Rot op met die Ritalin, ADHD is geen ziekte (of toch wel?)

01.12.2017 17:30

Over kinderen met ADHD is al sinds jaar en dag veel discussie. Want: bestaat ADHD eigenlijk wel? Is het, zoals hersenwetenschappers onlangs beweerden aangetoond te hebben, een echte aandoening van de hersenen, of is het, zoals ook door menigeen wordt beweerd, gewoon gedrag en misschien zelfs helemaal niet zo’n probleem? Vala, moeder van een zoon die officieel gediagnosticeerd is met autisme en ADHD, raakt er danig van in de war.

Onlangs verscheen er in de Volkskrant een interview met psycholoog Laura Batstra, die al heel lang betwist dat ADHD een hersenziekte is. Bovendien is ze van mening dat ADHD misschien wel helemaal niet bestreden hoeft te worden. Zeker niet d.m.v. medicatie zoals Ritalin. Want, zegt Batstra in de Volkskrant, “Hyperactief gedrag is lastig, maar ook knetternormaal.” Kinderen worden veel te snel als probleemgevallen bestempeld omdat ze druk zijn. Het feit dat hen verteld wordt dat ze lijden aan een hersenziekte, vindt Batstra bijzonder kwalijk. Ze nam ontslag bij de psychiatrische instelling waar ze werkte, omdat ze niet langer in haar ogen volslagen normaal kindergedrag als probleem wilde behandelen. “Ik was bezig samen met ouders naar manieren te zoeken waarop ze op zondagochtend weer rustig de krant zouden kunnen lezen, ” vertelt ze aan de Volkskrant. “Maar is dat niet gewoon een illusie met kleine kinderen? Ik las zelf al jaren de krant niet in het weekend.” Is er iets mis met kinderen die op zondagochtend niet twee uur rustig in een hoekje gaan zitten spelen? Of accepteren we kinderen niet meer voor wat ze zijn? Het is een goede, en zeker ook niet onterechte, vraag. Een vraag die mij, als moeder van zo’n problematische stuiterbal, regelmatig bezighoudt.

Lees ook: Vijf keer per week trainen? Doe even normaal!

Vorig jaar werd mijn zoon, naast zijn autisme, ook nog eens gediagnosticeerd met ADHD. Dit n.a.v. een dringend verzoek van school hem daarop te laten testen, omdat hij naar hun zeggen ‘veel te druk’ was. Hij moest dus aan de medicijnen, aldus de leerkrachten, anders zou hij niet verder kunnen op school, want zijn drukke gedrag was niet normaal. En dus ging hij, weliswaar met grote twijfels van onze kant, aan de Ritalin. Maar we hadden het gevoel dat we geen keus hadden. Want niet naar school, dat was geen optie. Hij werd rustiger van, inderdaad. Of was een beter woord misschien, neerslachtig? Ik weet het niet precies, maar wat ik wel weet, is dat ik mijn jongetje heel langzaam, iedere dag een stukje meer, zag verdwijnen. Van zijn vrolijkheid was na een tijdje weinig meer over. Alsof er een grijze sluier over zijn gezicht heen lag. Nee, mijn kind was niet meer druk. Maar hij was ook eigenlijk mijn kind niet meer. Mijn kind dat, inderdaad, misschien wat hyperactief was aangelegd, maar daar verder zelf weinig last van had. Wiens schoolresultaten niet leden onder zijn gestuiter en waar eigenlijk gewoon heel prima mee om te gaan was, als je wist hoe je adequaat op de rem moest trappen. Dus rees bij ons toch onvermijdelijk de vraag: heeft ons kind daadwerkelijk een probleem, of vindt zijn omgeving dat voornamelijk? En vooral: zijn er niet ook andere, betere, manieren dan medicatie om dat probleem het hoofd te bieden?

