Moedertaboes, waarom bestaan ze nog?

03.07.2022 18:00

Je kinderen, die poepluiers, geprakte broccoli tegen de muur, het is niet bon ton daarover te klagen in Nederland. Nergens zoveel taboes als in het moederschap. Dat heeft Vala sinds ze schrijvende moeder is wel gemerkt. En ze vraagt zich af waarom dat is. 

Ik heb jarenlang geschreven voor Me-to-We. Dat zijn heel wat stukjes over moederschap, spuitluiers, tepelhoedjes en aanverwante zaken. Vooral aanverwante zaken eigenlijk, want op de één of andere manier lijk ik een abonnement te hebben op typen over taboes. Moedertaboes. Het schijnt namelijk dat die er zijn. Dat wist ik eigenlijk niet, maar sinds ik moeder ben blijkt er een shitload aan dingen te zijn die absoluut niet comme-il-faut zijn om over te praten als je eenmaal gebaard hebt. Heb je eenmaal de verlichte status van Mama (ja, met een hoofdletter dus) bereikt, dan dien je je te gedragen als Moeder Teresa en voortaan sereen glimlachend en een halve centimeter boven de grond zwevend door het leven te gaan. Ik vind een heleboel dingen lastig aan het moederschap, maar dat misschien nog wel het meest. Ik lijd namelijk structureel aan verbale diarree, maar aangezien ik Mama ben, is poepen natuurlijk not done. Ook als het figuurlijke ontlasting betreft.

ZIE OOK: Ik doe niet mee met het taboe. Met de moeder-oorlog

Beste mede-mama’s, na een aantal taboedoorbrekende stukjes, zou ik jullie eigenlijk eens willen vragen: waarom zijn ze er, die moedertaboes? Ik begrijp het namelijk niet zo goed. Er is zoveel waarover we blijkbaar niet mogen praten, of waarover we in ieder geval niet eerlijk mogen zijn. Het begint al met de zwangerschap. Want geniet je je niet helemaal drie slagen in de rondte, negen maanden lang, dan schieten de eerste wenkbrauwen al omhoog. Hoezo baal je ervan dat je iedere ochtend begint met een stevig rondje regurgitatie? Jij wilde toch een baby? Dan moet je ook kotsen zonder klagen. Bevallen is niet pijnlijk, als je maar lekker vrouwelijk orgastisch in je weeën duikt. En anderhalf jaar lang leven op twee luizige uren slaap per nacht is ook geen reden om in een klein delirium te verzinken, want hallo, hoe heerlijk is het in om in het holst van de nacht voor de zestiende keer te proberen je tiet in de schreeuwende mond van je baby te proppen? Die tijd komt tenslotte nooit meer terug. Genieten zul je, kreng. Je bent tenslotte Mama.

Hoe zijn ze eigenlijk ontstaan, de moedertaboes? Wie heeft ze bedacht? En vooral, waarom? Al eerder schreef ik dat ik weiger eraan mee te doen en ik denk dat dat me aardig lukt, maar in de psychologie van het fenomeen ben ik wel geïnteresseerd. Is het misschien vrouw-eigen, om altijd haar zusters af te kraken, om een goed gevoel over zichzelf te krijgen? Is het dan zo slecht gesteld met onze collectieve zelfverzekerdheid? En als dat zo is, waar ligt daarvan dan de oorsprong? Want mannen, die doen volgens mij veel minder moeilijk. Vinden elkaar al een held als ze succesvol een luier om weten te krijgen en slaan elkaar tijdens papadag in de speeltuin broederlijk op de schouder tijdens het uitdelen van de Nijntje-koekjes. Noemen hun kroost onderling soms ‘kutkind’, komen er ruiterlijk voor uit dat ze geen zin hebben om paashazen te plakken op de peuterspeelzaal en krijgen dan van hun collegavaders een high five en nog een biertje. En gelijk hebben ze. Heel vaak betrap je me er niet op, maar in deze kan ik er toch echt niet omheen: die mannen, die hebben het zo gek nog niet bekeken.

Want ik vind dat we hard voor elkaar zijn, als moeders. En wat is dat eigenlijk jammer. Ik weet namelijk zeker dat heel veel mama’s hetzelfde doormaken. Dat we ons allemaal vaak moe, geïrriteerd, uitgewrongen en gedesillusioneerd voelen. Niet altijd natuurlijk. Maar soms. En ik snap niet wat daar mis mee is. Waarom moet alles altijd leuk zijn? Wat is er mis met een beetje realisme, gewoon een beetje ouderwetsche eerlijkheid? Gaan we dan echt zo hard de Amerikaanse maatschappij achterna? Ik heb vier jaar in Californië gewoond en me daar al die tijd dood geërgerd aan het feit dat alles altijd ‘great’ is. En ‘wonderful’. Dat de moeders daar hun kroost aanduiden als ‘DS’ en ‘DD’ (Dear Son en Dear Daughter). Het glazuur spat werkelijk van je tanden. Het is maar goed dat ik daar niet voor Amerikaans magazine blogde, want ik denk dat ik direct de grens overgezet was als Homeland Security achter de geuzennaam van mijn kinderen was gekomen.

Laatst hoorde ik een verhaal over een moeder, die stiekem een alcoholverslaving bleek te hebben. Naar de buitenwereld hield ze alle schijn op. Was ze altijd goed gekapt, goed gekleed en hoog gehakt. Vrolijk en optimistisch. Maar van binnen huilde ze. Omdat ze nooit met iemand kon praten over hoe zwaar ze het soms vond. En hoe moe ze was. En dat ze soms het liefst een hele week in trainingsboek op de bank hing en het eventjes niet zo geweldig leuk vond om moeder te zijn. Maar dat wilde niemand horen en dus greep ze naar de fles.
Ik word daar heel verdrietig van. Want dat is toch helemaal niet nodig, zo wanhopig en alleen zijn? Alleen maar omdat je het niet altijd rozengeur en maneschijn vindt. Door te zeggen wat ik voel en vind, door eerlijk te zijn over het leven en de realiteit daarvan, zorg ik dat de moeilijkheden makkelijker worden. En minder groot en minder eng. Want in je eigen hoofd lijken dingen meestal lastiger dan als je ze eruit laat. En bovendien blijkt dan opeens dat er altijd wel een schouder is om op te huilen. Of om even van je af te praten en daarna ook een beetje om jezelf te lachen. Om herkenning en erkenning op te vinden, omdat niemand ooit de enige is die bepaalde dingen heeft gevoeld. Want ja, we zijn inderdaad Mama’s, met een grote M. Maar ook mama’s zijn stiekem gewoon mensen.

ZIE OOK: Waarom we altijd zo ‘negatief’ zijn? (Nou, voor jullie dus!)