“Sjoet wie teek dem toe de fjoenural?” (Man, wat een slecht idee!)

04.12.2015 04:55
Siblings.

Maartje Krabbe (38) is moeder van twee kinderen en jurist. Het opvoeden van kinderen brengt soms onverwachte dilemma’s met zich mee. Wat doe je bijvoorbeeld, als er plotseling iemand overlijdt?

We zijn aan het knutselen als mijn vriend grootogig in de woonkamer verschijnt. “Tante Netty is dood”, zegt hij. “Ja”, zegt Dochter van drie jaar oud, “En wij zijn aan het knippen!” De oudste is oprecht verdrietig: “Hoe kan dat nou? We hebben haar vorige week nog gezien.” “Sjoet wie teek dem toe de fjoenural?”, vraag ik.

Lees ook: Brief aan mijn moeder: “Lieve mamsie, nu snap ik je pas echt!”

We vinden het lastig, kinderen en begrafenissen. Aan de ene kant willen we niet ingewikkeld doen over de dood. Het hoort er nu eenmaal bij. Aan de andere kant moeten kinderen ook geen trauma’s krijgen. Het is nogal wat: een dooie, een kist, droefgeestige muziek en lange toespraken. Ook zitten we met praktische dingetjes, zoals: hoe blijven ze een uur lang rustig? En is het niet ongepast om iPhones, tassen speelgoed, doosjes rozijnen, dvd-spelers etc. mee naar de kerk te nemen?

Uiteindelijk gaan we met de hele familie. Inclusief schoonzus en haar drie kinderen (twee kleuters en een baby). Schoonzus en ik hebben exact hetzelfde idee. We gaan met de kinderen achterin de kerk zitten, aisle seat, zodat we bij calamiteiten snel weg zijn. Een waanzinnig slecht idee, blijkt. De dienst is nog geen 2 minuten begonnen en crèche gaat los. Veel te gezellig, die neefjes en nichtjes bij elkaar. Als een kleuter van schoonzus begint te brullen, glipt ze snel met hem naar buiten. De babywagen vergeet ze in het gangpad.

Baby heeft niets door, maar begint wel spontaan te poepen. Luchten van wierrook en stront vermengen zich. Ik krijg het steeds benauwder. Als de poep is afgekoeld, begint het brullen. Schoonzus is nergens te bekennen. Dus geef ik de babywagen een duw richting doodgraver bij de deur en gebaar: “Kan jij dit oplossen alsjeblieft?” De beste man begrijpt het en duwt geroutineerd de wagen naar buiten. Dochter kijkt me verontwaardigd aan. “Jij hebt baby aan meneer gegeven”, zegt ze. “Ja”, sis ik, “en als je niet stil bent ga jij ook naar meneer.”

Het lijkt haar niet te deren. Zij vindt meneer razend interessant en zet acuut een tandje bij. En zo komt het dat schoonzus en ik een kwartier na aanvang met de afvalligen in de hal van de kerk zitten. Gelukkig hebben we speelgoed en een iphone. Dochter komt rozijntjes halen. “Gaan we zo langs bij tante Netty huisje?”, vraagt ze, “Als ze weer repareert is?”

Lees ook: Helicopterouders, ga eens landen! De kindertijd is overrated.