Inmiddels is onze zoon van de Ritalin af. We konden niet meer aanzien hoe de pillen hem geweld aan deden. Ik heb mijn zoon weer terug, maar daarmee dus ook mijn ‘probleemkind’. Want zijn drukke gedrag wordt in de wereld waarin hij opgroeit niet geaccepteerd. En ik kan maar niet bepalen of dat nou terecht is, of niet. Hebben wij met z’n allen een maatschappij gecreëerd waarin kinderen eigenlijk geen kinderen meer mogen zijn? Waarin we vergeten zijn wat kind-zijn is? Ligt het probleem misschien voornamelijk bij ons, en niet bij hen? Steeds vaker neig ik ernaar om dat toch wel enigszins te denken. Niet dat ik wil beweren dat mijn zoon een ‘normaal’ kind is, want dat is hij gewoon niet. Hij hééft een stoornis, twee dus maar liefst, en ja, ik ben ervan overtuigd dat ADHD bestaat. Dat het iets is. Ik zie dat iedere dag bij hem, simpelweg omdat hij totaal anders doet en reageert dan de meeste andere kinderen. En dat maakt hem vaak moeilijk te hanteren en ja, hij is zeker druk, ongeconcentreerd en soms bijna onmogelijk te sturen. Maar is die ADHD een ziekte, die moet worden behandeld? Kán worden behandeld? Of, is het, kort door de bocht gezegd, vooral gewoon wie hij is? Volgens Laura Batsma moeten we niet proberen het kind te veranderen, maar onszelf. Moeten we leren omgaan met ADHD-gedrag, ipv het te willen elimineren. Want, if it ain’t broke, why fix it?

Hersenwetenschappers zeggen middels scans te hebben aangetoond dat er verschillen zijn in de hersenen van mensen zonder en met mensen ADHD. En dat dat dus aantoont dat ADHD een medisch probleem is dat misschien niet te genezen, maar in ieder geval wel behandeld kan worden. Moet worden misschien zelfs. Een theorie die Batsma hevig bestrijdt. Die verschillen zijn marginaal, zegt ze. Daarnaast zijn het slechts gemiddelden en wat zegt dat? Mannen zijn gemiddeld ook langer dan vrouwen, maar dat zegt niks over het individu. Ze is niet per definitie tegen medicatie, want ze onderschrijft zeker dat er gevallen zijn waarbij iemand daar heel erg bij gebaat is. Echter, is Batsma wel tegen de manier waarop deze tegenwoordig wordt ingezet: bij het minste of geringste ‘afwijkende’ gedrag en zonder eerst naar alternatieven te hebben gekeken. Als ervaringsdeskundige kan ik dat inmiddels wel onderschrijven. In ons geval ging het in ieder geval wel zo. En ik ken ondertussen meer verhalen van ouders met een kind zoals het onze. Die zomaar opeens een probleemkind hadden. Terwijl ze dat zelf eigenlijk niet echt zo ervoeren. Zich voor het blok gezet voelden en geen andere uitweg zagen. Want wat moet je, als er wordt gezegd dat je kind anders vast zal lopen op school, of misschien zelfs niet meer welkom is? Als je geen begeleiding krijgt, maar alleen maar een recept? Want ook al heeft de maatschappij het bij het verkeerde eind, ga je je kind daar dan willens en wetens buiten plaatsen?

Ik ben geen arts, ik ben geen psycholoog, ik ben geen wetenschapper, dus ik kan niet zeggen of ADHD een afwijking, een ziekte, is. Ik zou willen dat ik dat wel kon, want dan wist ik tenminste ook wat wijsheid was voor mijn zoon. Het voelt nu alsof ik hem niet helpen kan, terwijl ik vrees dat hij het in deze maatschappij niet redt zonder hulp. En ik doe al alles wat in mijn eigen macht ligt, maar blijkbaar is dat toch niet genoeg. Althans, niet om te kunnen meedraaien in de wereld waarin wij tegenwoordig leven. Ik ben niet tegen medicatie, ik zou het mijn zoon zo weer geven als ik zag dat het hem hielp. Als het zijn ‘probleem’ oploste. Want uiteindelijk is dat het enige dat telt: dat hij zich staande kan houden in de storm die het leven sowieso al is. Zichzelf overeind kan houden en niet omvalt. Dat hij gelukkig is. Ik denk dat mijn zoon nu gelukkig is met zichzelf. En ik ben gelukkig met hem. Maar de wereld om ons heen is niet gelukkig. Misschien hebben ze gelijk, misschien ook niet. Misschien ben ik blind voor mijn zoons probleem, misschien heeft hij eigenlijk geen probleem. Wie het weet, die mag het zeggen. To medicate, or not to medicate, that is the question. En ik zit zo vreselijk verlegen om het antwoord.   

Lees ook: Als je kind psychische hulp nodig heeft, maar je kunt nergens terecht.