‘Per kind wordt het makkelijker, bij de vijfde gaat opvoeden haast vanzelf’

15.08.2022 18:00

 Karina (36), is moeder van vijf kinderen: twee zonen van 8 en 4 en drie dochters van 10, 5 en 2.

Lees ook: Zo voed ik op: ‘We hebben afgesproken: jij doet jouw kind, ik het mijne’

‘‘Ik zou het niet kunnen’, hoor ik vaak mensen zeggen. Ik snap die opmerking wel, vooral als die van mensen met twee of drie kinderen komt. Dat vond ik eerlijk gezegd ook heel druk, de overgang van één naar twee vond ik heftiger dan van nul naar één kind. Maar echt, het wordt nu per kind makkelijker. De vierde deden we er echt bij en bij de vijfde gaat opvoeden haast vanzelf.
Ik wilde altijd al veel kinderen en trof gelukkig een man voor wie dat ook gold. Al vond hij vier ook veel, maar die vijfde, die wilde ik heel graag. Ik zou zo nog een zesde willen, en een zevende, maar voor hem is wel goed zo. Vind ik ook prima hoor, ik ben al heel blij dat we zoveel gezonde kinderen hebben. Natuurlijk is een groot gezin druk. Als ik boodschappen doe heb ik vaak twee karren nodig en ’s ochtends sta ik als een halve politieagent iedereen op te jutten om aan te kleden en te ontbijten. Ik sta niet voor niets elke ochtends om kwart voor zes op. Al wordt het makkelijker nu onze jongste iets groter is. Ik ben haar nu aan het leren zichzelf aan te kleden, want als je één ding leert als moeder van een groot gezin, is het dan zelfredzaamheid een groot goed is.

Lees ook: Zo voed ik op: ‘Mijn man vindt me een zeikerd, maar veiligheid gaat boven alles’

Soms vragen mensen aan me hoe ik het doe, opvoeden. Mijn kinderen zijn – vind ik zelf – netjes, beleefd en luisteren goed. Wat niet wil zeggen dat ze nooit stout zijn, want het blijven natuurlijk wel kinderen. Maar de truc van onze opvoeding is: consequent zijn. Dat klinkt cliché, maar wij zijn al tien jaar lang consequent en daar hebben we nu profijt van. De regels die golden voor de oudste, gelden nu nog altijd voor de jongste. Daardoor weet ieder kind wat wel en niet mag en doet de jongste iets stouts, dan is er altijd wel een kind dat even ingrijpt. Vroeger hadden mensen vaak tien, vijftien of zelfs nog meer kinderen en was dit heel normaal. En mijn tweede truc is ook simpel: vaste bedtijden. Maar eigenlijk is dat vooral erg fijn voor mij en mijn man. De kleinsten gaan om zeven uur naar bed, de oudsten om halfnegen en daarna is het stil. Dan hebben wij tijd voor elkaar. Opblijfavond is er alleen met kerst. Want hoe dol ik ook ben op mijn grote gezin, ’s avonds fluiten mijn oren na van de dag en geniet ik van de stilte.’

Lees ook: Zo voed ik op: ‘Steeds vaker dacht ik: ik lijk wel gek dat onze kinderen hier opgroeien’