Wat je zes uur na de bevalling nooit kunt bedenken

10.12.2022 18:00
na de bevalling

Het moederschap kent nogal wat ups en downs.  Soms zit je een hele tijd in een up, maar dan zit je kind weer zo hard tegen een oei-ik-groei-sprongetje aan te hikken dat het bijna niet te doen is om met hem in één ruimte te zijn: Femke’s Goede Tijden Slechte Tijden.

Lees ook: Omdat een keizersnede geen meevallertje is: de rauwe waarheid

02-01-2013, 23:03
Daar lig ik dan. In een ziekenhuisbed naast een plastic bakje met daarin een baby’tje. Mijn baby’tje. Max. Reinier is naar huis, mijn en zijn ouders lopen net gezamenlijk de afdeling af en ik lig te staren naar mijn zes uur oude kind. Ik voel dat de tranen in mijn ogen schieten. De vertedering die ik ervaar heb ik nog niet eerder in die mate gevoeld. Ik wil Max alleen maar kusjes geven en zijn drie haartjes aaien en zeggen dat ik hem nooit verdriet zal doen, omdat hij de liefste en de mooiste en de knapste baby is die ik ooooooooit gezien heb.  Er komt een verpleegster langs die Max uit zijn bedje haalt en hem aangeeft. Ik leg hem aan de borst en even later hoor ik tevreden smakkende geluidjes. ‘Lekker makkelijk kind hoor’, zegt de zuster. Het is de allereerste keer dat ik trots voel over een prestatie van mijn zoon en ik wil meteen opscheppen over het feit dat ie meteen na de geboorte al begon met drinken. Ik geniet enorm van mijn leven en bedenk hoe ongelofelijk stom ik ben geweest om pas nu, op mijn 33ste, te beginnen aan kinderen.

18-08-2014 17:35
Daar sta ik dan. Tegenover Max’ leidster van de kinderopvang. Zojuist heb ik te horen gekregen dat mijn kind de hele dag van zich af heeft geslagen. En het hoogtepunt was een beet. ‘Max was vandaag nogal lastig. Hij heeft een kindje gebeten. Echt hard. Heel hard. Het bloedde.’ Dat waren de letterlijke woorden van Max’ juffie. Ik voel dat de tranen in mijn ogen schieten. Omdat een ander kindje pijn heeft gehad. Omdat mijn kind een mishandelaar is. Omdat ik een slechte moeder ben. Zeker van dat laatste ben ik overtuigd. In mijn kind schuilt een klein duiveltje, dat heb ik allang wel gemerkt, maar op de een of andere manier lukt het mij niet om dat duiveltje de kop in te drukken. Ik kijk hoe mijn kind door de ruimte heen rent en met speelgoed smijt. Voor het eerst voel ik diepe schaamte over zijn gedrag. De leidster stoot me aan en zegt: ‘Je moet het niet groter maken dan het is, hoor! Sommige kinderen bijten een tijdje.’ Maar ik vraag me af of ik met mijn 33ste niet te jong was om aan een kind te beginnen.