Na 3 maanden slapen ze door, toch? Dus niet!

13.11.2017 00:10

Vala’s oudste twee kinderen waren notoire slaapweigeraars. Destijds hingen haar wallen op haar knieën en was ze regelmatig de wanhoop en een delirium nabij. Een terugblik uit het leven van een chronisch vermoeide moeder:

Och, ik houd zo van slapen. En de papa van mijn kinderen…die houdt daar nog veel meer van. Die hoef je niet eens aan te spreken voor 10 uur ‘s ochtends, want of hij hoort je gewoon niet, of je hebt de rest van de dag ruzie met hem. Het is ons dan ook niet helemaal duidelijk hoe we het voor elkaar hebben gekregen nageslacht te produceren dat van mening is dat slapen voor mietjes is. Ik ben natuurlijk ontzettend trots dat mijn kroost mijn mooie blauwe ogen geërfd heeft. Maar eigenlijk had ik liever mijn slaapgenen doorgegeven.

Lees ook: Hoera! mijn baby heeft doorgeslapen, nu ik nog

18 Maanden duurde het, voordat mijn zoon zich realiseerde dat ‘s nachts aan de rol gaan in zijn ledikant niet helemaal de bedoeling was. Het besef dat het om 05.00 uur ‘s morgens echt nog geen ochtend was, liet nog ettelijke maanden langer op zich wachten, dus tegen de tijd dat zijn zusje zich aandiende, sleepten mijn echtgenoot en ik onze wallen tot ver over onze knieën met ons mee. Maar, dachten we, er zijn maar weinig kinderen die zó lang, zó slecht slapen, dus erger kan het nooit worden. Die tweede, dat wordt peanuts. Weer even drie maanden door bikkelen met nachtvoedingen en deze slaapt als een roosje. Ja. Niet dus.

Onze dochter is inmiddels 2.5 jaar. En we wilden dat we meer hadden genoten van de schamele uurtjes slaap die ons gegund waren toen haar grote broer nog een baby was. Onze wallen hangen nu namelijk op onze enkels. Het schijnt zo te zijn dat de gemiddelde peuter 12 uur slaap per nacht nodig heeft. Onze dochter redt dat misschien per week. Ik vermoed dat ze bovennatuurlijke krachten heeft, of op z’n minst een soort genie is, want anders snap ik niet dat ze nog overeind staat. Ik kan inmiddels niet meer functioneren als ik niet dagelijks minstens een liter koffie achterover sla, om over papa maar helemaal niet te spreken. Die vind ik af en toe met zijn hoofd in zijn handen, wiegend in de foetushouding ‘s ochtends op de kinderkamer, terwijl onze dochter hem om zijn oren slaat met haar knuffels: “Nee papa, ik ga niet slaaapeeeh!”. Als ik zelf ‘nachtdienst’ heb, lig ik de hele nacht met bloeddoorlopen ogen en mijn arm in een pijnlijke bocht door de spijltjes van het ledikant naar het gewauwel van mijn peuter te luisteren, die de nachtelijke uurtjes een uitstekend moment vindt om allerlei verhandelingen te houden over het wel en wee van Nijntje en consorten.

Na weer weken van doorwaakte nachten en hysterische huilbuien (van ons, de ouders, dus), besloten we tot een wanhoopsdaad. Het peuterbed. Als je alle wekkers, lampjes, muziekjes en stickerkaarten al uit de kast hebt getrokken en je krijgt op je 33ste nog steeds maar drie uur slaap per nacht, ga je rare dingen doen. Het is tenslotte niet voor niets dat ze slaapgebrek inzetten als martelmethode in oorlogssituaties. Werkelijk, aan mij heb je niks als de vijand aan de poorten klopt, na drie dagen slaaponthouding breek ik als een twijgje in een zomerbries. En dus kreeg onze dochter een nieuw bed, compleet met schattig roze hartjesdekbed, bespoten we het met Chanel nr. 5 en dansten er een hele middag enthousiast rondjes omheen, in een poging haar te overtuigen van de zaligheid van slaap. We noemden het een ‘grote meiden bed’, lieten haar grote broer het bed middels een toespraakje officieel inzegenen en leverden er als klap op de vuurpijl ook nog een nieuwe roze pyjama mét ballerina bij. Terrorist nr. 2 was verguld. Juichend ging ze die avond naar bed. Kat in het bakkie, dachten wij en kropen zelf ook na Sesamstraat verlekkerd onder de dekens. Ja. Niet dus.

Het probleem van zo’n peuterbed is namelijk dat het kind in kwestie er gewoon uit kan. Onze zoon deed dat niet (dat is dan weer het voordeel van een kind met autisme, want regels zijn tenslotte regels), dus daar hadden we niet bij stil gestaan. Ontsnappen uit een ledikant vereist nog enige acrobatische finesse, vooral in het holst van de nacht. Maar nu mijn dochter gewoon moeiteloos uit bed kan stappen, kan ik net zo goed meteen een afspraak maken voor een rondje Botox, want die wallen krijg ik gewoon nooit meer uit mijn gezicht geslapen. Ook niet als ze ooit nog wél langer dan twee uur in bed blijft liggen. We hebben de tralies nu dus maar een paar meter verplaatst en een traphekje in de deuropening van haar kamer gemonteerd. Het is wel zo dat het geluid van Nijntjes kraaloogjes een stuk doordringender klinkt tegen een paar metalen spijlen, dan tegen het berkenfineer van een houten Ikea ledikant. Ik wilde dat ik me dat van tevoren gerealiseerd had.

Het is natuurlijk slechts een kwestie van tijd voor ze ook deze laatste barrière weet te trotseren en gewoon ‘s nachts naar beneden gaat om te gaan zitten Facebooken met een zak chips. Ik zou bijna willen dat het al zover was, want de geluidjes van Candy Crush zijn toch wat minder doordringend dan de woedende protesten die nu ‘s nachts over de overloop galmen en het gekletter van de spenenregen tegen de koude parketvloer.

We hebben een klein fortuin uitgegeven aan trainingswekkers, ruisende mobiles met rustgevende oceaangeluiden en lichtgevende, zingende schildpadden die schijnbaar alle slecht slapende kinderen op de hele wereld succesvol naar dromenland weten te begeleiden. Ik ben inmiddels failliet en mijn dochter is nog steeds wakker. Ik geef het dus maar gewoon op, blijkbaar heeft mijn kind geen slaap nodig. Misschien als ik het nog een tijdje volhoud, dat ik er dan zelf ook overheen groei, die behoefte aan nachtrust. Of ik zet haar voortaan gewoon voor de televisie in mijn bed en dan ga ik wel in het peuterbed slapen. Anders is het ook zo zonde van dat hartjesdekbed.

 Lees ook: 32 dingen waar alle moeders van een pasgeborene las van hebben.