Ben je meer het kind van je moeder of de moeder van je kind?

22.03.2016 00:20
moeder, liefde, handen

Twee weken geleden werd Femke gebeld door haar moeder. Midden op een werkdag. Femke voelde meteen dat er iets niet goed zat. En dat klopte. De dokter van Femke’s moeder vreesde dat er iets mis was in haar darmen en ze moest voor een uitvoerig onderzoek naar het ziekenhuis. Meteen schoten de vreselijkste gedachten door Femke’s hoofd: “Stel dat mijn moeder ziek blijkt en dood gaat…?”

Lees ook: Als een kind zijn moeder verliest…..(dan houdt toch de wereld op)

Tot nu toe ben ik rijkelijk gezegend in dit leven. Er zijn wel mensen (ook een paar heel jonge) om mij heen gestorven, maar nooit in de eerste lijn. Mijn moeder verloor zelf haar vader op haar vijfentwintigste en ik heb dat altijd als een gegeven gezien. Zo van: “Heel zielig voor haar, maar god, ze was volwassen. Die dingen gebeuren.”
Op die bewuste dinsdag dat mijn moeder belde dat ze naar het ziekenhuis moest, kreeg ik echter een harde klap in mijn gezicht. Het was de allereerste keer dat ik geconfronteerd werd met haar sterfelijkheid. En alles in mijn schreeuwde: “Dit kan echt niet, hoor. Ik ben daar nog LANG niet klaar voor.” Mijn moeder suste me en zei dat het vast allemaal wel mee zou vallen, maar ik hoorde haar al niet meer. Stel Dat….

s Avonds in bed lag ik na te denken waarom ik zo van de leg was en ineens besefte ik: ik ben nog steeds meer kind van mijn moeder dan moeder van mijn kind. Ik zou serieus niet weten wat ik zonder mijn moeder zou moeten. Zij is één van de grote pijlers onder mijn bestaan. Als zij weg zou vallen, zou er een leegte ontstaan waarvan ik me niet kan voorstellen dat ik ‘em ooit te boven zou kunnen komen. Nee, dat zie je bij mij niet aan de buitenkant. Ik ben een zelfstandig iemand die niet elke dag met haar moeder aan de telefoon hangt. Sterker nog, eens in de paar weken appt mijn moeder me: “Zullen we vanavond even bellen?” omdat ik het anders vergeet. Het gaat dus ook niet om lijfelijke aanwezigheid, maar vooral om de geestelijke aanwezigheid. Dat je altijd weet: deze persoon is er voor mij. Altijd. Wat er ook gebeurt. De onvoorwaardelijkheid van ouders is ongekend. Niemand anders kan je dat geven. Als ik zou moeten kiezen tussen mijn man Reinier en mijn moeder, zou ik zonder twijfel mijn moeder kiezen. Terwijl ik met Reinier toch mijn leven deel en er niet aan zou moeten denken om mijn moeder de hele dag om me heen te hebben.

Mijn moeder en ik zijn verschillend als dag en nacht. Zij is rustig, ik ben druk. Zij is evenwichtig, ik schiet alle kanten op, zij had het liefst een gezin met zeven kinderen gehad, ik vind eentje al veel, zij is een kampeerder, ik houd van luxe hotels…Noem een persoonlijkheidskenmerk en wij zijn uitersten. Maar dat maakt dus niet uit. Zij is het allerbelangrijkst. Haar mening (ook al volg ik em niet altijd op) zal altijd een grote rol spelen in mijn leven. Dat ik kind ben van mijn moeder voelt als een vaststaand feit en dat ik zelf moeder ben…tsja…dat voelt anders. Misschien is het iets wat groeit met de jaren, maar nog steeds heb ik af en toe het idee dat ik in een toneelstuk zit als ik bij de slager sta en mezelf tegen Max hoor zeggen (als ie een plakje worst krijgt): “En wat zeg je dan?” Alsof ik mijn eigen moeder, de übermoeder, na doe. Klinkt dat gek? Natuurlijk houd ik net zo onvoorwaardelijk van Max als van mijn moeder, maar de krachtsverhouding is (logischerwijze) anders. Max bouwt op mij en ik bouw…op mijn moeder.

Gisteren had ik haar aan de telefoon. De uitslag van het onderzoek was goed. God zij dank. Maar toch is er door dit voorval voorgoed iets veranderd. Ik mag dan niet op dagelijkse basis aan mijn moeder hangen, maar de manier waarop ik geestelijk van haar afhankelijk ben is misschien niet helemaal zoals die zou moeten zijn op 36-jarige leeftijd. Dat is me wel duidelijk geworden. Moet ik me losmaken? Maar hoe doe je dat? En waarom eigenlijk? Is de pijn dan minder groot als ze er niet meer is? Vragen, vragen…

Lees ook: Als je niet zeker weet of je altijd voor je kind kunt blijven zorgen