Joh, die régel je toch gewoon & 8 andere misvattingen over ‘de oppas’

20.05.2016 18:30
oppas, babysitten, misvattingen

Voordat ik kinderen kreeg hád ik me toch een hoop ideeën over het fenomeen oppas. Maar toen de baby’s eenmaal hun intrede deden moest ik er toch effe een paar bijstellen. Ter lering ende vermaeck: mijn misvattingen op een rij.

Lees ook: Spoedcursus: omgaan met de oppas

  1. Ik dacht dat een leuke, betrouwbare oppas best makkelijk te vinden zou zijn. Een nicht, een buurmeisje, de kleindochter van je baas desnoods, je trok er heus wel eentje ergens uit de klei. Iedereen die maar zat te zeuren over hoe moeilijk het is om een goede oppas te vinden, ik werd er stiekem (of eigenlijk niet stiekem) een beetje moe. Wat een luiaards! Met een avond bellen kwam je toch een heel eind? HAHA.
  2. Ook dacht ik dat je – eenmaal in bezit van die makkelijk te vinden oppas – voortaan prima gebeiteld zou zitten. Waarbij ik vergat dat zo’n oppas heus ook een eigen leven heeft. En niet de hele dag zit te wachten tot ze gebeld wordt om op jouw goddelijk gebroed te komen passen. Ik moet gedacht hebben dat de oppas een soort machine was, incluis speciale oproepknop, waar je gewoon even hard en snel op moest drukken als je haar nodig had?? En dan stond de oppas in kwestie hatseflats voor de deur?? (Geef toe, het is een gat in de markt.)
  3. Dat een oppas heel soms afzegt begreep ik natuurlijk ook wel. En dat je daarom een slimme oppaspoule of zogenaamd ‘vangnet’ moest aanleggen ook. Maar.. dat was toch gewoon een kwestie van een What’s app-groep aanmaken, mét die uit de klei getrokken oppasmeiden? Tjonge, wat was ik toch slim, hulde voor mij.
  4. Ik had ook geen idee van het belang van ‘het bekende gezicht’. Een oppas zag ik als een praktisch iets. Ik dacht: uiteindelijk maakt het niet uit wie er komt, áls er maar iemand komt. Dat kinderen niet iedere keer een ander iemand aan hun bed willen hebben staan, daar dacht ik niet bij na. En dat je zélf ook niet wilt dat er iedere keer iemand anders aan het bed van je kinderen staat, al helemaal niet.
  5. Dat die collega nooit gezellig kon blijven bij de spontane vrijdagmiddagborrel vond ik echt verbijsterend. Zoiets ging me nooit overkomen, moehahaha. Ik dacht: sjonge, dan doet je vriend toch gewoon het avondritueel? En waarom regel je eigenlijk niet gewoon even een oppas? Wat ik in de eerste plaats over het hoofd zag was dat je je kinderen misschien, heel gek, nog even wilt zien voor ze naar bed gaan. En/of dat je je misschien bezwaard voelt richting je wederhelft. Die is misschien wel net zo overwerkt is als jij, en je zadelt hem plots op met het hele avondritueel. Nou, en een oppas kun je dus niet twintig minuten van te voren bellen omdat jij opeens superlekker spontaan wil borrelen (zie ook punt 2). Zo van: hey hoi, kun jij even snel stoppen met whatever je aan het doen bent en kleine Henkie ophalen van het kinderdagverblijf, hem wat te eten geven en ‘m in bed stoppen? Ik sta hier namelijk even wijn te hakken met mijn baas.
  6. Een uitgaansfail is voor iedereen kut, laat daar geen misverstanden over bestaan. Maar voordat ik kinderen had hoefden we na een mislukte avond tenminste niet óók nog eens een keer vijftig euro extra af te tikken. Gevolg? Je gaat de reden waarom je een oppas regelt vijfenzestig keer tegen het licht houden. Je fileert de reden tot er niks meer van over is. Is het écht nodig? Wie komen er allemaal? Is de film waar we naartoe willen écht leuk? Oh, en wat nu als we morgen helemaal kapot zijn? Dat zou werkelijk levensgevaarlijk zijn, want Klaasje viert zijn verjaardag in een weergalmend speelparadijs. En trouwens, ik ben veel te dik om uit eten te gaan. Ik zou alleen maar salade bestellen en daar is dus echt niks gezelligs aan.
  7. Ohja, the day after een avondje uit. Dacht ik ook totaal niet over na. Terwijl: je kan dan misschien wel heel slim een oppas voor in de avonduurtjes fixen, maar de meeste oppassen blijven niet slapen. En dus begint de dag gewoon keihard om 07u. En zelf uitbrakken terwijl je wederhelft ‘de ochtend doet’ is echt geen sinecure. Persoonlijk moet ik dan echt twintig oordoppen in. Anders hoor je gewoon alles. Maar, ik woon ook in een gelijkvloers appartement.
  8. Kortom, het is allemaal nog hogere wiskunde met die oppas. Maar vrees niet, er is een manier om dit stukje ontzettend positief af te sluiten. Want áls je eenmaal je gouden oppas gevonden hebt, dan besef je tenminste héél HEEL goed wat je hebt. Je neemt haar (of hem) absoluut niet voor lief. Je kijkt wel uit zeg. En da’s toch maar mooi meegenomen. Of niet dan.

Lees ook: Voor het eerst uit zonder baby? Lees dit stappenplan en…go!