Iedereen de dupe van het Passend Onderwijs

04.09.2015 18:30
passend onderwijs

In januari van dit jaar is de wet op het Passend Onderwijs in gegaan. Maar nu al blijkt dat scholen zorgleerlingen weigeren en dat de scholen die dat niet doen, er niet toe zijn uitgerust om én de moeilijke kinderen én de rest voldoende aandacht te geven. Vala, zelf moeder van een zorgenkind, vindt dat alle leerlingen nu de dupe aan het worden zijn.

In de wet op het Passend Onderwijs staat dat zogenaamde ‘zorgleerlingen’ (dus bijvoorbeeld kinderen met autisme, ADHD, of een andere leer of gedragsstoornis) zoveel mogelijk ondergebracht dienen te worden in het regulier onderwijs. Met als doel elk kind te laten opgroeien in zo ‘gewoon’ mogelijke omstandigheden. Nu, 9 maanden later, blijkt echter dat leraren het maar moeilijk kunnen bolwerken om zowel de gewone, als de speciale kinderen in hun klassen genoeg aandacht te geven. Het Passend Onderwijs blijkt de meeste leerlingen dus helemaal niet zo goed te zitten.

Onderzoek van het Algemeen Dagblad en de DUO wijst uit dat de klassen veel te groot zijn en de leraren te weinig hulp krijgen van bijvoorbeeld onderwijsassistenten om in de behoeften van zorgleerlingen te voorzien. Per klas hebben gemiddeld vijf kinderen extra aandacht nodig. Deze kinderen kampen vaak met ingewikkelde problematiek, waar veel aandacht en begeleiding bij nodig is. Met nog minstens twintig andere leerlingen in de klas om te onderwijzen en te sturen, groeit de werkdruk de leraren danig boven de pet. Bovendien zijn zij niet zelden te weinig toegerust op het in goede banen leiden van bijvoorbeeld autisme-problematiek. De onderwijzers voelen zich onthand en bovendien slecht voorbereid. En op die manier sta je, op z’n zachtst gezegd, nou eenmaal niet heel lekker voor het bord.

LEES OOK: Een CITO-toets op je vierde, is dat nou echt nodig? 

Daarnaast ontstaan er nu steeds vaker situaties waarin de ‘gewone’ kinderen in een klas de dupe worden van alle extra zorg en aandacht die er noodgedwongen naar hun zorgintensieve klasgenootjes uitgaat. Leraren geven aan dat ze zoveel tijd kwijt zijn aan het begeleiden van de zorgleerlingen in hun klas, dat het ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs waar kinderen zonder etiketje ook gewoon recht op hebben. Bovendien hebben de kinderen met een extra zorgbehoefte het zwaar in reguliere klassen. De groepen zijn te groot, ze krijgen niet langer de individuele aandacht die ze gewend zijn en bovendien hard nodig hebben en voelen zich vaak onbegrepen. Integreren in de groep wordt daardoor nog moeilijker dan het van nature voor hen al is, wat  vervolgens weer direct invloed heeft op hun schoolresultaten.

Wat heeft het Passend Onderwijs ons het afgelopen schooljaar dus opgeleverd? In een notendop: gestresste kinderen, overwerkte leraren en slechte rapporten. En alhoewel elke nieuwe maatregel de nodige opstartproblemen kent en je niet kunt verwachten dat alles meteen op rolletjes loopt, moeten we ons echt wel een beetje gaan afvragen of we op onderwijsgebied de goede weg zijn ingeslagen. Gelijke kansen in het onderwijs en ieder kind leren in een zo ‘normaal’ mogelijke omgeving, het klinkt allemaal prachtig. Maar laten we nou even eerlijk zijn: realistisch is het gewoon niet. Want, zo simpel is het gewoon, niet iedereen is ‘normaal’. En heb je ADD, autisme of iets anders ingewikkelds, is het dan reëel dat er van je verwacht wordt dat jij tussen de gemiddelde kindertjes heel braaf je dicteetje maakt? Of dat je het wel redt als de meester het jou één keer uitlegt, net als aan alle anderen, terwijl je eigenlijk tien keer nodig hebt? Nee, want je bent niet voor niets een beetje anders.

LEES OOK: Overwinning voor een autistisch jongetje

Ik, als moeder van zo’n zorgenkind, zie het somber in met dat Passend Onderwijs. Niet eens voor mijn eigen jongetje, want die kon bij Gods gratie nog geplaatst worden op zo’n school voor Leipe Loetjes. Maar wel voor zijn collega-abnormalen, die collectief verdrinken op het regulier. En ook voor hun klasgenootjes die wel netjes in de pas lopen, maar het vervolgens in de klas zelf maar uit mogen zoeken, omdat de juf geen tijd meer voor hen heeft.

Volgens de schooldirecteuren komt het allemaal wel goed en gaan we uiteindelijk zien dat ieder kind zich uiteindelijk optimaal zal kunnen ontwikkelen op het regulier, of je nou de spreekwoordelijke rugzak draagt, of niet. Maar ik moet het nog maar zien. Vooralsnog komt de melk en honing nog zeker niet uit Passend Onderwijsland stromen. Het zou me niet verbazen als we daar binnen afzienbare tijd te kampen hebben met verregaande voedselschaarste. En dat moeten we onze kinderen toch niet willen aandoen?

Lees meer van Vala op haar eigen blog: Stadsmeisje op het platteland.