15 Halve waarheden waar iedere nieuwe moeder zich aan vasthoudt

13.05.2017 05:00

Toen Renske moeder werd kreeg ze een heleboel adviezen die in the end niet per se wáár bleken te zijn, maar die toch houvast gaven. Fantaschrikkelijke halve waarheden noemen ze dat. 

Jeetje. Ik weet het zelf ook niet precies, wat ik van onderstaand rijtje vind. Het zijn ‘halve waarheden’ die me verteld werden toen ik net moeder was. Halve waarheden waar ik het éne moment godsgruwelijk blij mee was, terwijl ik ze het volgende moment allemaal KAPOT wilde maken omdat er geen reet van bleek te kloppen. Then again: had ik zónder deze fantaschrikkelijke halve waarheden gekund? Neen. Dan had De Renske toch echt ergens in de goot gelegen. Dus beste mensen, doe er je voordeel mee.

Lees ook: 25 Dingen die iedere kersverse moeder denkt.

  1. Geniet! De tijd gaat zo snel. Kijk, ik zal dit voorzichtig brengen. Natuurlijk zijn er veel kleine, schattige, adorable babytoestanden die je voor altijd in een doosje zou willen doen. Maar in mijn geval (en in het geval van vele jonge ouders in mijn omgeving) duurde dat eerste half jaar fókking lang. Vooral bij mijn eerste – huilerige – baby kropen de weken voorbij en was de babytijd als een soort vacuüm waarin ik de uren, de dagen en daarna heel lang de weken telde. Pas toen ik bijna dood was gingen we over op het tellen van de maanden en werd mijn baby een lekker dik (en minder hard huilend) pakketje waar ik wat mee kon aanvangen. Sorry. Verder alles goed hoor!
  2. Luister naar je moederhart. Je weet vanzelf wat je moet doen. Godskanonnen. Af en toe kreeg ik heus wel iets ‘ingegeven’, maar negen van de tien keer dat ik ‘naar mijn moederhart moest luisteren’ dacht ik: ja maar ik zit nu dus echt vet krampachtig te luisteren en wat denk je? NIKS. Er komt gewoon NIKS. Pas nu, zo’n drie jaar na de geboorte van mijn eerste kind, ben ik in bezit van een soooooort van moederhart – maar het hapert nog steeds als een malle heur.
  3. Je kunt slapen wanneer de baby slaapt. Ja, kan. In principe. Moet je alleen wel overdag kúnnen slapen. Ik kan dat bijvoorbeeld niet: als ik ‘aan’ sta, sta ik ‘aan’. Verder moet je het sowieso allemaal kunnen loslaten. Dat het overal een een troep is bijvoorbeeld, en dat je vanmiddag kraamvisite krijgt. Of dat de baby kan gaan huilen terwijl jij net heerlijk bent weggezakt op de bank, en dat je je dan kapot schrikt. Of dat je nog boodschappen moet doen, én een was moet draaien, en nog wil douchen, en de wieg moet verscho – oké ik raak nog gewoon weer in paniek.
  4. Het eerste jaar is het zwaarst. Moehaha, dat is inderdaad een mooie om het vol te kunnen houden. Toegegeven: het ís ook wel een beetje waar. Het eerste jaar is loodzwaar, en het nachtbraken en aanpoten op drie uur slaap gaat voorbij. Echter: daarna wordt het gewoon ánders zwaar. Er komen andere struggles, vragen en uitdagingen voor in de plaats.
  5. Na zes weken wordt het al beter. Oef. Dit heb ik mezelf in de eerste bikkelweken inderdaad vaak horen denken – op basis van wat andere moeders mij vertelden. Anders hield ik het gewoon niet vol. En weet je: het klopt, na zes weken werd het iets beter. In die zin dat de meeste baby’s dan gaan lachen en het eenrichtingsverkeer dan voorbij is. Maar verder blijft het aanpoten.
  6. Als baby’s vijf kilo wegen mogen ze doorslapen. VEEG ME OP ECHT, baby’s gaan echt niet opeens doorslapen omdat het opeens van de mensen mag. Je kunt het wel gaan proberen – dat dan weer wel. Even kijken wat-ie doet!
