Waarom ouders van makkelijke kinderen hun zegeningen moeten tellen

14.10.2019 18:30

Ouders van makkelijke kinderen realiseren zich vaak niet hoe gezegend ze zijn. Een makkelijk kind is net een lot uit de loterij waar de hoofdprijs op valt: een kwestie van geluk hebben.

Toen mijn jongste kind een dreumes was, gingen mijn man en ik eens met haar uit eten. Toen we het restaurant binnenkwamen en de andere gasten ons kind zagen, ging er bijna een collectieve zucht van ergernis door het etablissement. Niemand zat te wachten op een rellend, voedselsmijtend kind tussen de geflambeerde hertenboutjes door. Maar, zoals altijd, was de kinderangst voor niks geweest. Onze Arwen gedroeg zich voorbeeldig. Vergenoegd zat ze 2,5 uur lang in haar kinderstoel stokbroodjes weg te knagen, een beetje met een servet te spelen en stralend te glimlachen naar iedereen die haar kant op keek.

Goed opgevoed

Binnen de kortste keren had ze het hele restaurant om haar vinger gewonden. Onze dochter is een voorbeeldig kind. Je kunt haar overal mee naartoe nemen, ze is altijd vrolijk, luistert als je iets tegen haar zegt, ze schreeuwt niet, smijt niet met voedsel en zegt zelfs alsjeblieft en dankjewel. En dus kregen wij aan het eind van de avond van een ander stel het compliment dat wij onze dochter zo ‘ontzettend goed hadden opgevoed’. Ik kon de neiging om deze mensen keihard, recht in hun gezicht, uit te lachen nog net bedwingen, want het was natuurlijk heel aardig bedoeld. Maar van kinderen en opvoeden hadden ze blijkbaar weinig kaas gegeten. Wij hebben Arwen niet goed opgevoed, Arwen is gewoon een makkelijk kind. Dat mag volledig op haar eigen conto geschreven worden, want Mario en ik hebben daar weinig mee te maken gehad. Makkelijke kinderen zijn niet zo opgevoed, die worden zo geboren.

LEES OOK: Waarom je je geen zorgen hoeft te maken over je temperamentvolle kind.

Iedereen denkt brave kinderen te kunnen kweken

Ik ben heel blij dat Arwen zo makkelijk is. Dat biedt een hoop mogelijkheden. Je kunt met haar uit eten, ze slaapt overal waar je haar neerlegt en je hoeft haar nergens schuimbekkend van de vloer te pellen. Dat is bijzonder prettig. Ze is dat kind dat iedereen die nog geen kinderen heeft later denkt te zullen hebben. Voor ik moeder werd dacht ik ook dat mijn kroost zo zou zijn. Dat al mijn kinderen van die braverikjes zouden worden. Omdat ik ze zo zou opvoeden. Omdat ik zo’n goede ouder zou zijn. En als al mijn nageslacht was geweest zoals Arwen, dan had ik dat nu waarschijnlijk nog steeds gedacht.

Arrogant moedermens

Ik zeg weleens tegen Mario dat als ik drie Arwens had gehad, ik nu ook zo’n arrogant irritant moedermens was geweest dat bij ieder verhaal over pittige kinderen en de zwaarte van het ouderschap mijn nuffige neus op had gehaald en had geroepen dat het gewoon ligt aan hoe je je kind opvoedt. Dat je nou eenmaal moet oogsten wat je zaait. En dat je dat temperamentvolle, driftige, niet slapende, voedselweigerende, broekpoepende, slecht luisterende zaadje helemaal zelf geplant hebt. Dat denken ouders van makkelijke kinderen vaak: dat het hun verdienste is. Dat hun kind een engeltje is geworden omdat zij zulke opvoeders zijn. Terwijl ze eigenlijk gewoon godsgruwelijk veel mazzel hebben gehad.

