De langvoeder: de freak onder de moeders

19.01.2023 07:00

Esmay geeft haar zoontje al 16 maanden borstvoeding. Ze heeft het gevoel dat ze zich daarvoor moet schamen. En daar is ze eigenlijk een beetje boos om.

“Nog steeds?” gilt de moeder van een klasgenootje van mijn zoontje over het schoolplein. Ik krijg een rode boei. “Ja, nog steeds,” fluister ik, in de hoop dat zij ook wat zachter gaat praten. De vraag hiervoor was of mijn jongste zoontje nog altijd borstvoeding krijgt. “Je bent gek!” zegt ze. Ik lach een beetje en rond dan het gesprek af. Het is niet de eerste keer en niet de laatste keer, dat ik voor gek word verklaard. Volgens de definities ben ik met 16 maanden borstvoeding een zogenaamde langvoeder. Het klinkt een beetje als een term voor op de boerderij, maar ach. Ik heb wel in ergere hokjes gezeten gedurende mijn leven. ‘Schoolverlater,’ bijvoorbeeld.

Lees ook: Borstvoeding is het beste voor de baby, maar niet altijd voor de moeder

Een paar dagen later. Mijn vader belt. Ook hij informeert naar het voeden van mijn zoon. Ja, er wordt door iedereen over mijn borsten gepraat. Hij lacht hard als ik toegeef (want zo voelt het) dat hij nog steeds niet ‘van de borst af is.’ ‘Maakt hij je blouse zelf al open?’ grapt hij. Mijn vader vindt zijn eigen grapjes altijd erg leuk. Ik hoor mezelf zeggen dat het allemaal wel meevalt. Dat hij niet zo vaak komt. Dat ik het een beetje afbouw. Mijn man staat in de keuken, kijkt me aan en trekt zijn wenkbrauwen op. We hadden gisteren nog een gesprek over hoe gezellig en makkelijk ik het eigenlijk nog vond dat onze jongste nog bij me dronk. Dat meende ik wel. Wat ik tegen mijn vader zeg niet. Ik praat hem naar zijn mond en baal daar, achteraf, van. Niks voor mij ook. Meestal ben ik goed in staat om mijn daden en overtuigingen verbaal te onderbouwen. Nu, na zoveel negatieve reacties op het feit dat ik nog borstvoeding geef, lukt me dat niet meer zo goed.

Gelukkig zijn er ook leuke reacties. Zo kwam een moeder naar me toe in een indoorspeeltuin om te zeggen dat ze jaloers was. “Kon ik hem nog maar even lekker zo bij me nemen,” verzuchtte ze. Dat deed me oprecht goed. Net als de reactie van een vriendin. Fuck die hokjes. Of je nou een kortvoeder, niet-voeder of langvoeder bent. Bij haar liep de borstvoeding niet zo goed. Ze zegt dat ik vooral lekker moet blijven voeden zolang ik en mijn kind dat fijn vinden. Oh, en mijn kind vindt het fijn. Wanneer ik hem om drie uur ophaal bij de gastouder, wil hij niets liever dan lekker samen in de gele stoel. Lekker tegen me aan hangen, een beetje drinken. Ik aai hem door zijn lichte haartjes en hij kijkt me stralend aan. Op zulke momenten denk ik: laat de wereld maar roepen. Laat ze maar zeggen dat het niet normaal is. Of gek. Ik vind het fijn. Voor ons is het goed. Het is niet dat ik ooit bewust besloot om zo lang borstvoeding te geven. Mijn oudste zoon voedde ik ‘maar’ vijf maanden. Het liep dit keer gewoon zo. Het gaat makkelijk. Het helpt hem soms met slapen. Het is gewoon gezellig.

Ik ben niet zo van de borstvoedingmaffia. Als jij geen borstvoeding wilt geven of minder lang, be my guest. I really don’t care. Het is wel jammer dat langer dan zes maanden borstvoeding geven in ons land wordt gezien als afwijkend. In Spanje, hoorde ik van een kennis, is twee jaar voeden heel normaal. Hup, gewoon op een bankje in het park. Niemand die ervan opkijkt. Ik ben inmiddels op het punt dat ik me schaam om in het openbaar te voeden. “Dat ziet er toch niet uit, zo’n groot kind aan de borst,” moest ik laatst van iemand horen. Tja, dat doet zelfs de meest zelfverzekerde moeder geen goed. Het maakt me eerlijk gezegd, best wel boos. Iets wat mooi en natuurlijk is, wat de betrokken personen als fijn ervaren, wordt zo negatief gemaakt. Dat vind ik niet eerlijk en totaal onterecht. Mijn man vindt dat ik iedereen lekker moet laten lullen. Makkelijk gezegd, natuurlijk. Het gaat niet over zijn borsten. Hij maakte laatst stiekem een foto van hoe ik mijn dreumes zat te voeden. Hij liet ‘m me ’s avonds zien. “Wat zie jij op deze foto?” vroeg hij me. De tranen sprongen in mijn ogen, en nu ik dit schrijf weer. Ik zag een moeder en een kind die heel veel van elkaar houden. En die samen nog even genieten van deze bijzondere manier van samenzijn. Dat is alles. Daar kan toch niemand op tegen zijn.

Lees ook: Waarom ik een hekel heb aan borstvoeding geven