Waarom je altijd moet liegen tegen het consultatiebureau

13.12.2017 00:10
consultatiebureau

Barbara ging naar het consultatiebureau. En ja hoor, ze kreeg meteen weer op haar lazer. Volgende keer gaat ze onzin uitkramen. “Ik ben gewoon een heel verantwoordelijke moeder.”

Lees ook: 10 Soorten moeders die ik best graag had willen zijn

Wij zijn echt best braaf hoor, thuis, ook al lijkt het soms anders. De kinderen liggen doordeweeks altijd voor acht uur in bed, ze krijgen broodtrommeltjes mee met gezonde dingetjes erin, en thuis drinken we alleen maar melk, thee en water, en soms een glas limonade. Ik deel niet de hele dag pakjes Wiki uit, snoep hebben we niet, maar af en toe een Sultana vind ik niet erg. En op vrijdagmiddag hebben we popcorn. Zoute, welteverstaan.

Wat bezielde mij dan in godsnaam om op het formulier van het consultatiebureau in te vullen dat Morris een glas diksap per dag krijgt? Dat geven ze hem op de crèche, waar hij maar twee dagen naartoe gaat, maar ik vond het niet gepast om daar nou over te liegen.

Nou, ze sprongen er bovenop hoor, de artsen van de kinderpolitie.

En dat terwijl ik de afgelopen twee jaar niet alleen naar deze mensen durfde. Ik eiste dat Thomas mee ging, omdat ik er altijd als een idioot word behandeld en dat dan nog weken ’s nachts terugkomt. Thomas kan er veel beter tegen.

Maar goed. Ik ging dus weer eens alleen en dit wat er gebeurde.

“Heeft u uw formulier bij zich?”

(Ik helemaal trots, want NIETS vergeten deze keer: boekje, schone luier, formulier.) “Ja hoor. Hier is het. Niets bijzonders dokter.”

Nou, hij bestudeerde het A4’tje als een grenswachter van de Centraal Afrikaanse Republiek. Na een lang zwijgend moment schraapte hij zijn keel en daar kwam het: “Ik zie hier dat Morris een glas diksap per dag krijgt. Dat vinden wij niet nodig.”

“Nou, ja, joh. Dat geven ze hem op de crèche.”

“Wij vinden dat water en thee voldoende is voor een kind.”

“Dat doen we thuis ook wel, maar op de crèche …”

“Ik weet het, er zijn nog crèches waar ze dat doen, maar dat is erg uit de mode.”

“Maar alle kinderen krijgen het daar, en ik ben niet zo iemand die dan haar kind als enige dat verbied.”

“U kunt toch in gesprek gaan met de leiding?”

“O, je bedoelt dat ze hun hele beleid wijzigen?”

“Ja, het erg uit de mode, diksap op een crèche. Krijgt hij het thuis ook weleens?”

“Nou, ja, euh, normaal drinken we water, maar hij heeft een ouder broertje en die drinkt wel eens limonade en dan wil Morris ook een glas.”

“En dat geeft u hem dan? U weet dat ze daar overgewicht van krijgen?”

Godverdomme, denk ik, hebben ze me weer te pakken. Waarom zeg ik dat toch allemaal?

Maar dan komt mijn moment.

Hij voert Morris’ lengte en gewicht in de computer in en draait zijn beeldscherm mijn kant op. Morris is overduidelijk binnen alle marges, en zelfs iets lichter dan gemiddeld. Maar de dokter geeft zich niet gewonnen.

“Nou,” zegt hij. “We zijn nog niet te laat. Maar u moet wel oppassen.”

De rest van de sessie heb ik mijn mond gehouden.

Voornemen: volgende keer keihard liegen. Dan gaat het zo:
“Buiten spelen? 3 uur per dag! Zoete dranken? Nooit! En ja, hij is pas twee maar spreekt al hele zinnen!”

“O, mevrouw, maar er zal toch wel iets zijn waar we u mee kunnen helpen?”

“Nee, hoor ik ben een heel verantwoordelijke moeder. Ik neem die taak gewoon heel serieus. En als ik vragen heb ga ik altijd meteen naar jullie website. Die is echt superinformatief! De beste informatie die ik ooit gezien heb! Al mijn opvoeddingetjes heb ik daar vandaan! Als-ie een avond 190 gram groente eet in plaats van 200, surf ik meteen naar jullie site, en wat denk je? Dan gaat er meteen weer 10 gram in!”

“O, dus hij eet geen 200 gram groente per dag?”

Klootzak. Volgende keer mag Thomas gaan. Ik kom hier nooit meer.

Lees ook: Het hebben van een dochter is voor deze vaders niet altijd even stoer