Waarom je dromen najagen met kleine kinderen echt wel mogelijk is

09.09.2016 18:30
dromen

Doen waar je diep in je hart van droomt, kan dat? Met kleine kinderen, in de tropenjaren? Franke denkt van wel. En waagt de sprong in het diepe.

Pasgeleden zat ik met een dierbare vriend op het strand. Ik zat te mijmeren over de toekomst, en lepelde het ene na het andere toekomstperspectief op. Leuke eigen bedrijfjes die mijn man en ik wilden beginnen, van webshops tot het organiseren van feesten. De dierbare vriend keek me aan en zei, nogal streng: ‘Maar wat wíl je nou eigenlijk écht? En waarom ben je dat niet aan het doen?’ Hij ging nog even door. ‘Je bent gewoon aan het draaikonten. Je wilt al jaren meer schrijven. Ga dat gewoon doen. Waar wacht je nou op?’

Tja. Kreeg ik daar even een schop onder mijn kont. Hij had hartstikke gelijk. Ik was al een paar maanden niets aan het doen en dat beviel me meer dan uitstekend. Nadat ik de stekker uit mijn veeleisende baan had getrokken, omdat ik meer tijd met mijn kinderen wilde doorbrengen, was ik een stuk gelukkiger geworden. Ik hoefde niet meer vier lange dagen per week te werken, met stress in de file te staan, met gierende banden bij de BSO en crèche aan te komen om een doodvermoeide Puk (4) en Olle (2) op te halen. Het was afgelopen met het spitsuur van koken, bad en bed. Klaar met de adrenaline in mijn lijf, de duizeligheid, de ratrace. Ik miste mijn kinderen te veel en de stress die de baan me opleverde, was het me niet waard meer. Maar nu waren we weer maanden verder en het begint weer te kriebelen. Heb ik weer zin in een nieuw avontuur.

Maar om écht te doen wat ik het allerliefste wil doen, daar ben ik best een beetje bang voor. Na tien jaar stukjes van anderen nagekeken te hebben, teamleden te hebben aangestuurd, me bezig gehouden te hebben met concepten en strategieën, wilde ik maar één ding echt: terug naar de basis. Weer creatiever zijn. Schrijven, veel meer schrijven dan ik tot nu toe heb gedaan. Maar ja, smoesjes om daar niet aan te beginnen, had ik genoeg. Zou ik wel aan klussen komen? Zou ik, verlegen als ik ben, mensen durven te benaderen, mezelf te verkopen als schrijver? Zou er überhaupt wel werk voor me zijn, in onzekere tijdens als deze, in zo’n onzeker vakgebied als de journalistiek? Zou ik niet veel minder gaan verdienen? Was het wel veilig genoeg voor de kinderen? En tot slot was daar mijn  grootste angst die ik onder ogen moest komen: wat als ik nou gewoon geen talent blijk te hebben? Dat mensen mijn schrijfsels maar heel stom vinden? Ai. Kwam daar even een lading onzekerheid naar boven drijven.

Maar me laten leiden door angst of onzekerheid, dat vind ik vreselijk zonde. Je leeft immers maar één keer. Dus heb ik goed gekeken of die angsten nou eigenlijk wel gegrond waren. Heb ik dagenlang zitten rekenen: wat is nou eigenlijk het ergste wat me kan overkomen, financieel gezien? En stel dat ik nou wél geld ga verdienen, misschien wel meer dan ik kon vermoeden? Stel dat er, nou ja, het zomaar kunnen, mensen zijn die mijn stukjes kunnen waarderen? Waren al die smoesjes van me wel gegrond? Een reden om dingen uit te stellen? Moest ik dat wel willen, er dan maar niet aan beginnen? Ik wil mijn kinderen juist meegeven dat ze ervoor moeten gaan in het leven, dingen vooral niet moeten laten uit angst. Dat ze de dag moeten plukken en niet voor de veilige weg moeten kiezen omdat hun angst verlammend werkt. Want de veilige weg kan ook heel risicovol zijn, weet ik inmiddels na talloze vaste banen en dito reorganisaties en ontslagrondes.

Dus heb ik het roer omgegooid. Of nou ja, omgegooid. Dat had ik natuurlijk al een beetje. Maar nu nog een beetje meer. Niet alleen omwille van mezelf, maar juist ook omwille van mijn kinderen. Om het voorbeeld voor hen te zijn dat je ongeacht je leeftijd of je situatie je hart kunt volgen. Toegegeven, ik vond en vind dat nog steeds eng, hoor. Maar misschien hoort een beetje angst er wel bij. Ik heb die angst inmiddels geaccepteerd. Want ik weet: als ik het nu niet doe, misschien doe ik het dan nooit meer. Rol ik toch op de een of andere manier weer in een baan die niet mijn passie is. Zie ik mijn kinderen weer minder. En ga ik weer de ratrace in waar ik nou juist zo stoer uitgestapt was. Dat nooit weer.

En dus zat ik onlangs bij de Kamer van Koophandel om mijn schrijfbedrijfje te laten registeren. Samen met mijn man en kinderen, die de tent aan het afbreken waren. Jongens, ik kan je vertellen: ik ben zelden zo trots op mezelf geweest. Het gekke is: nu ik de eerste stap heb gezet, is die verlammende angst langzaamaan van me af aan het glijden. Krijg ik opeens klussen aangeboden aan alle kanten, alsof het universum me op een of andere magische manier wil belonen voor de stap die ik heb gezet. Heb ik zomaar het idee dat het me nog gaat lukken ook. Niet alleen omdat de omstandigheden eigenlijk nu misschien gek genoeg juist perfect zijn. Maar ook omdat ik wel móét. Dat ben ik mijn kinderen verplicht.

Dus lieve dames: mocht je ergens van dromen, van je eigen webshop of een nieuwe cursus, een andere baan of een wereldreis: zet je angsten opzij en ga ervoor. Het is net als het krijgen van kinderen; eigenlijk ben je er nooit klaar voor, en toch weer wel. Dus zet die nieuwe stap waarvan je droomt. Doe het! Voor jezelf, maar ook voor je (kleine) kinderen.

Ze zullen je er later dankbaar voor zijn.

Lees ook: De belangrijkste vraag van het ouderschap beantwoord