Slaap kindje, slaap… (En kun je dat nou trainen, ja of nee?)

12.10.2017 17:30

Wie geluk heeft, krijgt een baby die snel doorslaapt. Veel ouders echter lopen maanden, zo niet jaren, met de wallen op hun knieën. Wat je daaraan nou moet doen, daar is al menig dispuut over geweest. Maar wat moet je nou, als je zowat niet meer op je benen kunt staan?

Slaapgebrek, ik weet er alles van. Echt álles. Ik durf wel te stellen dat slaapgebrek wat mij betreft absoluut het ergste is van het ouderschap. Want natuurlijk, van tevoren weet je heus wel dat baby’s en kleine kinderen regelmatig wakker zijn ’s nachts. Dat je die eerste maanden waarschijnlijk weinig slaap zult pakken. Maar hoe erg het echt kan zijn, daar was ik dus niet op voorbereid. De allesoverheersende vermoeidheid die je kunt voelen als je kind gewoon niet, nooit, slaapt, dat is met recht een marteling. Je zou van minder gek worden. Gelukkig heb ik nooit de neiging gehad mijn kinderen iets aan te doen en is er nooit iets gevaarlijks gebeurd omdat ik door de vermoeidheid niet scherp genoeg meer was. Maar ik kan me zo goed voorstellen dat dat ouders overkomt. Want slaapgebrek, dat maakt je helemaal kapot. Zowel lichamelijk als geestelijk. En wat het nog een stukje erger maakt is dat het lijkt alsof niemand je kan helpen. Want kinderen, slapen en hoe je dat voor elkaar krijgt, daar verschillen de meningen nogal over.

Lees ook: 30 Tips om de dag door te komen op drie uur slaap.

Ouders van tegenwoordig willen teveel, wordt vaak gezegd. Het is normaal dat baby’s ’s nachts wakker zijn en daarnaast, dat is nou eenmaal het ouderschap: je eigen behoeften ondergeschikt maken aan die van je kind. En natuurlijk is dat grotendeels waar. Want zo’n baby reageert puur primair en niet om jou te pesten. Dus laten huilen mag niet, roepen heel veel mensen. En vervolgens vliegen dan de verhalen over babystress, rijzende cortisollevels en daaraan gerelateerde onderzoeken en hechtingsstoornissen je om de oren. Slaaptraining is onzin wordt ook vaak beweerd, je kunt een kind niet dwingen om te slapen. Het is gewoon een kwestie van uitzitten. Maar hoe lang houd je dat vol als ouder? Lang, kan ik inmiddels uit eigen ervaring zeggen, maar fijn is anders. En de vraag blijft toch ook: behalve niet fijn, hoe verantwoord is het eigenlijk, om als ouder structureel te weinig te slapen? Zowel voor jou, als voor het kind? Want chronisch slaapgebrek is niet alleen ongezond, het kan bijvoorbeeld ook zorgen voor psychische klachten zoals depressies en dat komt de verhouding tussen jou en je kind vaak niet bepaald ten goede. Dus ja, je kind gaat voor. Maar hoeveel van jezelf kun je wegcijferen zonder dat het te gek wordt?

Kindercoach Susanne Willekes schreef er een boek over, met de welluidende titel ‘Slaap!’. Zelf had ze ook een kind dat niet sliep. Zoon Viggo deed alleen maar hazenslaapjes en joeg daarmee zowel zichzelf als zijn moeder over de kling. “Ik dacht soms dat ik gek werd,” zegt Willekes. Het slaapgebrek leverde haar een postnatale depressie op. Daarom ging ze in Amerika een opleiding doen tot slaapcoach, zodat ze andere wanhopige en doodvermoeide ouders zoals zij in de toekomst kon helpen. In de VS leerde ze naar eigen zeggen een les die ze eerder had willen hebben: slapen kun je een kind wel degelijk leren. Op een liefdevolle, milde manier. Vanaf dat een kind zes maanden oud is kun je beginnen, zegt Willekes. Trek er zo’n twee weken voor uit, waarin je eerst nog aan het bedje gaat zitten, troost als het slapen niet lukt en je je gaandeweg steeds verder verwijdert. Op deze manier begeleidt je het kind in het proces van zelf in slaap leren vallen. Weg degelijk trainen dus, maar met zachte hand.

Ik ben geen wetenschapper en geen pedagoog, maar ik vind wat Willekes zegt wel plausibel klinken. En in retrospect wilde ik dat ik zo’n advies had gehad toen ik middenin de gebroken nachten zat. Want allemachtig, wat was het loodzwaar. En wat voelde ik me wanhopig en vooral ook: een slechte ouder. Omdat ik dacht dat het aan mij lag, dat ik blijkbaar iets verschrikkelijk fout deed. Wat, zegt ook Willekes, de angst is van veel ouders met slecht slapende kinderen. Want wel,- of niet doorslapen wordt toch vaak als graadmeter voor goed ouderschap genomen, terwijl dat faliekante onzin is. Maar liefst één op de vier kinderen onder de vijf jaar heeft slaapproblemen en je kunt je als ouder drie slagen in de rondte opvoeden, of je kind goed slaapt ligt niet aan jou als ouder, het ligt vooral aan het kind zelf en hoe dat in elkaar zit. Inmiddels weet ik ook dat uit eigen ervaring. Na twee notoire slaapweigeraars kreeg ik een derde kind dat de kunst van het slapen tot in de puntjes beheerste en toch had ik met haar niks anders gedaan dan dan met haar grote broer en zus. Ik heb dus gewoon twee keer pech gehad. Net als mijn oudste twee zelf trouwens, want voor een kleintje is al dat nachtbraken natuurlijk ook niet leuk. En baby’s mogen niet eens koffie.

Slaaptraining, het klinkt al gauw heel Spartaans en hard, maar ik denk inderdaad dat het dat helemaal niet hoeft te zijn. Dat er best een gulden middenweg is, die aan zowel de behoeften van de baby als die van de ouders tegemoet komt. Een beetje van de ouders en een beetje van de baby, zeg maar. Water bij de wijn (of koffie bij de melk, of ehm…wat wil ik nu eigenlijk zeggen? Ik zal wel moe zijn zeker…). Beide partijen hebben namelijk wel recht op een beetje coulance, want die eerste jaren, die zijn ook zonder slaapdelirium voor iedereen al zwaar genoeg.

Lees ook: Help! Mijn baby slaapt op zijn buik.