Hellraisers

Ik snap het trouwens best wel, want je kunt nou eenmaal moeilijk begrijpen wat je niet zelf hebt meegemaakt. Dus als jij Teuntje nooit spartelend en krijsend aan zijn voeten de Albert Heijn uit hebt moeten slepen omdat je ‘m, ja heel consequent, een pak roze koeken ontzegd hebt, dan weet je gewoon niet hoe dat is. Het ís ook lastig te snappen hoe verschrikkelijk het is om een kind te hebben dat maandenlang slecht slaapt, ondanks dat je je hele pedagogische trukendoos hebt opengetrokken om ervoor te zorgen dat-ie niet ’s nachts tien keer het hele huis op stelten zet. Je weet niet hoe frustrerend het is om avond aan avond aan tafel te zitten met een kind dat al het voedsel weigert, wat je ook hebt geprobeerd om ‘m aan het eten te krijgen. Of een kind te hebben dat gezegend is met een licht ontvlambaar temperament dat daardoor niet meer voor rede, en dus ook niet voor correctie, vatbaar is tijdens een driftbui. Als je dat niet aan den lijve ondervonden hebt, kun je ook niet invoelen hoe dat is. Maar, als moeder van één makkelijk, en twee toch wel bijzonder pittige kinderen, wil ik alle ouders van brave kinderen toch vragen om enige coulance te hebben met de ouders van hellraisers zoals mijn oudste twee. Echt, we kunnen er zo weinig aan doen. En dan is het ouderschap soms best wel zwaar.

Brave kinderen maak je niet, die worden zo geboren

Voor de duidelijkheid: ik vind mijn jongste niet leuker, of beter, dan mijn twee oudsten. Ze is alleen mákkelijk, en dat zijn haar grote broer zus niet. Heel lang heb ik me afgevraagd of het inderdaad mijn schuld was dat ik twee van die heethoofden had. Ook ik kreeg, zoals zoveel ouders van temperamentvolle kinderen, te horen dat ik misschien ‘gewoon’ strenger moest zijn. Ze anders (lees: beter) moest opvoeden. Terwijl ik juist zo mijn stinkende best deed. En toen kreeg ik mijn derde, die zich wel gedroeg zoals in de boekjes stond dat het zou moeten zijn. Terwijl ik niks veranderd had aan mijn manier manier van opvoeden. Ik was nog steeds consequent, duidelijk, lief, bezorgd, knuffelig, streng doch rechtvaardig als het moest, en pedagogisch verantwoord bezig. Mijn conclusie was simpel: dit ís gewoon een braaf kind. Een makkelijk kind. Van zichzelf. Omdat ze zo ís. Ik heb haar niet zo gemaakt, ze is op deze manier geboren. Net zoals die andere twee ter wereld kwamen met haar op hun tanden en hun klauwen uitgeslagen. Het ene kind is het andere niet. Natuurlijk kun je met goed opvoeden best een hoop verspijkeren aan wat je graag zou willen renoveren, maar de fundamenten van het kind? Die blijven echt gewoon staan.

Ik waardeer mijn drie kinderen allemaal op hun eigen manier. Om hun eigen, unieke karakter en kwaliteiten. Met Arwen is het makkelijk en dat is vaak heel fijn, maar mijn andere twee kinderen hebben me eigenlijk meer geleerd en daardoor juist ook veel gegeven. Ze hebben me veel geleerd over mezelf, maar ook bijvoorbeeld over hoe dingen vaak niet zijn wat ze misschien lijken. En over hoe het leven je soms dingen voor de voeten werpt die je niet had zien aankomen en hoe dat ervoor zorgt dat alles waar je van overtuigd was opeens op losse schroeven komt te staan en hoe ingewikkeld het kan zijn om daarmee om te gaan. Daarom tel ik, iedere keer als ik met mijn makkelijke kind in een restaurant zit en met gemak zes gangen kan verorberen zonder dat de pleuris uitbreekt, weer mijn zegeningen. Niet omdat ik meer van mijn makkelijke kind houd dan van mijn twee andere ‘moeilijke’ exemplaren en niet omdat ik van mening ben dat ík mijn makkelijke kind zo makkelijk heb gemaakt. Maar gewoon, omdat het hebben van een makkelijk kind hetzelfde is als de Staatsloterij winnen. Dan heb je gewoon heel veel geluk gehad.

LEES OOK: Renée heeft haar kind geslagen en voelt zich schuldig