Je hebt moe en je hebt MOE. Dit zijn de 7 soorten moedermoeheid

26.10.2019 00:10

Janneke heeft de bodem van de put gezien op het gebied van moeheid en weet: er zijn belangrijke, niet te onderschatten verschillen als het aankomt op slaapgebrek. Dit zijn de 7 soorten moedermoeheid:

Lees ook: 10 bizarre eigenschappen van een oververmoeide moeder (die je eerst niet had)

  1. Premoederschapsmoeheid.
    Als je premoederschapsmoe bent, denk je weleens dat je héél moe bent. Je hebt namelijk een héle nacht niet geslapen. Of je moest er al om half zéven uit. Ha! Eenmaal moeder weet je dat dit soort moeheid helemaal niet meetelt. Tenzij je lijdt aan insomnia komt er namelijk altijd, meestal vrij spoedig, een nacht dat je wél slaapt. Vaak nog acht uur non-stop ook. Heb je wél insomnia, dan is dat natuurlijk balen, maar aan de andere kant: het is een prima voorbereiding op het moederschap.
  2. Zwangerschapsmoeheid.
    Voelt een beetje alsof je met een koekenpan of je hoofd wordt geslagen, op een moment dat je het helemaal niet verwacht. Ineens wil je nog maar één ding: liggen. Vooral in het eerste trimester, en dat is mooi balen, want geen hond weet nog dat je zwanger bent. In de laatste weken van je zwangerschap ben je trouwens ook behoorlijk moe, maar het goede nieuws is: het kan nog véél moeier.
  3. Kraamvermoeidheid.
    Kraamvermoeidheid is een mix van intens slaapgebrek, pure adrenaline, endorfine, naweeën, fysieke uitputting en verliefdheid. Het kan leiden tot enorme huilbuien, maar meestal slepen de hormonen en de opwinding je prima de dag door. Kan ook leiden tot overmoed: je denkt dat je helemaal niet mee hoeft te slapen met de baby, omdat je binnenkort wel weer een keer slaapt. Dom, dom, dom.
  4. Doorsnee eerste-drie-maanden-moeheid.
    Doorsnee eerste-drie-maanden-moeheid treedt op als je een baby hebt met een gemiddelde uitputtingsfactor. Dus: je moet er ’s nachts vaak uit om te voeden, hij heeft ook wel wat krampjes of een huiluurtje, maar over het algemeen doet je baby het eigenlijk wel lekker. Of je hebt een partner of familie die je regelmatig ontzien, waardoor je af en toe een (halve) nacht kunt bijslapen. Deze moeheid ken ik alleen van horen zeggen, dus ik kan hier verder geen uitspraken over doen.
  5. Vermoeidheid die grenst aan gekte.
    Heb je een huilbaby, of een marathondrinker, of een prematuur, of een tweeling, of een drieling of een andere soort gebaard die je hardnekkig non-stop uit je slaap houdt, dan treedt er een ander soort vermoeidheid op: de vermoeidheid die grenst aan gekte. Deze vermoeidheid voelt een beetje alsof je zeven dagen non-stop op een housefeest hebt staan dansen op alleen wat limonade, en dat je dan op de maandagochtend daarna bij je schoonouders op de thee zit, terwijl je – en nu komt ie – tegelijkertijd blootvoets de Mount Everest beklimt. Lijd je aan dit type vermoeidheid dan weet je ’s morgens niet of je het einde van de dag wel gaat halen, je brabbelt onzin, je valt staand in slaap terwijl je staat te koken, je verliest de zin van het leven uit het oog, je struikelt over je eigen voeten, je weet niet meer of je slaapt of wakker bent, je gooit per ongeluk gekolfde melk in je koffie en je kunt nog maar aan één ding denken: slaap. Je haat iedereen die zegt dat-ie moe is terwijl-ie slechts lijdt aan vermoeidheid van het type nr. 4. Je haat eigenlijk sowieso iedereen. Behalve je baby(‘s).
  6. Hardnekkige vermoeidheid.
    Ben je eenmaal door de vermoeidheidstadia 2 t/m 4 of 5 gegaan, dan is er een kans dat je op een gegeven moment nóg moeier wordt. Namelijk als je voor het eerst sinds tijden weer een hele nacht slaapt. Of misschien wel een paar nachten. Je weet niet hoe het kan, maar op de een of andere manier helpt slapen niet meer. Je wordt alleen maar, tja, nog moeier dus. Misschien lijd je aan postnatale depletie.
  7. Doorsnee moederschapsvermoeidheid.
    Heb je al deze stadia achter de rug, dan blijft er meestal nog één soort vermoeidheid over: de doorsnee moederschapsvermoeidheid. Je blijft namelijk altijd wel een beetje moe als moeder, maar je went eraan en eigenlijk valt het je niet eens meer op. En er zijn ook zomaar af en toe momenten dat je je níet moe voelt. Ook al duren ze soms nog zo kort. Ik kan me dat eerste moment van niet-vermoeidheid nog levendig herinneren. Ik stond in de speeltuin met mijn dreumesen en dacht: hé, wat gek, ik voel me niet moe, wat BIZAR. Het duurde maar een paar minuten, maar vanaf dat moment weet je: er gloort weer hoop aan de horizon.

Lees ook: De 9 voordelen van chronisch slaapgebrek (ze bestaan echt!)