Jonge vader Michiel: “Onze kraamhulp is de eindbaas onder de superschurken”

20.11.2015 18:30

Michiel Stroink (34), schrijver van de romans Exit, Tilt en Of ik gek ben (binnenkort verfilmd met o.a. Tibor Lukács en het regiedebuut van Frank Lammers), is onlangs vader geworden van zoon Mink. Van de kraamverzorgster die op zijn stoep stond heeft hij nu nog steeds nachtmerries.

In de functieomschrijving van een kraamverzorgster staat waarschijnlijk dat een gewicht van 130 kilo of meer een pré is. Dat is geen belediging, dat is de simpele waarheid. Een kraamhulp moet als een olietanker door je huis stomen. Onverzettelijk, koersvast en doodeng. Onze kraamhulp, ik zou haar het liefst Bertha noemen, is de overtreffende trap van een kraamhulp. Ze is de eindbaas onder de superschurken en ik accepteer haar totalitaire overwicht zonder aarzeling.

Lees ook: Hoe de man tijdens de bevalling degradeert tot tweederangs misdadiger.

“Je bewaart alle luiers, en op de luier schrijf je met een groene stift: datum, tijdstip en kleur.” “Kleur?” Ons kleine minimensje is vooralsnog alleen in staat zijn luiertjes te vullen met een geel pesto-achtig goedje, maar ineens krijg ik visioenen van paarskleurige auberginepuree en blauwe berenbolussen. De vraagtekens in mijn ogen kunnen op weinig sympathie rekenen. Bij wijze van antwoord wijst Bertha op ons spartelende engeltje dat een binnenpretje niet lijkt te kunnen onderdrukken. Nu al leedvermaak. “Doe maar!” Blaft ze.

Met twee vingers pulk ik de gehaakte vingerhoedjes van zijn voeten af. Met het tweede sokje tussen mijn vingers en zweetdruppels op mijn voorhoofd staar ik haar verwachtingsvol aan. Ze zal het nu toch wel overnemen? Bertha vouwt haar twee boomstammen van onderarmen in elkaar en maakt me zo duidelijk dat het woord kraamhulp niks met helpen te maken heeft. De luier is aan de voorkant met twee stickers vastgeplakt. Ik maak het cadeautje open en ben om de één of andere reden bang dat ik zijn naveltje meetrek. Als ik de voorkant van de luier naar voren klap, zie ik gelukkig de bekende korrelige gele klei.

“Het ruikt naar wasco”, hoor ik mezelf zeggen. Wat een flauwekul; ik heb nog nooit wasco geroken.
Voorzichtig trek ik de luier onder het spartelende prinsje vandaan. Ik ben halverwege. Dit kan niet meer fout gaan. De nieuwe luier vouw ik vakkundig uit elkaar. Voorzichtig pak ik de duimdikke beentjes van mijn zoon en til ze op om de luier onder hem te schuiven. De finish is in zicht. Ik kijk de eindbaas triomfantelijk aan. Helaas: net als ik de laatste meters wil afleggen, voel ik mijn t-shirt langzaam warm en vochtig worden. Net als ik doorkrijg dat ik ondergepist ben door mijn eigen zoon, slaakt hij een tevreden kreetje. Bertha’s hoofd beweegt op haar stierennek van links naar rechts. “Laat mij maar” zegt ze. “Je hebt nog een hoop te leren.” En dus pak ik stomgeslagen de groene stift om de luier van de onmisbare informatie te voorzien.

Lees ook: Jonge vader Michiel: “De keizersnee stond hoog op ons verlanglijstje.”