  7. Als ze kunnen lopen wordt het écht beter. Nou vraag ik je: in welke zin? In de zin van dat ze dan overal in drie seconden naartoe kunnen snellen en van de trap kunnen flikkeren zonder dat je het doorhebt?
  8. Als ze kunnen praten wordt het echt écht beter. Nou vraag ik je: in welke zin? In de zin van dat ze dan de hele dag ieder moment van de dag elke seconde elke minuut zelfs als je met je partner aan het praten bent dat ze dan kunnen praten of iets NU willen vertellen? Schattig hoor, daar niet van. Maar wel een beetje piep-in-je-oor-waar-is-de-rust.
  9. Als ze drie zijn wordt het beter. Ik kreeg deze geruststellende opmerking te horen op de momenten dat ik er echt geen gat meer in zag. En weet je? Ik nam het voor waar aan: na de twee is nee fase is het voorbij. Dan komt er eindelijk rust in de tent. Maar ik ben er dus achtergekomen dat er ook een drie is nie -fase bestaat. Oh, wist je niet? Nou, weet je het nu. Bam, veel dank voor mij.
  10. Je kunt (als je borstvoeding geeft) best een keer gezellig naar de kroeg hoor. Klopt! Maar dan mag je wel maar één glas wijn drinken, vlak nadat je een voeding hebt gegeven. En dus niet twee glazen. Of drie/vier/vlllijf, zzzsjez. Je moet namelijk na één glas wijn al een paar uur wachten tot de alcohol is verwerkt, alvorens je weer mag voeden. De oplossing is dat je ervoor zorgt dat je een voeding klaar hebt staan voor de baby, waardoor je ‘m niet na het drinken hoeft aan te leggen. Maar dan moet je natuurlijk wél even kolven om de boel op gang te blijven houden. Als jij dat op de kroeg-wc wil doen, why not. Of je gaat gewoon na twee uurtjes braaf borrelen terug naar huis om te kolven. Immers: als je gewoon doet, doe je al gek genoeg!
  11. Net als je denkt: nu trek ik het écht niet meer, dan gaat het beter. Klopt. Vaak wel maar eventjes. Maar dat zeg ik: kniesoor.
  12. Je kunt veel meer op een paar uur slaap dan je denkt. Is inderdaad best waar: ik heb echt mega prestaties geleverd op twee uur slaap. Zelfs hele werkdagen gedraaid. Maar in the end gaat het je gewoon niet in de koude kleren zitten en eist het zijn tol. En dan, als je daar bent, dán kun je niet zoveel meer op een paar uur slaap dan je denkt. Dan kun je eigenlijk alleen maar ehm, zitten. Kruipen. Liggen. Chocola eten.
  13. Als je borstvoeding geeft vliegen de kilo’s eraf! Ja, het is inderdaad wel een beetje waar. Maar je hebt in deze periode vaak ook honger als een paard. Waar ik persooooonlijk een beetje moeite mee had was het moment dat ik stopte met de borstvoeding, maar wél bleef eten als een paard. Daar word je namelijk, to put it mildly: nogal moddervet van.
  14. Opeens is niks anders meer écht belangrijk als je een kind krijgt. In het begin ben je inderdaad extreem in de ban van je baby, want ze zijn natuurlijk heus verschrikkelijk lief en schattig en het mooiste dat je ooit is overkomen, maar daarna kom je er toch achter dat je met een baby geen volwassen gesprekken kunt voeren, geen wijn (samen, dan) kunt drinken, geen administratieve kwesties kunt oplossen, niet kan lachen om je steengoede grappen over het ouderschap en je kan ‘m ook niet naar het werk sturen om geld binnen te hengelen voor de komende vakantie.

Maar nogmaals – gooi deze halve fantaschrikkelijke waarheden in godsnaam niet overboord. Ze helpen je in donkere dagen, koude uren en bittere tijden. Wat zeg ik? Ze helpen je de dag door. Sterker: dit is de koffie voor als je geen koffie (meer) mag, dit is de peptalk die je nodig hebt als je niemand meer hebt om te bellen, dit is de houvast voor als je bijna ter aarde stort. Geen probleem, graag gedaan.

Lees ook: Zwangerschapsmythes ontkracht (in hilarische tekeningen).