De moedermaffia! Hoe ontkom je eraan?

29.08.2020 18:30
moedermaffia, moeders, kinderen

Op de Correspondent las Femke een stuk van Sarah Sluimer over de Moedermaffia. Een schot in de roos. Want moeders bekritiseren elkaar als een gek en vaders… halen hun schouders op? 

Sarah: “Voor ik een kind had, viel het woord ‘moedermaffia’ weleens. Iets met allemaal dingen moeten. Met elkaar de les lezen. Mij krijgen ze niet te pakken, dacht ik toen. Maar nu ik een kind heb, moet ik mijn best doen ze buiten de deur te houden. Dat lukt best goed, maar toch kruipen ze soms, via de kleinste kiertjes, mijn leven binnen:

Lees ook: 14 Moederdilemma’s waar we allemaal mee te maken krijgen.

  • Ze staan opeens in mijn keuken afkeurend over de diepvrieserwten gebogen waar ik een papje van brouw.
  • Ze vinden dat ik een jaar lang borstvoeding had moeten geven, omdat melkpoeder nu eenmaal gemaakt is van de uitwerpselen van de duivel.
  • Ze zijn van mening dat ik mijn kind aan me vast moet plakken in draagdoeken en in het echtelijk bed aan mijn boezem moet drukken, tot hij minstens zes jaar oud is.
  • Ze vinden dat niet een klein beetje, maar heel erg. En ze zijn de hele dag, tussen het zorgen door, bezig om dit met de wereld te delen.

Klinkt dit ouderwets? Struin het internet maar eens af en zie hoe moederschap anno 2020 – onder het mom van ‘het beste voor het kind’ – in een keurslijf wordt geperst.

Dus eigenlijk vind ik ‘moedermaffia’ nog een veel te stoer woord. Ze zijn niet een of andere bende die met charme, geweld en chantage probeert je te onderdrukken. Ze zijn eerder fanatieke, brave zendelingen. Moralisten. Moedermormonen. Overtuigd van hun eigen heilige gelijk. Dat er maar één manier is om een goede moeder te zijn, en dat is door jezelf volledig over te geven aan het gezin. Precies zoals bij Nora.

‘Het is allemaal onzekerheid,’ zei mijn moeder toen ik haar laatst zo’n rij moedermormooncommentaren op Facebook liet zien. ‘Jij bent toch ook weleens onzeker?’ Tuurlijk. En ik moet toegeven: soms zocht ik hun gezelschap ook op, ’s nachts op mijn telefoon, wanneer mijn zoontje niet wilde slapen en ik mezelf ten einde raad onderdompelde in hun antwoorden op alles. En heel even dacht ik dan dat er iets mis met me was. Hield ik wel genoeg van mijn kind? Moest ik niet, net als zij, veel thuisblijven, op babysalsales en bij ieder hoestje naar de dokter? Had ik niet, omdat ík onze zoon gedragen heb en ter wereld geholpen, een veel grootsere band met hem dan mijn vriend?

En moedermormonen vond ik niet alleen online. Op het consultatiebureau werd mijn vriend in eerste instantie genegeerd en moest ik meerdere keren benadrukken dat hij toch echt voor de helft verantwoordelijk was voor het grote opvoeden. En op de crèche, waar hij ons kind iedere week haalde en bracht, werd hij pas serieus genomen toen hij er ook nog eens vroeg hoe zijn dag was geweest.

Wanneer het over opvoeden gaat, worden altijd en overal de moeders aangesproken en de vaders als een lul-de-behanger behandeld. Zelfs mijn vriend zei in die eerste zware maanden weleens ‘jij bent veel beter met hem’ of ‘jij kent hem al langer.’ Toen de nachten echt heel kort waren, probeerde ik de jas van het heilige moederschap ook maar eens uit. ‘Volgens mij moet je hem veel langer vasthouden voor je hem in bed legt,’ zei ik bijvoorbeeld tegen mijn vriend. ‘Ik weet dat soort dingen nu eenmaal van nature.’

Maar niet lang daarna dacht ik: als ik nu zo door blijf gaan, dan is het voor altijd bekeken. Dan wring ik mezelf in een leven dat ik niet wil. Dan eis ik mijn zoon op en zet ik mijn vriend buitenspel. En dan, na een paar jaar, kijk ik naar mezelf en ben ik dit: het hoofd van het huishouden op de eerste plaats. Een vrouw met een gezellige parttimefunctie op de tweede plaats. En mijn vriend? Die werkt vrolijk fulltime verder, want die wordt niet aangesproken op de dingen die hij moet doen om een goede vader te zijn. Een goede vader werkt, een goede moeder zorgt en werkt erbij.”

Het complete stuk lezen? Klik hier.

Lees ook: Als je er doorheen zit… En een compliment krijgt van een medemoeder.