Wat je verwacht van de basisschooltijd versus hoe het écht gaat

30.05.2022 06:00

Janneke keek er jarenlang reikhalzend naar uit: de tijd dat haar kinderen naar school zouden gaan. Nu is het zo ver en pakte het, zoals elke fase in het ouderschap, weer heel anders uit dan ze dacht.

LEES OOK: Hoe kies ik de juiste basisschool voor mijn kind? 10 tips van een onderwijsexpert

Ik moet bekennen dat ik er me er behoorlijk op had verheugd, op de tijd dat mijn kinderen naar de basisschool zouden gaan. In tijden van ondergespuugde bedden, ontplofte luiers, gekrijs in stereo en koude koffie hield ik me vast aan de gedachte dat ze toch echt ooit, op een dag naar school zouden gaan en wat voor fantastische dingen ik dan zou gaan doen met de vrijgekomen tijd. Maar, zoals eigenlijk met alle fases tot nu toe in het ouderschap, pakte het toch weer anders uit dan ik dacht. Hierbij mijn lijstje van verwachtingen over deze nieuwe fase versus de werkelijkheid.

  1. Verwachting: ik krijg meer tijd voor mezelf. Tijd waarin ik kan gaan sporten, shoppen, koffiedrinken met vriendinnen en al mijn in de ijskast gestopte ambities weer eens tevoorschijn ga toveren.
    Realiteit: ik heb vooralsnog geen uur gewonnen met het basisschoolgebeuren. De dagen dat ze voorheen naar de opvang gingen, sprokkel ik nu in uren nauwelijks bij elkaar met alle halve school- en studiedagen, het brengen en halen en dan heb ik nog geen woord gerept over de schoolvakanties. (Ja, ik weet dat er zoiets als BSO bestaat, maar mij werd door de directeur afgeraden om daar direct mee te starten zo aan het eind van het toch al drukke schooljaar).
  2. Verwachting: mijn kinderen maken heel veel vriendjes en vriendinnetjes en daar gaan ze dan spelen en dan kan ik mooi nog even door werken.
    Realiteit: bijna iedereen in de klas is een kop groter dan mijn kinderen en als ik al een naam van een ander kind hoor, dan is het omdat het kind in kwestie de mijne omver heeft gelopen. Bovendien zijn ze na school zo uitgeput dat ik ze eigenlijk alleen maar voor Buurman en buurman kan zetten met koekjes en diksap (dat mag dan eindelijk, want op school zijn koekjes en diksap uit den boze).
  3. Verwachting: ik sta ’s morgens gezellig op het schoolplein te kletsen met andere ouders, die langzaam maar zeker ook mijn beste vrienden worden.
    Realiteit: ik ben ’s morgens helemaal niet gezellig. ’s Morgens wil ik gewoon lekker anoniem door het leven en niet met 150 andere ouders door een gang schuifelen met broodtrommels, tassen en jassen en dat als je dan per ongeluk gaapt, een jolige vader tegen je zegt: ‘Zware nacht gehad, moeders?’ Laat me met rust, man.
  4. Verwachting: eenmaal op school worden mijn kinderen bijna nooit meer ziek.
    Realiteit: klopt, maar je moet ze wel elke dag controleren op hoofdluis.
  5. Verwachting: eenmaal in de basisschoolleeftijd slapen mijn kinderen door.
    Realiteit: vóór ze naar school gingen was dat inderdaad zo, maar nu komen ze er ’s nachts ineens weer uit met enge dromen of een nat bed. En dan moet je er ’s morgens ook nog voor dag en dauw uit om brood- en fruittrommels klaar te maken, haren te vlechten en te ruziën over dat je dus beter geen sandalen aan kunt doen als het regent, terwijl ik ze voorheen gewoon op een willekeurig tijdsstip met ontploft haar op de opvang afleverde en met kunstig ingevlochten haren weer terugkreeg.
  6. Verwachting: ik lever mijn kinderen elke dag keurig op tijd op school af.
    Realiteit: hoe vroeg ik de wekker ook zet, mijn kinderen weten altijd iets te verzinnen waardoor ik uiteindelijk toch weer sta te schreeuwen dat we te laat komen en ze vervolgens in de raarste zelf gekozen kledingcombinaties net op tijd of net te laat hun opwachting maken op het schoolplein, waar dan een bijdehante zesjarige aan het klimrek hangt die zegt: ‘Heeft jouw dochter nou gymschoenen aan? Voor in de gymzaal?’
  7. Verwachting: een carrière is prima te verenigen met het moederschap zodra je kinderen naar school gaan.
    Realiteit: ik weet niet hoe het komt, maar het schoolplein bestaat voor zo’n tachtig procent uit moeders. De carrière van de mannen (de mijne incluis) gaat blijkbaar voor. Ik ben dus nu een schoolpleinmoeder, die elke ochtend en elke middag op stipte tijden komt opdraven om de kinderen te halen. En denk maar niet dat je dan nog even die klus kunt afmaken waar je net middenin zat. Tegen de tijd dat je klaar bent met de tafel afruimen, die vergeten broodtrommel terug naar school brengen, de was in de machine gooien, het speelgoed van je bureau harken en je eindelijk lekker aan het werk bent, moet je ze alweer gaan halen.
  8. Verwachting: als ze naar school gaan, heb ik voortaan een opgeruimd huis.
    Realiteit: naar school gaan betekent dat ze vijf middagen per werkweek de kans krijgen in een uur of twee net zo veel troep te maken als ze voorheen deden op een hele dag.
  9. Verwachting: ’s middags klets ik gezellig bij met mijn kinderen over wat ze vandaag allemaal op school gedaan hebben.
    Realiteit: je kind zwijgt in alle toonaarden over wat het die dag heeft uitgespookt, hoewel het soms op een onverwacht moment ineens een flard van een belevenis met je kan delen waar je dan zelf chocola van moet zien te maken. Een overdracht krijg je ook niet, dus wat je kind zoal uitspookt in een toch best substantieel deel van zijn leven – je hebt werkelijk geen idee.
  10. Verwachting: het komt goed.
    Realiteit: Waarschijnlijk mijn meest realistische verwachting, want met alle andere fases is het immers ook goed gekomen? Ik heb dus nog steeds goede hoop. Wel hoor ik graag van jullie hoe jullie die eerste weken op de basisschool zijn doorgekomen? En wanneer werd het makkelijker? Alvast bedankt.

Volg Janneke ook op Instagram.

LEES OOK: Ouders, geniet maar van de tropenjaren; het wordt allemaal nog veel erger