Janneke wil óók 1 miljoen minuten doorbrengen met haar gezin

07.05.2019 00:10

Sinds de vakantie is afgelopen en iedereen weer aan het werk en naar de opvang is, zit Janneke in een dip. En toen las ze een heel interessant boek…

Ik begon net een beetje te wennen aan het feit dat ik me de halve week verscheurd voel omdat ik én niet aan mijn werk toekom, én niet genoeg tijd heb voor de kinderen en dat ik daarom voortdurend kamp met een soort dubbel schuldgevoel. En toen werd het meivakantie. Mijn man was ruim een week vrij en op mijn laptop draaide Nijntje en Barbapapa in plaats van Microsoft Word, waardoor er ineens twee paar armen beschikbaar waren om te knuffelen, twee schoten om op te zitten en twee paar ogen om op te letten of de boel niet werd gesloopt (wat niet voorkwam dat mijn laptop sneuvelde, maar dat is een ander verhaal). Ik zág de kinderen gewoon opbloeien. Een papa én een mama die de hele dag beschikbaar waren, dat was zo’n dolle boel dat er hier de hele dag naakt door het huis werd gedanst (door peuters, niet door ons), op schouders werd gezeten, aan nekken gehangen en heel laat naar bed gegaan, want wie wil er nou slapen als het zo’n groot feest is? Erg vonden we het eigenlijk niet dat ons heilige ritme ineens overhoop lag, want we hadden dan wel geen avond voor onszelf meer, we konden wel uitslapen tot een uur of acht en welke ouder hoor je dan nog klagen?

Lees ook: Nee, ik wil niet nog een baby. Ik wil meer tijd met de baby’s die ik al heb.

Maar nu is de werkweek weer begonnen. Het vakantieritme is niet meer gezellig mediterraans, maar ineens ronduit slopend. Want om kwart over zes gaat hier de wekker weer en dan is het niet zo lollig dat je de vorige avond rond een uur of elf nog de poep van de vloer van de kinderkamer hebt lopen schrapen en de hele inhoud van de commode in de Biotex hebt staan zetten omdat peuters daarmee de poep door de kamer hebben verspreid, terwijl jij dacht dat ze eindelijk zoet aan het slapen waren omdat het zo lekker stil was boven (waar gebeurd). En dat je dan ‘s morgens van die beteuterde gezichtjes ziet als je vertelt dat het tijd is om naar de opvang te gaan. Dat je uitlegt dat papa en mama moeten werken en dat je kinderen dan zeggen: “Nee hoeft niet werken”. Dat je ze dan met pijn in je buik afzet bij de opvang, want er wachten weer deadlines en je had ook al een extra opvangdag geregeld omdat die zo in je nek lopen te hijgen, dus je weet dat het morgen net zo zal gaan.

Nu zit ik achter mijn laptop en ik voel me verscheurder dan ooit. In de vakantie las ik het boek Een miljoen minuten. Hoe een meisje haar vader inspireerde om voor de écht belangrijke dingen in het leven te kiezen, van Wolf Küper. Wolf had een, zoals hij zelf zegt, briljante carrière als deskundige voor de Verenigde Naties, maar hij had ook twee kinderen, van wie er een net de diagnose ‘gehandicapt’ had gekregen – hoewel ze zelf beweert dat ze van een andere planeet komt. Als hij op een dag zijn dochter van vier gehaast een verhaaltje voorleest en hij duidelijk maakt dat hij maar tien minuten heeft, zegt zij: “Tien minuten?! Tien minuten voor drie verhaaltjes? Je bent een beetje in de war. O, papa, ik wou dat we een miljoen minuten hadden. Alleen maar voor hele leuke dingen.”

Het idee laat Wolf niet meer los, ook omdat hij heeft gemerkt dat zijn dochter steeds een sprong maakt in haar (verder zeer trage) ontwikkeling als ze met het gezin op vakantie zijn. Daarom zegt hij zijn baan op en vertrekt met het hele gezin voor twee jaar op wereldreis. Twee jaar is namelijk omgerekend een miljoen minuten. Op reis komt hij tot het inzicht hoe vreemd het eigenlijk is dat we de tijd die ons gegeven is, ons leven, eerst in geld omzetten, voor we er weer kleine stukjes van terugkopen. Zijn eigen leven bestaat, vóór hij op reis gaat, uit to-dolijstjes die niet korter maar juist steeds langer worden. ‘Dit leven,’ schrijft Wolf, ‘verliep onstuitbaar en op de een of andere manier bleef er niets van over. Maar het ergste was: op die domme to-dolijstjes staan nou net niet de belangrijke dingen. Ik had eigenlijk elke dag een voorgedrukte lijst moeten maken waarop bovenaan in vette koeienletters stond: Tijd met Nina.’ Uiteindelijk gooit hij al zijn lijstjes overboord en kiest hij voor het enige wat op dat moment écht aandacht nodig heeft: zijn gezin.

Sinds ik het boek las (ik heb het trouwens nog niet uit, zoals ik al schreef waren onze avonden nogal kort), laat het idee me niet meer los. Meer tijd doorbrengen met mijn gezin. Maar hoe dan? In de vakantie zaten we met het hele gezin in een bubbel. We hadden geen afspraken buiten de deur. We lanterfanterden, keutelden, knuffelden, bakten en keuvelden. Er werd trouwens ook wat geschreeuwd, gekibbeld, geruzied en haren getrokken (door peuters, niet door ons), maar toch. Het was verdomd gezellig. En ik wil er meer van. Maar ik ben geen Wolf Küper. En mijn vriend ook niet. Wolf kon het geld voor zijn wereldreis vrijmaken door geen dure nieuwe auto te kopen, en al zijn horloges te verkopen. Mijn enige waardevolle bezit is mijn laptop en zoals ik al schreef heeft die het onlangs begeven. Als we onze auto verkopen, kunnen we misschien net een elektrische bakfiets aanschaffen. Daar kom je niet veel verder mee dan in Ameland. Voorlopig blijft het dus bij dromen. Over de miljoen minuten die ik ooit hoop door te brengen met mijn gezin en hoe ik eindelijk inzie dat de rest er niet toe doet.

Lees ook: Een baby! En dan?! Schuldgevoel.