Als je na de geboorte van je kinderen behoefte hebt aan een HEEL andere carrière

15.05.2019 00:10
Als je na de geboorte van je kinderen behoefte hebt aan een HEEL andere carrière

Renée overweegt een carrièreswitch. Eindelijk eens het huis uit en zich weer eens een heuse carrièrevrouw voelen. Daar heeft ze na vijf jaar thuis zó veel zin in.

Ik denk erover een opleiding te gaan volgen tot makelaar. Ik heb het natuurlijk even in mijn omgeving gepolst. Of dat wel wat voor mij is. Ze zagen het me wel doen. Al vroeg mijn man wel meteen: hoe zie je dat voor je? Praktisch. Ja, als je eenmaal kinderen hebt is dat altijd de vraag. Hoe ga je dat praktisch invullen? Met opvang, met school, met die verrekte boterham tussen de middag. Altijd weer die agenda’s van mij en mijn man naast elkaar leggen en de taken verdelen. Dat vind ik dus echt het minst leuke aan kinderen hebben. Je bent nooit meer echt vrij. Dat je gewoon ergens bent en denkt: ik vind het hier leuk, ik blijf nog even. Kan niet. Dan staat er zo’n klein ventje op het schoolplein op je te wachten. En om die nou te laten staan voor nog één kop koffie. Tja, dat doe je dan toch niet.

Lees ook: Van ’thuisblijfmoeder’ naar ‘buitenshuiswerkmoeder’.

Ik werk al 10 jaar grotendeels vanuit huis. Ik heb al heel wat kansloze werkkamertjes, hoekjes en bureautjes gehad de laatste jaren. Het ziet er niet uit, maar het tikt als een gek zo zonder afleiding om je heen. Ik werk wanneer mijn oudste bij de opvang is en mijn baby slaapt. Kortom; er is weinig tijd. Daar word je rete-effectief van. Maar soms ook heel chagrijnig. Dat je net lekker aan het werk bent en ‘eehh, eehh, eehh’ er wordt er weer een wakker. Ik vond het altijd heel knap van mezelf, dat ik dat kon. Ik deed nog best veel ook in die beperkte tijd en verdiende er een goed salaris mee. Een wonder. Het was als moeder de ideale baan. Flexibele uren, weinig opvang nodig, en helemaal vrij. Toch kriebelt het al tijden. Om weer eens de deur uit te komen, onder de mensen te zijn. Ik denk dat veel thuismoeders zich zo voelen, of ze nu thuiswerken of niet. Dat je gewoon weer eens je ballerina’s of birkenstocks in wilt ruilen voor een paar minder praktische schoenen. Met hakken enzo. En weer eens een gesprek te hebben met collega’s, oftewel andere grote mensen. Over werk. Niet over flesjes en poepluiers.

Dus vroeg ik een kennis die al jarenlang als makelaar werkt, of hij eens met mij een kop koffie wilde drinken. Om te babbelen over de opleiding, over het werk en om af te tasten of dat nu wat voor mij is. Ik voelde me weer even helemaal de carrièrevrouw van toen. Want er waren dagen, toen ik mijn man ontmoette, dat ik altijd in kokerrok en hoge hakken door het leven ging. Zo viel hij voor mij. Was dat even een kat in een zak! Niet dat ik sinds ik moeder werd eeuwig in joggingbroek door het leven ga, hoor. Maar het is wel een stuk minder charmant geworden dan destijds, toen er nog wel eens iemand zijn hoofd omdraaide voor me. Maar anyways, die man wilde dus wel even met mij koffie drinken. Een uur lang hadden we het over de woningmarkt, over het werk en hoe ik daarin zou kunnen rollen. Hij stelde zelfs voor om te regelen dat ik een dagje mee kon lopen. Daar werd ik zo enthousiast van als een kwispelend hondje. Ik zag mezelf al met een map onder mijn arm de sleutel in het slot van een te verkopen huis steken.

“Maar,” zei mijn gesprekspartner. “Dan ben je die flexibiliteit die je nu hebt, wel kwijt.” Hij heeft ook kinderen, weet heel goed hoe waardevol dat kan zijn. Ja, die ben ik dan kwijt. Dan moet ik mezelf weer in die kokerrok proppen en met de auto naar kantoor. Een echt kantoor. Met andere grote mensen. Dat wordt alleen maar meer oppas, meer geregel en minder kinderen. En toch overweeg ik het serieus. Ik denk dat de baan goed bij me past, dat ik daarin echt wel iets kan bieden. Eerlijk gezegd vind ik ook dat ik nu lang genoeg thuis ben geweest voor mijn kinderen. In ieder geval voor de oudste, die lever ik over twee maanden bijna volledig eigenhandig opgevoed af op de basisschool. En die jongste, ja, die trekt dan toch aan het kortste end. Het lot van een tweede. Die zal het dan maar met iets meer papa en minder mama moeten doen. Wordt ‘ie niet slechter van. Toch? Ik zeg het wel zo gedecideerd, voel ik het ook zo? Daar ben ik nog niet helemaal uit. Soms probeer ik iets meer als een man te zijn. Zo van: ik wil dit en ik doe dit. Iets minder vrouwelijk schuldgevoel. Uiteindelijk blijft dat niet zo snel van me af te schudden. Ik moet er nog maar eens even een paar nachtjes over slapen. En mijn man ook. Want die riep meteen welwillend: dan doe ik toch wat meer? Maar ik vrees dat hij geen idee heeft hoe dat zijn leven op zijn kop zal zetten. Hoe het voelt om zoveel tijd met twee kinderen door te brengen, jarenlang. Ik hoop dat hij daar niet ongelukkig van wordt. Want dat wil ik ook weer niet. Hoe het ook loopt. Misschien is het sowieso een goed idee om die joggingbroeken weg te gooien. Paar nieuwe rokjes en hakken kopen. Als die nieuwe carrière dan niet van de grond komt, kan ik in ieder geval voortaan hooggehakt deze stukjes tikken.

Lees ook: Waarom mijn ontslag mijn redding werd.