Hoe Vala naar het Consultatiebureau ging en opeens een obese huilbaby had

05.10.2016 19:30

Vala ging laatst voor het eerst met haar baby naar het Consultatiebureau. Ze was in de veronderstelling dat alles prima ging, maar daar dachten de professionals toch een beetje anders over…

Ik heb drie kinderen, maar ben een Consultatiebureau-maagd. Mijn eerste twee baby’s kreeg ik namelijk in Amerika en daar ga je voor de controles gewoon rechtstreeks naar de kinderarts. En die Amerikaanse artsen doen niet zo moeilijk, gewoon niet lullen maar prikken en dag mevrouw, volgende patiënt. Zo makkelijk kom je er op het Consultatiebureau echter niet vanaf, is mij onlangs duidelijk geworden. Ik dacht namelijk dat mijn dochter het deed volgens de boekjes, maar naar de mening van de babyballotagecommissie kleurde ze behoorlijk buiten de lijntjes. En dat konden we natuurlijk echt niet hebben.

Lees ook: 12 Manieren om het Consultatiebureau te overleven.

Mijn dochter was bijzonder ontsteld tijdens ons bezoekje, want ik had haar daarvoor namelijk uit haar ochtendslaapje moeten halen. Luidkeels brullend sjouwde ik haar naar binnen, wat me meteen een opgetrokken wenkbrauw van de dame achter de afsprakenbalie opleverde. Het werd er bij het meten en wegen bepaald niet beter op, want gewekt worden zonder echt valide reden (ik bedoel, de wieg stond tenslotte niet in de fik en het huis stortte ook niet in) is wat mijn dochter betreft al een naaistreek, maar als ze dan ook nog ten overstaan van een wachtkamer vol vreemde moeders en kinderen, in haar Adamskostuum, op een koude schaal wordt neergelegd, is de maat natuurlijk helemaal vol. Wanhopig wiegend liep ik met mijn blote baby tussen de formica tafels door, maar er was geen kruid gewassen tegen haar woedende geschreeuw. “Huilt ze altijd zo?” vroeg de baliedame minzaam en voor ik tekst en uitleg kon geven, verscheen er een verbeten aantekening in het groeiboekje.

Eenmaal bij de arts in haar kantoortje kreeg ik een grafiek te zien. De zogenaamde groeicurve, die in Nederland blijkbaar heilig is en waarbinnen alle Hollandse baby’s zich netjes dienen te ontwikkelen. Wijk je daarvan af, dan krijg je als ouder een reprimande, want die baby’s moeten wel allemaal gewoon doen, dan ze doen tenslotte al gek genoeg. Dat eeuwenoude poldercredo wordt blijkbaar al van kracht als je van voren nog niet eens weet dat je van achteren leeft, regels zijn tenslotte regels. Mijn baby liep helaas niet echt in de pas, want ik kon die spekrollen dan wel heel gezellig vinden, de bedoeling was het natuurlijk niet. “Ze is wel aan de zware kant, mevrouw” kreeg ik te horen, met een priemende vinger naar de lijntjes op het scherm en ik zocht verwoed naar een verdediging. Maar waarvoor eigenlijk, want dat kind krijgt alleen maar flesjes melk en ook nog eens keurig net zoveel als op het pak staat en hoewel ik mijn dochter tot grootse dingen in staat acht, denk ik niet dat ze ’s nachts stiekem naar beneden kruipt om de koektrommel te plunderen. Dus echt een verklaring voor haar drie onderkinnen heb ik niet.

Uiteindelijk stond ik enigszins verward weer buiten. Met de verontrustende conclusie dat ik kennelijk in het bezit ben van een huilbaby met obesitas. Zonder dat ik dat zelf door had. Dat is toch best een desillusie moet ik zeggen, als je zelf in de waan was dat het allemaal voorspoedig ging. En wat ik met die constatering moet, weet ik eigenlijk ook niet, want hoewel ik mijn dochter vermanend heb toegesproken over haar bokhumeur, leek ze er niet van onder de indruk (en is ze ook weer het zonnetje in huis, zolang ik haar schoonheidsslaapjes maar niet verstoor). Ik heb me gek gezocht naar flesvoeding light, om de ogenschijnlijke obesitas in de kiem te smoren, maar vreemd genoeg kan ik dat nergens vinden. Misschien dat het overal uitverkocht is, omdat meer ouders de strijd tegen het babyvet zijn aangegaan. Ik dacht altijd dat de term ‘Hollands Glorie’ iets was om trots op te zijn, maar blijkbaar is die tijd voorbij. Ja, wie later mooi wil zijn, moet al heel vroeg pijn lijden. Of honger dus, als je een baby bent.

Over een paar weken moet ik weer met Arwen op audiëntie, dus ik hoop maar dat ze tegen die tijd haar anger management issues onder controle heeft en netjes op haar streefgewicht zit. Anders durf ik me op het Consultatiebureau echt niet vertonen, want ik schaam me dood, dat lijkt me duidelijk. Iedere keer als ze huilt leg ik haar daarom nu maar op het strafkrukje en in plaats van melk geef ik haar gepureerde gestoomde groenten in de fles. En als dat geen zoden aan de Calvinistische dijk zet, vrees ik dat er weinig anders op zit: dan verhuis ik met mijn dikke schreeuwlelijk gewoon maar terug naar Amerika. Want daar hebben ze allemaal een grote bek kijken ze niet op een onderkinnetje meer of minder. Dus daar zijn de grafieken ons vast een heel stuk gunstiger gezind.

Lees ook: Femke duikt onder voor het Consultatiebureau.