Had jij ook zo’n last van deze 10 zwangerschapshormonen?

28.08.2016 05:00
zwangerschapshormonen

HCG, progesteron en oestrogeen, dat zijn een paar van de officiële hormonen die de kop opsteken tijdens je zwangerschap. Maar volgens Janneke kun je daar rustig nog een paar zwangerschapshormonen aan toevoegen.

Lees ook: 32 dingen die je denkt als je graag zwanger wilt worden

  1. Het Hema-hormoon. Voor het eerst gesignaleerd door Aaf Brandt Corstius: het hormoon dat een onstilbare drang veroorzaakt om tijdens je zwangerschap de Hema te bezoeken. Bij voorkeur dagelijks. En dan heel lang voor het rek met hydrofiele luiers te staan en je af te vragen of je de witte neemt of die met sterretjes of die met hartjes of toch maar allemaal.
  2. Het nooit-meer-slapen-hormoon. De natuur heeft het volgens mij zo bedacht dat je lichaam op de een of andere manier al weet dat het straks, als het kind er eenmaal is, zo goed als geen slaap meer krijgt. En hoe reageert je lichaam daarop? Dolenthousiast! Wat een interessante uitdaging, laten we dat nu vast gaan oefenen! Ik zou het zelf anders bedacht hebben, namelijk: laten we nu zoveel mogelijk slaap pakken, zodat we straks lekker uitgerust aan de kraamtijd kunnen beginnen. Maar daar steekt het nooit-meer-slapen-hormoon mooi een stokje voor. Bij mij al volop aanwezig vanaf week 0.
  3. Het help!-ik-heb-nog-geen-naam-bedacht-hormoon. Ik had dat staafje van de zwangerschapstest nog nauwelijks neergelegd, of ik riep al paniekerig tegen mijn vriend: ‘Maar we hebben nog helemaal geen naam bedacht!’ Net alsof je niet nog negen maanden hebt om daar ’s nachts over na te denken (zie punt 2).
  4. Het google-hormoon. ‘Vijf weken zwanger, nog niet misselijk’, was het eerste wat ik googelde, waarna ik de volgende ochtend kotsend boven de plee hing en wenste dat ik mijn mond had gehouden tegen deze zoekmachine, in de maanden daarop gevolgd door nog zo’n zevenhonderd vragen. Voor straf word ik nu nog steeds bestookt met reclames over luiers, gepersonaliseerde kinderboeken en shampoo die niet in de oogjes prikt (en dat terwijl ik er nog steeds niet achter ben of je nu wel of geen venkel mag eten als je zwanger bent).
  5. Het ik-zeg-maar-gewoon-waar-het-op-staat-hormoon. Tijdens een etentje met mijn schoonfamilie was ik rond week tien heel hard mijn best aan het doen te doen alsof ik gewoon niet zo lekker was in plaats van zwanger, toen ik tegen mijn schoonzus zei dat ik het toespraakje dat ze zojuist had gehouden een beetje emotieloos vond (oké, ik zei het iets subtieler, maar dat was zo ongeveer de boodschap). ‘Ik vond het al vreemd dat je geen wijn dronk,’ zei ze hier later over, ‘maar na die opmerking wist ik pas echt zeker dat je zwanger was.’ Schijnbaar had ze er zelf ook haar hele zwangerschap lang van alles uitgeflapt. Waar het hormoon goed voor is weet ik niet, wel waar het waarschijnlijk zijn bestaansrecht aan ontleent: niemand slaat een zwangere vrouw. En als iemand het toch waagt, slaat ze waarschijnlijk keihard terug.
  6. Het Netflix-hormoon. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik kon dus echt niet anderhalf uur in dezelfde houding in een bioscoopstoel zitten zonder een klein beetje gek te worden. Nee, dan de thuisbioscoop! Gewoon liggend op zeven matrassen met drie borstvoedingskussens ter ondersteuning, omringd door zes verschillende soorten ijs, je favoriete serie kijken. Wat een uitkomst.
  7. Het Funda-hormoon. Eigenlijk nog beter dan tv kijken: op zoek gaan naar een huis met genoeg ruimte voor jou en je buik, je man, en de Tafelberg aan speelgoed die je online bij elkaar hebt geshopt. En niet te vergeten al die hydrofielluiers van de Hema. Heeft waarschijnlijk te maken met:
  8. Het verzamel-hormoon. Een beetje zwangere vrouw legt op zijn minst één verzameling aan. Dat kunnen luiers zijn, pakken melk, rompertjes, Nijntjes of, zoals een collega van mij bekende, zo’n enorme hoeveelheid wc-papier dat ze er letterlijk een nest van had kunnen bouwen.
  9. Het blijf-van-mijn-buik-hormoon. Eenmaal zwanger vond ik het (met twee baby’s in mijn buik) zo druk in mijn aura, dat ik speciaal voor noodsituaties een blik had ontwikkeld die omstanders kon doden die te dicht in de buurt van mijn buik kwamen, laat staan eraan durfden te zitten. Liep allemaal goed af, zonder slachtoffers én zonder dat er iemand ongevraagd aan mijn buik heeft durven zitten.
  10. Het bankhangen-is-ook-een-sport-hormoon. Er zullen vast zwangeren zijn die vrolijk de trap op en af huppelen, elke dag buikspieroefeningen doen en vijftien kilometer naar hun werk fietsen, maar ik maakte toevallig grote hoeveelheden aan van het bankhangen-hormoon, vooral vanaf een weekje of dertig. Feestjes en verjaardagen blies ik gewoon af, en moest ik toch ergens per se acte de présence geven, dan vond ik een huispak ook een prima tenue. Zwanger zijn is nu eenmaal al een sport op zich.

[wysija_form id=”6″]