodig hebt om aan het moederschap te wennen.