Olga over de kraamperiode: ‘Ik voel me een stinkende melkkoe’

28.06.2022 18:00

De kraamperiode is nou bepaald de meest charmante periode in het leven van een jonge moeder. Olga was even vergeten wat een achtbaan die eerste tijd was. 

Lees ook: 25x Wat je niet zag aankomen in de kraamtijd

‘Doe je benen maar wijd, dan controleer ik je hechtingen’, verzoekt de kraamverzorgende opgewekt, terwijl ze haar wegwerphandschoentjes aantrekt en haar bril stevig op haar neus drukt. Geroutineerd sla ik mijn benen open, het is per slot van rekening de zóveelste keer in drie dagen dat ik mijn ‘onderkantje’, zoals het blijkbaar óók kan heten, aan inspectie wordt onderworpen. De bevalling van mijn tweede kind is gelukkig soepeler verlopen dan mijn eerste: toen moest ik op de O.K. gehecht worden. Lenna kwam er daarentegen in vier uurtjes tijd uitgerold ‘met de helm op’. De vliezen zaten nog om haar hoofd en er hing nog net geen aureooltje boven haar vredige koppie. Ik had slechts wat kleine scheurtjes; niets wat een beetje naald, draad en tanden op elkaar niet kon oplossen.

‘Het ziet er echt ontzéttend mooi uit, hoor,’ oordeelt de kraamverzorgende bewonderend, alsof ze naar een schilderij van een glorieuze zonsondergang kijkt. ‘Echt, het geneest heel goed.’ Zelf heb ik visioenen van de welbekende ontplofte egel en besluit voorlopig niet te kijken. Even later sta ik halfnaakt in de badkamer, waar de vrouw die ik drie dagen geleden nog niet kende met geoefende hand witte koolbladeren in mijn beha duwt ‘om de stuwing te verkoelen’. Ik voel me, zo met die groentebladeren tegen mijn boezem aangeplakt, een naar kinderboerderij stinkende melkkoe. Hoe kon ik vergeten dat de kraamweek zo’n vreemde achtbaan vol ups en downs was?

Terwijl de kraamverzorgende druk aan het proppen is, kijk ik in de spiegel. Een hormonaal ontregelde versie van mezelf staart terug, met woest haar, dikke ogen, een enorme voorgevel, flabberbuik en gigantische oma-onderbroek met tweedubbel kraamverband erin. Ineens kan ik niets anders dan een potje ongecontroleerd huilen. ‘Daar zijn de kraamtranen, hoor! Precies zoals verwacht,’ knipoogt de kraamverzorgende en geeft me een klopje op de schouder. ‘Gaat wel weer over.’ Net als ik mezelf herpakt heb, vervolgt ze: ‘Volgende week moet je het zelf doen, hè, dus gooi het er maar allemaal uit.’  Ik denk aan mijn lieve, behoeftige baby, mijn eveneens lieve, maar momenteel enorm opstandige peuter en manlief Patrick, die alweer bijna aan het werk gaat. Hóé ga ik dat in hemelsnaam allemaal doen en dan nog pedagogisch verantwoord ook? Ik barst weer in huilen uit. Van geluk, ja. Maar toch ook wel van totale ontregeling. Op elk gebied.

Lees ook: De tien geboden voor een relaxte kraamtijd