Wat niemand je vertelt over een ziekenhuisbevalling

06.08.2021 18:00
ziekenhuisbevalling

In het ziekenhuis bevallen brengt een aantal verrassende aspecten met zich mee. Barbara deed het twee keer, en dit is wat haar opviel. 

Lees ook: 9 Dingen die ze je niet vertellen over de keizersnede.

Niemand vertelt je…

Dat je eerste zorg bij een wee is: WAAR STAAT DE AUTO?

Dat je de rit naar het ziekenhuis al 483 keer op Google maps hebt bekeken.

Dat er niemand in paniek is als jij volop in weeën binnenkomt (schijnen ze daar wel vaker mee te maken).

Dat je bij aankomst gewoon op een bankje moet gaan zitten wachten tot je aan de beurt bent.

Dat je toch je goede nachtpon bent vergeten.

Dat op een gegeven moment iedereen in je doos zit te kijken (wat je niet erg vindt – huh?!)

Dat ze een soort slap rekverband op je buik vastmaken met een apparaat dat g-g-g-g-g doet.

Dat je er pas na 3 uur achterkomt dat dit je weeën zijn.

Dat het verband na 20 minuten als een gek gaan jeuken.

Dat de arts/verpleegkundige/verloskundige die zich komt voorstellen elke 8 uur wordt afgelost.

En dat het dus een komen en gaan is van mensen die zich voorstellen danwel afmelden.

Dat je af en toe denkt: IK KEN JOU HELEMAAL NIET!

Dat je je afvraagt waarom je bent vergeten een LINDA. mee te nemen.

Dat je je ergert aan je man die op zijn tablet zit.

Dat er opeens een arts/verloskundige binnenkomt die duidelijk met nog een bevalling in de weer is.

Dat het toch wel erg lang duurt, totdat…. de weeën echt hard gaan.

Dat dan opeens de ziekenhuiskamer helemaal leeg is en je je man de gang op stuurt om iemand te halen.

Dat ze dan zeggen: jaja, we komen zo en dat dit uren lijkt te duren.

Dat je schroom voelt om je nachtpon aan te trekken.

En nog meer om je onderbroek uit te trekken.

Maar dat dit laatste op een gegeven moment toch moet en dat dat iedereen in je doos zit te kijken (wat je niet erg vindt – huh?!)

Dat er dan op de deur geklopt wordt en gevraagd wordt of je het goed vindt als er artsen in opleiding komen kijken.

Dat je geen idee hebt waar ze het over hebben.

Dat een wildvreemde vrouw je hand vasthoudt en met je gaat puffen.

Dat haar ogen de enige zijn die nog bestaan in de hele wereld.

Dat er opeens een arts/verloskundige binnenkomt die duidelijk met nog een bevalling in de weer is.

Die met van die latex handschoenen in je doos gaat zitten wroeten en roept: “Dit is even gevoelig hoor!” Waarna je haar wel kunt schieten.

Als je roept: ik geloof dat ik moet poepen, er opeens 4 man sterk in je kamer staat.

Dat er dan een verpleegkundige komt die je een menukaart van pijnstillers aanbiedt.

Die je dankbaar in ontvangst neemt en daarna zelfs weer een boterhammetje kunt eten.

Dat je man een tafeltje ziet met allemaal mesjes en tangen en dat niet tegen jou zegt.

Dat als de pijn enorm toeneemt, ze opeens nog een keer in doos gaan wroeten om plakkertjes op het hoofd van de baby te plakken.

Dat die plakkertjes scherpe randen hebben die pijn doen!

Dat ze dan vragen of de arts in opleiding ook even mag voelen.

En dat je dan wél alert bent en zegt: NEE! IK WIL NIEMAND MEER DAAR!

Dat ze je ook op dat ergste moment af en toe weer even alleen laten.

Dat als je roept: ik geloof dat ik moet poepen, er opeens 4 man sterk in je kamer staat.

Die je aanmoedigen om te gaan persen alsof je aan de wereldkampioenschappen atletiek meedoet.

Dat je je afvraagt of die pijn echt uitscheuren is, of dat dit maar zo lijkt.

Dat je als je echt bijna lijkt uit te scheuren, ze opeens roepen dat je moet stoppen met persen.

Dat je dat doet en dan heel langzaam een hoofd naar buiten voelt gaan – dwars door de snijdende pijn heen.

Dat je dan floep-floep-floep voelt en het kind eruit is.

“Als jij alleen kan douchen en plassen, mag je naar huis.”

Dat ze die dan helemaal goor op je blote huid leggen in plaats van ‘m even te wassen.

Dat dat heel lekker is.

En dat als je er net van begint te genieten ze aan de navelstreng gaan trekken om de placenta eruit te krijgen.

Dat je dan een kraammatrasje ziet weggedragen worden aan vier punten dat helemaal bol staat van de bloed/poep/placenta – je wil het niet weten.

Dat dit wel het moment is dat je je afvraagt: “Heb ik ten overstaan van al deze mensen gepoept…?”

Dat je daarop het antwoord pas over 10 jaar aan je man durft te vragen.

Dat je baby dan aan de tiet wordt gelegd en in het beste geval als een gek gaat zuigen.

Dat de verpleegkundigen dan gaan juichen!

En beschuitjes met muis voor je gaan smeren, met slappe lauwe thee en dunne bruine boterhammen.

Dat het kraambezoek inderdaad met een helium ballon komt (‘We konden het niet laten’)

Dat je dan wel naar huis wilt, maar wordt uitgelachen door het personeel. “Als jij alleen kan douchen en plassen, mag je naar huis.”

Dat kan je, maar het valt vet tegen.

Dat je blij bent dat daar grote maandverbanden liggen (je steelt er zelfs 4).

Dat je plaatsneemt in een rolstoel met een maxicosi op schoot en je realiseert: dit is het eerste ritje als moeder.

Dat je niet durft te denken hoe straks uit die rolstoel in de auto moet komen (auw!).

Dat dit toch lukt en je thuis supergelukkig in je eigen bed stort.

Dat je daar na een half gewekt wordt door een huilend baby’tje….

….en je geen idee hebt wat je moet doen. Was je nog maar in het ziekenhuis!

Pssst: vergeet niet je spullen vast klaar te leggen, want niemand vertelt je dat je dit allemaal mee moet nemen…

En wil je weten hoe het daarna gaat? Lees nu dan ook maar vast Waarom die eerste 10 dagen echt heel heftig zijn… Maar: dat het ook weer goed komt, en zelfs heerlijk kan zijn.