Gerjanne heeft spijt van haar keus: “Ik vind thuisblijfmoeder zijn maar niets”

04.04.2022 18:00
‘Ik vind thuisblijfmoeder zijn maar niets’

Gerjanne (30) zegde met alle liefde haar baan op om bij haar kinderen (3 en 9 maanden) te zijn. Drie jaar later heeft ze spijt.

“Nee sorry, ik moet werken, app’te mijn vriendin toen ik vroeg of ze tijd had voor koffie. Ik staarde een tijdje naar het berichtje, vroeg me af waarom het me verdrietig maakte. Ik wilde haar graag zien, maar daar ging het niet om. De reden dat ze moest werken op een dag dat we wel vaker hadden afgesproken, was dat ze onlangs van 20 naar 24 uur was gegaan. Ineens viel het kwartje: ik was jaloers.

Lees ook: Struggles die elke thuisblijfmoeder herkent.

Het was geen leuke gedachte. Ik had toch alles wat ik wilde? Genoeg tijd met mijn kinderen, geen werk- of alle-ballen-in-de-lucht-stress, geen ondoenlijke ochtendspits of een halve burn-out om op tijd bij de crèche te zijn. Als ik vriendinnen soms hoorde, prees ik me gelukkig dat ik dat niet had. En dan had ik ook nog genoeg geld, want mijn vriend verdient goed.

We waren er snel over uit toen ik zwanger was: ik zag een bestaan als werkende moeder niet zitten, mijn vriend vond alles prima. Dus werd de laatste dag voor mijn verlof ook mijn laatste werkdag. Dolgelukkig was ik, dat ik me straks niet hoefde te storten in de ratrace waarin ik zoveel anderen zag. Altijd maar rennen, amper tijd voor de kinderen en voortdurende strijd met hun man over kleinigheden. Achteraf denk ik dat ze het niet zo zeiden, maar dit was hoe ik het onthield. En mij zou het anders vergaan.

Dat klopte ook, want de stress die sommige van mijn vriendinnen kennen, die heb ik niet. In het begin vond ik het ook heerlijk dat ik zoveel tijd met onze dochter had. Uren zat ik met haar op de bank of ging ik met haar wandelen. Het eerste jaar was heerlijk, ik kijk er met veel plezier op terug. Maar ik had het ook prima gevonden om na dat jaar weer aan de slag te gaan. Dat zei ik natuurlijk niet, ik drukte dat gevoel maar een beetje weg.

Lees ook: Welke dag is het vandaag? En nog 14 dingen die iedere thuisblijfmoeder zeker herkent

We wilden graag een tweede, dus er kwam een tweede. Hoe fijn het is ook is om weer een baby te hebben, het is natuurlijk wel heel anders dan toen ik alleen mijn oudste nog had. Niks geen uren knuffelen of wandelen, maar stevig aanpoten en altijd lauwe koffie. Er waren dagen dat ik de klok vooruit keek. Daar kunnen mijn kinderen niets aan doen, zij doen gewoon precies wat kinderen horen te doen. Maar ik vind de dagen soms zo lang duren.

Het ding is: ik wil me ook bezighouden met andere dingen. Wil dat boodschappen bijzaak worden in plaats van mijn belangrijkste besteding van die dag. Ik weet dat je dit niet mag zeggen, maar vijf dagen per week in mijn eentje thuis met de kinderen vind ik soms gewoon saai. De dagen lijken op elkaar, ook al onderneem ik uitstapjes. Ik heb soms het gevoel dat ik mijn leven besteed aan opruimen, verschonen en boterhammen smeren. En nog meer opruimen. Als mijn vriend ’s avonds thuiskomt, wil ik over meer kunnen praten dan dat.

Het liefst zou ik weer aan het werk gaan, maar het is niet zo makkelijk om iets te vinden in mijn vakgebied. Bovendien staat mijn vriend niet te springen. “Het gaat toch goed?” zei hij, toen ik voorstelde om weer te gaan werken. Dat helpt ook niet, want als ik aan de slag ga, vraagt dat ook een omwenteling bij hem. De kinderen halen of brengen of een keer koken. Daar zit hij niet op te wachten. Maar op deze manier door tot mijn jongste naar school gaat, daar zit ík echt niet op te wachten.”

Lees ook: Hoe de zomervakantie me deed beseffen dat ik geen thuisblijfmoeder kan zijn.