‘Mijn man wil geen vijfde en dat vind ik jammer’

17.02.2022 18:00
'Mijn man wil geen vijfde en dat vind ik jammer'

Isa (34) is moeder van vier jongens (9, 6, 4 en 1). Ze wil dolgraag een vijfde kind, maar haar man vindt het wel genoeg zo.

LEES OOK: Een derde kind? Je gevoel zegt ja, je verstand zegt nee.

“Kun je nagaan: ik twijfelde of ik wel een tweede wilde. Na de geboorte van mijn oudste was ik behoorlijk van de kaart. Mijn lijf voelde als een ravage, ik was beperkt in mijn vrijheid, de borstvoeding was een fulltimebaan, dag en nacht. ‘Ik hou het bij één kind’, verzuchtte ik na een week of vier tegen een vriendin. Die het leuk vindt om me daar nog af en toe aan te herinneren.

Na zes weken ging ik het leuk vinden. En daarna alleen maar leuker, ondanks het slaapgebrek. Na twee jaar besloten we voor die tweede te gaan, maar toen wist ik al dat ik er zeker nog wel eentje bij wilde. En na de derde was het voor mijn gevoel nog niet klaar, ook omdat ik wéér een jongetje had gekregen. Begrijp me niet verkeerd, het kan me echt niet schelen wat het het geslacht is – gezondheid is het belangrijkste, om maar een cliché te gebruiken – maar het had me wel leuk geleken om óók een meisje te hebben. Met dat in mijn achterhoofd en opnieuw het gevoel dat ons gezin nog niet compleet was, gingen we voor een vierde. “Dit is echt de laatste”, verzuchtte mijn man, alsof hij wanhopig van me werd. En oké, het heeft me wat moeite gekost om hem om te praten, maar uiteindelijk wilde hij net als ik een groot gezin.

Lees ook: Waarom ik eigenlijk wél een derde kind wil.

De vierde werd weer een jongen en dat vond ik jammer, zoals ik het na drie meiden ook jammer zou hebben gevonden om weer een meisje te krijgen. Het kostte me twee dagen van teleurstelling, al was ik vooral ook blij dat ook deze baby gezond bleek te zijn. Maar ik moet toegeven: toen begon al het gevoel dat ook dit niet de laatste zou kunnen zijn. Omdat ik dat van mezelf ook wel een beetje raar vond – víér kinderen, zei ik soms zelfs hardop om mezelf eraan te herinneren dat dat er echt veel zijn – sprak ik er nog niet met mijn man over. Maar toen onze jongste werd geboren, verdween het gevoel niet. En toen hij een paar maanden geleden één werd, ook niet.

Inmiddels heb ik het met mijn man besproken. Hij werd boos, voor het eerst sinds al die keren dat ik weer aankwam met mijn nog niet honderd procent vervuld kinderwens. “Je moet echt ophouden”, riep hij. “Het is mooi geweest. Wees eens blij met wat je hebt.” Ik snap hem heel goed, het is druk met vier jongens en we wonen ook niet bepaald in een villa. En ik bén ook blij met wat ik heb, zeker nu er net weer een vriendin in mijn omgeving is die waarschijnlijk nooit een kindje zal krijgen. Dan kijk ik naar mijn jongens en denk ik: wauw, bofkont.

Maar aan de andere kant, het gevoel blijft. Nog één keer, nog één baby. Ik denk echt dat ik me dan wel compleet voel. Druk is het nu toch al, daar zal één kind extra nou ook niet zoveel aan veranderen. Alleen durf ik het onderwerp niet meer aan te snijden bij mijn man. Ik ben bang dat dat echt tot ruzie zal leiden.”

Lees ook: Zo voed ik op: ‘Per kind wordt het makkelijker, bij de vijfde gaat opvoeden haast vanzelf’.