Hoe melkschema-stress de eerste maanden van je moederschap kan verpesten

03.06.2015 08:30
flesvoeding schema

Vala’s zoon was een baby met een gezonde Hollandse eetlust. Maar volgens de Nederlandse richtlijnen mocht hij niet meer flesjes dan hij al kreeg. En het kind maar krijsen! Maar ja: wie wil er nou een baby met obesitas? Wat een onzin, denkt ze achteraf.

Toen ik zwanger was van Terrorist nr. 1 was ik voornemens borstvoeding te geven. Dat leek me natuurlijk, gezond en bovenal: makkelijk. Want geen geklooi met flesjes, melkpoeder en hoeveelheden en bovendien mag je kindje dan coma-zuipen. Van borstvoeding kun je namelijk nooit teveel geven. Helaas bleek ik voor lacteren bepaald niet in de wieg gelegd en was Terrorist nr. 1 dus binnen een week enthousiast afnemer van Nutricia. Weliswaar deed ik verwoede pogingen om met een tank van een borstkolf nog wat schamele druppels moedergoud uit mijn tepels te persen, maar aangezien ik mijn eerstgeborene geen hongerdood wilde laten sterven, moest ik me toch wenden tot het witte poeder. Een keus die overigens door mijn zoon zeer werd toegejuicht. Binnen afzienbare tijd was hij één brok Hollands glorie in Californië.

LEES OOK: Geluksmomenten van een kersverse moeder (en nee, daar komt de baby niet in voor)

Maar met zijn lekkere spekrollen, kwam ook mijn onzekerheid de kop opzetten. Want, geef je flesvoeding, dan is daar ook: Het Voedingsschema. Geen tiet? Dan kan onbeperkt vreten niet. Althans, niet volgens richtlijnen van de Hollandse polder-voedingsmaffia. En die zijn Calvinistisch, heb ik tijdens mijn eerste jaar als moeder mogen ervaren. Onze zoon was namelijk een vreetzak. Net als zijn moeder. Kom niet aan mijn eten en dat is een levensmotto dat mijn zoon met mij deelt. Van een lege maag word ik bloedchagrijnig en die karaktertrek is één op één door gegaan naar mijn eerste Terrorist. Huilen deed hij niet als baby, behalve als hij honger had. En dat was vaak. Als het aan hem had gelegen, had hij zijn flesjes zelf wel gemaakt, want mama deed het wat hem betreft veel te langzaam. Als het aan hem had gelegen, had hij dat melkpoeder gewoon rechtstreeks uit het pak gelepeld, in plaats van te wachten tot die flessenwarmer de melk eindelijk op temperatuur had gebracht. En vooral: als het aan hem had gelegen, had hij geen honger hoeven lijden. Want die moeders, daar heb je niks aan.

Ik was als kersverse moeder namelijk enorm neurotisch en had bovendien een man die gek was op Excellsheets. Een onfortuinlijke combinatie voor de hongerige baby. Want Terrorist nr. 1 zat dus opgescheept met twee onervaren jonge ouders, die ervan overtuigd waren dat het groeiboekje van het Consultatiebureau zo ongeveer gelijk stond aan de Bijbel en die aan de hand van de online groeicurves melkgrafieken maakten op de laptop. Ik ga ervan uit dat het kind nog steeds bezig is zijn eerste trauma te boven te komen. Want leuk kan het niet zijn als je als baby altijd schreeuwende honger hebt. Zeker niet als je Amerikaanse vriendjes al hun flessen zonder scheve ogen mogen supersizen en jij dus de enige bent in de speeltuin met een knorrende maag. Want dan is het babyleven best een bitch.

“Pas op voor baby-obesitas!” waarschuwden de Nederlandse voedselvoorschriften en bibberend streek ik het maatschepje nog eens extra af. Onze zoon was al een papzakje en ik wilde pertinent niet straks met mijn dreumes naar de Weight Watchers. En dus keek ik die vier uren weg totdat ik mijn kind weer van de witte motor mocht voorzien, smste mijn echtgenoot iedere middag de genuttigde milliliters door en maakte ‘s avonds de melkbalans nauwkeurig op. En mijn kind maar honger lijden.

Ik denk dat het zeker een half jaar heeft geduurd voor ik eindelijk de handdoek in de ring heb gegooid, wat dieper in de pot met poeder heb getast en mijn rantsoeneringsneiging aan de wilgen heb gehangen. Het voedsel vloeit rijkelijk in Californië en het wordt er nooit kouder dan 20 graden, maar alleen al de Hollandse verhalen op de middelbare school over de Hongerwinter maakten van mij een op voer beknibbelende moeder. Zelfs onze Amerikaanse kinderarts kon me niet overtuigen mijn zoon meer melk te geven. Hij had weliswaar aan Harvard gestudeerd was dientengevolge dus vele malen beter onderlegd op het gebied van melkpoeder dan de gemiddelde Consultatiebureau-arts, maar, vaderlandslievend als ik ben, weigerde ik zijn frivole Californische mening aan te nemen. Less is tenslotte more, vond ik. Ja, ik blijf een Nederlander. En dus inhaleerde mijn arme, hongerige, zoon zijn flesjes melk zo ongeveer en bleef daarna met een knagend gevoel zitten. Waarschijnlijk dat hij daarom nu zijn eten verzwelgt alsof iedere maaltijd zijn laatste is.

Dus was je bezig met een melkgrafiek, dan zou ik je aanraden iets leukers te gaan doen. Spelen met je baby bijvoorbeeld, of misschien gewoon een flesje geven, als hij al anderhalf uur ligt te krijsen en niks werkt.
Want inmiddels is Terrorist nr. 1 ruim vier jaar en een gezonde, slanke kleuter. Die extra flesjes die hij na zes maanden afzien eindelijk van zijn ontaarde moeder kreeg, hebben hem geen grammetje overtollig vet opgeleverd. Ik had mezelf dus een hoop stress, en mijn kind een hoop honger, bespaard, als ik hem gewoon gegeven had waar hij om vroeg. Een baby is nou eenmaal geen machine, geen auto waar je altijd dezelfde hoeveelheid brandstof in gooit. Ik had gisteren namelijk ook meer honger dan vandaag. Want ik ben een mens en oh ja, baby’s, dat zijn eigenlijk ook net mensen. Dus ik zou zeggen: bottom’s up!

Volg ook Vala’s blog: Stadsmeisje op het platteland!