Als je dus zo’n thuisblijfmoeder bent

01.02.2017 18:30
Als je dus zo'n thuisblijfmoeder bent

Grote consternatie van de week over het interview waarin sociaal pedagoog Gitty Feddema sprak over ouders die de dagelijkse zorg teveel zouden uitbesteden tenkoste van hun kinderen. Mirjam’s hart maakte echter een sprongetje want zij brengt zo’n beetje de hele week thuis met haar kinderen door.

Oké, ik wil het dus toch nog even hebben over Gitty. Vala schreef een woeste reactie op de sociaal pedagoge die geïnterviewd werd in het AD, wat je hier nog eens rustig kunt nalezen mocht je het allemaal gemist hebben. Die vrouw dus, die beweert dat de crèche een vorm van gesubsidieerde kinderverwaarlozing is. Hoewel ik ook schok van deze uitspraken kon ik het niet helpen ook iets van blijdschap te voelen, want ik ben dus zo’n thuisblijfmoeder die hier inderdaad bewust voor kiest, zij het wel een beetje tegen wil en dank.

Lees ook: Deze ode aan de thuisblijfmoeder gaat het hele internet over.

Dit is namelijk geleidelijk gegaan. Met veel vallen en opstaan ben ik hier uiteindelijk uitgekomen. En hier is dus thuis. Dit stukje tik ik tussen de poepluiers, slaapjes en hapjes van de baby door. Niet ideaal, maar mijn ‘vorige leven’ was dat ook niet bepaald.

Toen de eerste, Boris, werd geboren ging ik, net als iedere andere moeder, gewoon weer vier dagen aan de slag na mijn verlof. Dat viel me behoorlijk zwaar. Het moeten presteren en op tijd achter je bureau zien te verschijnen na die doorwaakte nachten, het missen van mijn baby, kolven op je werk en je hormonale hoofd er bij te zien te houden. Pittige tijden waren het. Daar bovenop had ik ook nog een leidinggevende die niet bepaald met me mee dacht en me opdroeg om 08:00 ’s ochtends te beginnen of een vakantiedag op te nemen als ik een belletje van de crèche kreeg omdat Boris ineens ziek was.

Afijn ik bleef natuurlijk gewoon door werken maar was continu bang dat ik of Boris ziek zouden worden, ik me verslapen zou of misschien belangrijke dingen zou vergeten wat enorm veel stress en schuldgevoelens genereerde. Bijtanken in de weekenden ging natuurlijk niet, want dan wilde ik de verloren uurtjes met Boris inhalen, dus ik was eigenlijk altijd moe.

Toen mijn contract niet werd verlengd besloot ik dat het roer om moest en nam een parttime baan onder mijn niveau in de hoop dat ik het dan beter zou kunnen bolwerken allemaal. Helaas bleek ook dit geen goeie zet. Het werk was simpel, maar fysiek zwaar en weer had ik een leidinggevende die hoge eisen stelde in ruil voor wel een goed salaris. Omdat het werk me niet inspireerde, maar eerder verveelde merkte ik dat ik er op leeg begon te lopen, maar zomaar stoppen ging niet want dan zouden we de kinderopvangtoeslag mislopen.

En zo werkte ik eigenlijk dus voor de crèche en bracht mijn kostbare tijd door op een plek die me weinig uitdaging bood waardoor ik in een sacherijnig wicht veranderde. Dit kon natuurlijk niet lang goed gaan en dat ging het ook niet. Na een conflict met mijn werkgever zat ik voor de tweede keer in twee jaar tijd opnieuw thuis.

Vier jaar later opnieuw zwanger, besloot ik dat het nu echt radicaal anders moest. En dus werk ik nu vanuit huis en verdelen mijn man en ik de zorg over de kinderen. Oké Jesse gaat nog één dag naar de opvang, maar dat is omdat we ook geen schoonouders of ouders hebben die bij kunnen springen anders had ik zeker weten daarvoor gekozen. Niet omdat ik de crèche niet oké vind, integendeel, maar omdat het geld uitspaart en ook leuker voor de kinderen is denk ik.

En ja, wij staan dus altijd iedere dag zelf om drie uur ‘smiddags op het schoolplein, fietsen dagelijks heen en weer tussen hobby’s, zwemles en vriendjes en we werken als freelancers dus tussen het verzorgen van baby Jesse door. En dat is ook niet alles. Ik mis de energie van collega’s om me heen, vind het lastig om discipline op te brengen als het werken betreft (dus niet eerst die vaatwasser uitruimen en dan gaan tikken, maar tikken zodra het kan, dan maar in een rommelig huis) en we hebben het niet breed.

Maar ik heb geen stress meer en ben aardiger naar de kinderen. Hoef me ’s ochtends niet in allerlijl in één of ander pakje te hijsen en die wallen weer weg te poetsen, maar loop rond in mijn joggingbroek en geef Boris uit school het bekende kopje thee. Ik kan er dus altijd voor de kinderen zijn en knuffel mijn baby dan ook helemaal suf. En ik weet dat het tijdelijk is. Als Jesse naar school gaat, kan ik weer knallen als ik wil. En dat is dus wel een bewuste keuze. Ik merk ook echt dat Jesse er wel bij vaart dat ik er zoveel voor hem ben. Zelfs na die ene crèchedag merk ik dat hij moe en huilerig is, alsof hij zich de hele dag heeft moeten inhouden of zo.

Ik zeg dus niet dat andere ouders het verkeerd doen, of ook deze weg zouden moeten volgen. Ik zeg alleen dat dit voor mij het beste werkt. Blijkbaar kan ik niet goed omgaan met de dagelijkse stress van werken en kinderen opvoeden en is het me al gauw te veel. Daar heb ik in de loop der jaren achter moeten komen. Zoiets weet je niet meteen over jezelf als je aan kinderen begint. Maar ik heb gemerkt dat ik het fijn vind om in deze fase van mijn leven zelf de controle te hebben over huishouden en gezin. Om soms mee te gaan op schoolreisje, of klassenouder te kunnen zijn. Spelletjes te kunnen doen met Boris en de deur open te zetten voor vriendjes van school.

Dat had ik nooit achter mezelf gezocht, ambitieus als ik altijd was. En ja, soms voel ik me ook echt een theemuts en snak ik naar een leuke, goed betaalde parttime baan. Helaas liggen die niet voor het oprapen, dus ik laat het er maar bij. De kinderen varen hier wel bij en wij komen de jaren zo wel door. Stiekem toch fijn dat Gitty hier net zo over denkt.

Lees ook: Deze 11 Dingen herkennen thuiswerkende moeders.