Vaders, ga er wat vaker uit ’s nachts (en red je relatie)

24.02.2020 18:30

Vrouwen zorgen, werken én runnen het huishouden en dat allemaal op een minimale hoeveelheid slaap. Janneke ziet het overal om zich heen gebeuren. Want tja, de man, die heeft z’n nachtrust nodig. Vaders, de oplossing ligt in jullie handen!

Ik vertelde laatst al eens hoe slaapgebrek van mij in het eerste jaar moederschap een levende zombie maakte. En inmiddels weet ik waarom. Een korte periode van slapeloosheid tast je prestatievermogen evenveel aan als het drinken van te veel alcohol, zo las ik in dit boek. Kun je nagaan wat het effect is van maandenlang weinig slapen – of een jaar. Er is eens een onderzoek gedaan onder bijna 1000 Texaanse vrouwen van wie een deel zes uur of minder had geslapen en een ander deel zeven uur of meer. Hun gevoel van welbevinden verschilde extreem met elkaar: het was groter dan de kloof tussen de mensen met een jaarsalaris van 30.000 dollar en mensen die meer dan 90.000 dollar verdienen. Oftewel: een uurtje slaap is een opslag van 60.000 dollar waard.

Lees ook: 25 Tekenen dat je tegen een slaapdelirium aan zit.

En wie slapen er het minst als de baby geboren is? Ik wil niet generaliseren, maar ik denk toch dat dat de vrouwen zijn. In de eerste plaats: onze slaapdeprivatie begint meestal al tijdens de zwangerschap, als allerhande kwalen, een in de weg liggende buik en een boksende baby de nachtrust verstoren. Daarna volgt bij veel vrouwen de borstvoedingsperiode, waarin wij wederom ’s nachts aan de beurt zijn. Afhankelijk van hoe lang die periode duurt, zou je kunnen zeggen dat op een gegeven moment de man ’s nachts weer vaker in beeld komt. Maar in praktijk? Ik weet niet hoe het bij jullie zit, maar volgens mij maken vrouwen een hormoon aan dat ervoor zorgt dat zij als eerste wakker worden als er een baby huilt. En dan is er ook nog eens de werkverdeling: vrouwen gaan vaker dan mannen minder dagen werken als er een kind komt, en wie zorgt er ’s nachts dan logischerwijze voor de baby? Juist, degene die het minste werkt. Of liever gezegd: het minste betááld werkt, want reken maar dat voor een baby zorgen hard werken kan zijn. Of voor twee baby’s, zoals bij ons het geval was.

En zo zie ik het ook om me heen gebeuren, bij familie en vrienden: de man werkt en slaapt redelijk, de vrouw zorgt, werkt en slaapt niet of nauwelijks (en ja, ik weet heus dat er uitzonderingen zijn op deze regel). Onderzoek bevestigt dit trouwens: bij paren die uit tweeverdieners bestaan, gaan vrouwen er drie keer zo vaak uit ’s nachts, moeders die niet buitenshuis werken, staan ’s nachts zes keer zo vaak op. Nu wil ik niet de uitdagingen van het fulltime werken bagatelliseren, want vijf dagen werken en thuiskomen in een huis vol huilend(e) kind(eren) lijkt me niet meevallen. Maar parttime werken én voor de kinderen zorgen én dan ook nog eens alle klusjes voor je rekening nemen die bij dat huishouden horen (ik noem bijvoorbeeld: de poes naar de dierenarts brengen, de loodgieter ontvangen, boodschappen doen, het consultatiebureau bezoeken, de vakantiekoffers inpakken) is dat óók niet. De ‘triple shift’ heet dat ook wel, en de meeste vrouwen zijn daar tegenwoordig mee belast: wat in praktijk neerkomt op (ik citeer nu weer even uit dat boek:) een poging om op een bowlingbal te gaan staan. En dan heb ik het nog niet eens over de grotere werkdruk die ontstaat doordat je minder bent gaan werken en toch eigenlijk hetzelfde werk gedaan moet zien te krijgen in dat minder aantal uren. Ik haal nog even een onderzoekje erbij: moeders van kinderen onder de zes jaar oud werken per week vijf uur méér dan vaders van kinderen onder de zes – onbetaald werk meegerekend.

