Ouders, houd de kinderen vast (want voor je het weet is het te laat)

02.10.2017 19:00

Het dagelijks leven van ouders is vaak zo druk en vol, dat het makkelijk is om het voor lief te nemen. Om niet meer stil te staan bij wat je eigenlijk hebt en daarvan te genieten. Dat is logisch, maar ook zonde. Want het kan opeens voorbij zijn.

Laatst zat ik op een zondagmiddag op de bank. Het was zo’n dag waarop je door miezerig weer niet echt lekker naar buiten kunt. Zo’n dag waarop de woonkamer veel weg heeft van een ontplofte speelgoedwinkel, waarop je twee oudsten elkaar iedere vijf minuten proberen te wurgen met hun eigen sokken en waarop de baby heeft besloten in slaapstaking te gaan en het daarom van pure vermoeidheid op een nimmer aflatend krijsen heeft gezet. Terwijl jij probeert je administratie te doen. En dan slaan de stoppen door. Woest klapte ik mijn laptop dicht en blafte tegen iedereen dat ze nou écht gewoon even hun grote waffels dicht moesten houden en uit mijn ogen moesten verdwijnen. Want allemachtig, kan ik nou nooit eens rust krijgen? Jezus, fuck my life enzo. En toen ging de telefoon.

Lees ook: Als je laatste baby geen baby meer is.

Aan de andere kant van de lijn een moeder. Een moeder, zoals ik en zoals jij. Met kleine kinderen, die druk zijn en een leven dat maar doordendert. En met een zieke man. Die dood gaat. Niet als ‘ie oud is, maar nu. Vandaag, of morgen. De morfine was al omhoog gedraaid en hij was in slaap gevallen. Om naar alle waarschijnlijkheid nooit meer wakker te worden. Nooit meer zijn ogen open te doen en zijn kinderen te zien. Zijn vrouw te kunnen kussen en vader te kunnen zijn. Afgelopen. Klaar. Want zo kan het gaan in het leven. Het leven dat we eigenlijk allemaal stiekem vaak voor lief nemen. Omdat we er zo aan gewend zijn geraakt dat we niet meer stilstaan bij hoe kwetsbaar het is en wat een geluk we hebben dat we het allemaal mogen meemaken. Ik legde de telefoon neer en staarde in stilte in het niets. Fuck my life? Nou, echt niet dus.

Die avond had ik een paniekaanval. Omdat ik me plotseling heel duidelijk realiseerde wat ik had en hoe makkelijk ik dat zou kunnen verliezen. Huilend zat ik op de bank en vroeg me af waarom ik die middag zo lelijk had gedaan tegen mijn gezin. Want, wat doet het er eigenlijk toe dat het een chaos was, dat de kinderen vervelend waren en dat ik die rottige administratie daardoor niet af kreeg? We wáren er tenminste allemaal. We waren samen en het ging goed met ons. Is er nog iets anders dat belangrijk is? Op die zondagavond, terwijl ik snikkend op de bank zat, kon ik maar één ding concluderen: nee, eigenlijk is dat er niet. Maar wat is het ontzettend makkelijk om dat in de waan van alledag gewoon maar te vergeten. Want het is gewoon echt waar: je weet niet wat je hebt, totdat je het kwijtraakt.

Natuurlijk is het zo dat de meeste ouders niet ziek worden en zomaar, pats boem, doodgaan. Gelukkig niet. Maar het probleem is: je weet het niet. Je weet niet of jij toevallig wel degene bent die dat overkomt. En mocht jij één van die onfortuinlijken zijn, dan is de vraag: heb je alles eruit gehaald wat erin zat? Neem je dan afscheid van de wereld in de wetenschap dat je het echt hebt beleefd, gevoeld, geschat op de waarde die het verdiend? Of kom je dan pas, als het dus te laat is, tot de conclusie dat het aan je voorbij gegaan is zonder dat je het eigenlijk echt door had? Dat je van alles hebt gemist, omdat je te druk en te afgeleid was om te zien wat er voor je ogen gebeurde? Van dat idee krijg ik dus de rillingen. Want leven is, nou ja, once in a lifetime dus. Je krijgt geen tweede kans.

Het is een veel gepredikte les natuurlijk: dat je in het nu moet leven, blij moet zijn met wat je hebt en van elk moment moet genieten. Een wijze les, maar ook een onrealistische, want dat is gewoon niet mogelijk. Het leven ís druk en het slokt ons allemaal op, de hele tijd maar stilstaan en vol waardering zijn is daardoor niet haalbaar. En dingen wórden ook gewoon normaal, waarmee dus ook de schijn van de vanzelfsprekendheid de kop op steekt. Ergens is dat ook wel goed, want als je je de hele tijd maar bewust moet zijn van de kwetsbaarheid van dingen en van wat er allemaal fout kan gaan, dan kún je volgens mij niet eens gelukkig zijn. Dan wordt het leven doodeng en een soort race tegen de klok en misschien zit geluk juíst ook heel vaak wel in die vanzelfsprekendheid. Want het privilege hebben iets voor lief te kúnnen nemen, dat is best een groot geluk.

Toch moeten we ons misschien voornemen voortaan te proberen ons iets minder te laten leiden door de waan van alledag.
Te proberen ons iets minder druk te maken om dingen die, als je er even goed over nadenkt, eigenlijk helemaal niet zo belangrijk zijn als ze in eerste instantie misschien wel lijken. Ons te realiseren dat we (de meesten van ons althans) eigenlijk alles hebben wat we ons maar zouden kunnen wensen en ons daar vaker even heel erg bewust van te zijn. En vooral: onze kinderen vaker te omarmen, ook als ze de tent afbreken en als het leven als ouder ons soms vermoeit en frustreert. Want vandaag kan dat nog, maar wie weet morgen plotseling niet meer. Vandaag hebben we elkaar nog. Maar wie zegt, dat dat morgen ook nog zo is?

Lees ook: 40 Dingen waar moeders blij van worden.