Bezint, eer gij begint… Waarom ik liever meer tijd tussen de zwangerschappen had gehad

03.07.2015 04:48
tijd tussen zwangerschappen

Vala’s Terroristen verschillen nog geen 2 jaar in leeftijd. Dat leek haar wel zo praktisch: gewoon achter elkaar door baren. Dan ben je tenslotte snel uit de luiers. Maar twee van zulke kleintjes, dat is toch best pittig…

Laatst vertelde een vriendin van mij dat zij en haar man ‘weer gingen beginnen’. Beginnen met voortplanten dus. Want ze willen graag een tweede kind. Top, hartstikke leuk, gaat heen en vermenigvuldigt u, zou je zeggen. Alleen, is de eerste telg slechts een krappe negen maanden oud. Nog een wolk van een baby, die weliswaar heel lief, maar ook heel bewerkelijk is. Veel huilen, weinig slapen, veel poepen en veel vreten. Kortom: daar zit een temperamentje in.
Mijn vriendin slaat zich er dapper doorheen, maar haar wallen worden met de week donkerder. Zoals bij iedere jonge ouder eigenlijk. Omdat babies en kleine kinderen hard werken zijn. Stiekem wilde ik dan ook roepen: “Nee, doe het niet! DOE-HET-NIET!”. Ik ben namelijk ervaringsdeskundige. Tussen mijn Terroristen zit nog geen twee jaar verschil. En als ik van tevoren geweten had hoe heftig dat zou zijn, denk ik dat ik mijn benen net wat langer bij elkaar gehouden had.

ZIE OOK: Wat is de ideale tijd tussen zwangerschappen?

Het leek ons wel zo praktisch: gewoon door blijven fokken. Want als je eenmaal bezig bent, kun je net zo goed meteen doorpakken. Dan ben je ook snel uit de luiers, de tepelhoedjes en de speenkoorden. En als de kop er eenmaal af is, kan het tenslotte alleen maar makkelijker worden. Toch?
Dus niet.
Althans, ik vond het in ieder geval vies tegen vallen, een baby en een dreumes aan mijn rokken. Terrorist nr. 1 was 22 maanden toen zijn zusje kwam en wist kort gezegd van voren nog niet dat hij van achteren leefde. Gelukkig kon hij al wel goed lopen, maar daar was dan ook eigenlijk alles wel mee gezegd. Praten deed hij nog vrijwel niet en het concept ‘baby’ deed bij hem geen enkele bel rinkelen. Natuurlijk zag hij zijn moeder wel negen maanden voor zijn ogen opzwellen, maar dat hij daarna zijn leven en zijn aandacht moest gaan delen met dat gerimpelde, rood aangelopen, blèrende hoopje mens in die wieg, dat had hij niet zien aankomen. En echt een goeie deal was dat wat hem betreft niet.

Een dreumes is nog enorm afhankelijk. Logisch ook, want als je nauwelijks 2 jaar bent, is de wereld enorm en mama alles waar je je aan vast kunt klampen. Dus dan heb je geen zin in een spuitpoepende, tiethangende indringer, die jouw lekkere plekje op schoot inpikt. Ik had me natuurlijk heus wel goed voorbereid, boeken gelezen over hoe je je kind laat wennen aan de komst van een broertje of zusje, rollenspellen gedaan met Terrorist nr. 1’s knuffels, hem laten kijken toen ik het wiegje opmaakte. Maar al dat soort pedagogisch verantwoorde trucjes hebben gewoon niet zoveel zin, als je kind nog niet eens weet waar zijn eigen neus zit. Dan zit er eigenlijk gewoon niks anders op dan maar te baren en te kijken waar het schip strandt.
Terrorist nr. 1 had een vriendje uit de speeltuin dat, kort voor mijn dochter werd geboren, een broertje kreeg. Zijn moeder gaf hem ter voorbereiding een babypop en liet zien hoe ze straks haar nieuwste telg zou wiegen. Het beste kind werd wild jaloers en smeet het stuk speelgoed aan zijn mollige plastic enkeltje van de glijbaan. Zijn moeder en ik stonden met onze dikke buiken onderaan het speelhuisje en moesten stiekem even slikken. De ‘sibling rivalry’ was prenataal voelbaar.

Had ik van tevoren geweten dat borstvoeden en Duplo bouwen tegelijkertijd nogal lastig is en dat de baby altijd honger heeft, als bij de dreumes de stront dun door de broek loopt, dan had ik misschien gewacht tot ik Terrorist nr. 1 met z’n Super Mario rugzakje aan de poorten van de basisschool had kunnen afleveren. Ik denk dat ik dat toch wat net wat relaxter had gevonden dan met een baby over mijn schouder en lekkende melktieten onder mijn borstvoedingsdoek, door een Californisch park te rennen omdat mijn hyperactieve dreumes het op een lopen zette, rechtstreeks de vijver in. Misschien dat er moeders zijn die voor dat soort dingen hun hand niet omdraaien, maar mijn Cortisol level schoot er helaas danig van in de plus.

Niet alleen vanwege de praktische zaken overigens, maar vooral ook omdat ik me ernstig verscheurd voelde. Want met twee van zulke kleintjes, heb je nooit aandacht genoeg voor allebei. En wat vond ik dat ingewikkeld. Want natuurlijk wil je met dreumes spelen, torens bouwen en uitgebreid met hem naar de speeltuin. Maar zo’n baby slokt alle aandacht op en heeft dat bovendien ook nodig. En wat krijg je dan?
Twee jaloerse kinderen en een hysterische mama met melkvlekken tot in haar nek. Geen geweldige combinatie. Al was het alleen maar omdat je vent je niet meer sexy vindt met verschraalde melkkorsten achter je oren. En dat heb je nou juist zo nodig als hij ‘s avonds eindelijk thuiskomt en jou huilend en in trainingsbroek in een ontploft huis aantreft.

Inmiddels zijn mijn Terroristen 2 en 4 jaar oud en komt onze voorspelling overigens wel een beetje uit. De ergste luier/tieten/flesjes fase is zo langzamerhand wel voorbij en het is allemaal in zo’n roes verlopen, dat ik de ergste momenten eigenlijk alweer vergeten ben. Ik kan met allebei mijn kinderen zowaar een redelijke conversatie voeren en als je de dvd van Frozen opzet, heb je zomaar 1.5 uur voor jezelf. Maar, in retrospect, denk ik dat ik een andere keus had gemaakt als ik geweten had hoe het zou zijn, twee Terroristen in sneltreinvaart. Want echt, ik vond het bikkelen.
Misschien ben ik een moedermietje, maar ik raad toch iedere vrouw aan de baarmoeder iets meer rust te gunnen. Dus ja moeders, gaat heen en vermenigvuldigt u. Maar bezint, eer gij begint.

Lees meer van Vala op haar blog: Stadsmeisje op het platteland!

 

ZIE OOK: Waarom een tweede zwangerschap zo anders is dan de eerste