8 Dingen waar je op moet letten als je kind in de buurt van water is

29.06.2019 00:10

Zo leuk, dat spelen aan het water. Maar verdrinking staat op nummer één van de gevaarlijkste ongevallen bij kinderen. Knoop daarom deze acht adviezen in je oren voor deze zomer.

LEES OOK: Tip: wist je dat je een EHBO-workshop aan baby’s en kinderen kan volgen?

Heerlijk dat het weer mooier weer wordt, maar vinden jullie het ook zo spannend om je kind in de buurt van water te laten spelen? Ik had er nooit zo bij stilgestaan, tot ik onlangs een kind kwijtraakte – gewoon op het droge. We waren in de Efteling, en ik verloor vijf seconden één van mijn peuters uit het oog, omdat we samen even de tweelingbuggy gingen wegzetten en ik er stellig van overtuigd was dat mijn peuter achter me aanliep. Maar nee, peuter was per ongeluk precies de tegenovergestelde richting uit gelopen. Vijf seconden later was ze nergens meer te bekennen!

Mijn man had ook niets gezien, want die was druk met onze andere peuter. Paniek! Gelukkig kwam er algauw iemand met onze brullende peuter aangelopen, maar het voorval heeft me wel op scherp gezet. Wat als dit op het strand was gebeurd? Een vriendin van me vertelde laatst dat ze vorige zomer op een mooie zomerdag aan een plas had gezeten, toen het ineens doodstil werd. Het strand werd ontruimd. Er was een peuter verdronken. Gewoon, op klaarlichte dag, op een druk strandje, aan een waterplas. Niemand had het kunnen voorkomen. Ik heb slapeloze nachten van gehad van het verhaal. Elk jaar verdrinken er in Nederland 24 jonge kinderen (!). En hoewel ik een groot voorstander ben van je kind zelf dingen laten ontdekken en niet te paniekerig zijn, zet ik toch een paar tips op een rij die kunnen helpen voorkomen dat het misgaat.

  1. Zorg voor goede zwemhulpmiddelen. De Consumentenbond raadt voor jonge kinderen zwemvleugels aan die voldoen aan de norm EN13138. Als je kind oud genoeg is om z’n hoofd boven water te houden en zelf zwemslagen te leren, kan het daarnaast een drijfpakje aan. Een zwemband om het middel is voor kinderen die al kunnen zwemmen. Zelf ga ik deze zomer voor zo’n knaloranje reddingsvest: dat is het enige hulpmiddel dat ervoor zorgt dat een kind in het water op z’n rug draait (niet te verwarren met een zwemvest, want dat helpt je alleen te blijven drijven en is bedoeld voor ervaren zwemmers). Het belangrijkste is dat een reddingsvest goed past – koop het nooit op de groei! Let op: een reddingsvest werkt niet in ondiep water, want als je kind met z’n voetjes de grond kan raken, draait het niet automatisch op z’n rug. Dus oplettendheid blijft geboden.
  2. Oefen samen met je kind. Oefen samen met je kind in het water met de zwemhulpmiddelen, maar ook af en toe zonder, zodat je kind ook weet hoe het voelt zonder zwemvleugels of reddingsvest, mocht het onverhoopt in het water vallen. Of nog beter: begin al vroeg met babyzwemmen, zodat je kind vertrouwt raakt met water.
  3. Doe je kind in de buurt van water geen normale luier aan. Speelt je kind in de buurt van water, trek dan altijd z’n luier uit. Trek je kind een zwemluier aan (ook als het met kleren aan op een boot zit) of laat het lekker bloot spelen. Een gewone luier houdt lucht vast, waardoor in het water de billen boven water komen en het kind kopje onder gaat.
  4. Verlies je kind NOOIT uit het oog als je in de buurt van water bent. Zwemhulpmiddelen zoals zwemvleugels en zwemvestjes helpen een kind om te blijven drijven, maar zorgen er niet per se voor dat je kind z’n hoofd boven water kan houden. Laat kinderen dus nooit alleen bij het water, zelfs niet voor een halve minuut. En kijk niet op die vermaledijde telefoon. Ik weet nu uit ervaring: in vijf seconden kun je een kind al uit het oog verliezen. Moet je even naar de wc, neem je kind dan mee, of vraag nadrukkelijk iemand anders om een oogje in het zeil te houden.
  5. Sterke stroming? Dan geen zwembandjes! Bij een rivier of de zee moet je kind juist geen zwembandjes of andere opblaasbare hulpmiddelen dragen. Een kind wordt daardoor namelijk sneller meegevoerd door de stroming. Je kunt je kind het beste laten spelen in een ‘zwinnetje’ zo’n ondiep stukje zee dat ontstaat als het eb wordt.
  6. Als je kind kwijt is, meteen alarm slaan. Verlies je je kind uit het oog op het strand of bij het water, zoek dan eerst bij het water en roep iedereen op om mee te zoeken, ook al voelt dat op dat moment misschien overdreven. Ik maakte in de Efteling de fout om paniekerig de naam van mijn kind te gaan roepen, terwijl ik achteraf bedacht dat ik beter ‘mijn kind is weg!’ had kunnen roepen. Dan kunnen andere ouders mee helpen zoeken. Is je kind te water geraakt, dan telt elke seconde.
  7. Overschat je kind niet. Kinderen die nog niet kunnen zwemmen, kunnen niet zelf hun hoofd boven water houden, zelfs al kunnen ze zich op het droge nog zo goed redden. Jonge kinderen spartelen zelfs niet als ze kopje onder gaan. Ze verdwijnen geruisloos onder water. Daarom kan het ook gebeuren zonder dat iemand het doorheeft.
  8. Je kind kan ook verdrinken ná het zwemmen. Dit heet ‘dry drowning’. Gelukkig komt het niet vaak voor, maar het is wel goed om in je achterhoofd te houden. Als je kind onder water is geweest en water heeft ingeslikt, kan het water ervoor zorgen dat de luchtwegen worden afgesloten. Dit kan tot 24 uur later leiden tot de volgende symptomen: veel hoesten, moeite met ademen, slaperigheid, overgeven of gedragsveranderingen. Ga in dit geval direct naar het ziekenhuis.

LEES OOK: Leer je kindje zwemmen, nog voor het kan kruipen!