Ik wil heus niet terug naar tig jaar geleden, toen vrouwen ‘slechts’ met een double shift belast waren. Ik ben dol op mijn werk. Op mijn kinderen. En zelfs een beetje op het huishouden. Maar ik kan een en ander alleen met redelijk resultaat volbrengen als ik een uur of zes aaneengesloten geslapen heb. Ik kwam in dat eerste jaar moederschap alleen aan wat losse flarden slaap hier en daar. Gevolg: ik was niet echt te genieten en daarbij was ik non-stop ziek, zwak, misselijk en verkouden, zoals ik hier al eerder bekende. Op een dag kon mijn vriend het niet langer aanzien (hij stuurde me steeds naar de dokter, maar die stuurde me dan weer terug met de boodschap: je moet meer slapen), en eerlijk gezegd begon onze relatie ook te wankelen onder mijn zombiestaat. En toen sprak mijn vriend de onvergetelijke woorden: ‘Ik doe vanaf nu af aan alle nachtdiensten, net zo lang als jij dat nodig hebt’. Vanaf dat moment schakelde ik mijn waakhormoon vakkundig uit met oordopjes en was het zijn beurt om met een half oor open te slapen. Voordeel van deze constructie: hij viel veel sneller weer in slaap dan ik na een nachtelijke onderbreking. Ook bleek hij eigenlijk veel beter tegen weinig slaap te kunnen dan ik. Misschien ook omdat hij nog wat reserves in zijn achterzak had, en de kinderen lang niet meer zo hard nachtbraakten als in dat eerste jaar.

Achteraf hadden we veel eerder van beurt moeten wisselen, maar laten we het er maar op houden dat ik met mijn navelstreng nog te veel vastzat aan de kinderen, en dat we toen nog dachten (hahaha) dat ik beter tegen slaapgebrek kon. Hoe dan ook: de resultaten van de nieuwe constructie waren verbluffend. Hoewel het lang heeft geduurd voor er überhaupt resultaten waren. Ik had wéken ononderbroken nachten slaap nodig voor ik weer normaal begon te functioneren. En met normaal bedoel ik dan: dat je ’s morgens echt zin hebt in de dag, dat je niet constant vergeet waarmee je ook alweer bezig was, dat je weer eens iets gezelligs aantrekt en af en toe plannen maakt om wat leuks te doen zonder dat je bang bent dat je daar te moe voor bent – om maar wat dingen te noemen. Met onze relatie ging het vanaf dat moment rap bergopwaarts. Ik had ineens weer zin om lekker te koken, lieve briefjes te schrijven en mijn vriend in het weekend uit te laten slapen en dan ’s morgens eieren met spek voor hem te bakken. Om alle geisercontroleurs, wasmachinereparateur en automonteurs voor mijn rekening te nemen op mijn werkdagen. Om mijn vriend vrolijk uit te zwaaien naar de sportschool en de kroeg, zonder te zuchten en te steunen dat ik dan alwéér alleen thuis was met de kinderen.

En zo belandden we na een krappe anderhalf jaar alsnog in een positieve spiraal. Ergens heeft het ook een zekere logica, deze nieuwe verdeling: ik verzorg overdag merendeels de kinderen, hij doet het merendeels ’s nachts. Het is zo logisch dat ik niet begrijp dat we er niet eerder op zijn gekomen. En daarom hebben we deze verdeling nu nog steeds. Inmiddels vindt mijn vriend het zelfs léúk dat hij een wezenlijke extra bijdrage doet aan de verzorging van de kinderen. Of zoals hij het zelf laatst omschreef, tegenover onze relatietherapeut (want daar waren wij door al deze toestanden dus beland): ‘Ik besefte ineens dat dit een heel bijzondere tijd is en dat ik daar zo veel mogelijk bij betrokken wil zijn’. Ach, wat lief! Ik werd terstond weer halsoverkop verliefd op hem.

En daarom, mannen, doe ik bij deze een suggestie: ga er eens wat vaker uit ’s nachts en laat je vrouw doorslapen. Bij voorkeur – als je het op kunt brengen – een flink aantal nachten achter elkaar, zolang als ze het nodig heeft. En nee, ik heb het niet tegen de mannen die al volle nachtdiensten draaien, ik heb het tegen de mannen die ’s nachts zeggen: maar ik moet morgen werken, en zich dan weer omdraaien. De mannen die op zolder slapen, of in de studeerkamer. Ik heb het tegen de mannen die hun vrouwen gebukt zien gaan onder een ongezonde mix van te weinig slaap en te veel stress. Die hun vrouwen niet meer helemaal terug herkennen en overwegen of ze misschien uit elkaar moeten? Ho, stop, mannen. De oplossing is dichterbij dan je denkt. Geef je vrouw haar nachtrust terug en je weet niet wat je meemaakt. Ik zweer het.

(Onderzoeken zijn terug te vinden in ‘Maar je krijgt er zoveel voor terug. De paradox van het moderne ouderschap’, Jennifer Senior)

Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!