Sinds ik moeder ben, ben ik een huismus

02.12.2017 17:30

Dag citytrips en hippe feestjes, hallo rondje om de Hema en bingewatchen op de bank. Janneke bekent: sinds ze moeder is, is ze een Huismus. Met een hoofdletter, ja.

Lees ook: 12 Onwijs burgerlijke dingen die je overkomen als je moeder bent

Vroeger was ik best uithuizig. Ik ging minstens twee keer per jaar op een citytrip en als het even kon, maakte ik ook nog een verre reis. Op vrijdagavond zat ik zelden op de bank, en op zaterdagavond al helemaal niet. Waarom op de bank zitten als je ook de wereld kon ontdekken, cultuur kon snuiven, feestjes kon hoppen en nieuwe mensen kon ontmoeten? En wie nieuwe mensen ontmoet, maakt ook nieuwe vrienden en met die vrienden moet je dan weer op citytrip, waar je weer nieuwe mensen ontmoet – en voor je het weet ben je nooit meer thuis.

Toen werd ik moeder. Van een tweeling. Het eerste jaar kwam ik sowieso nauwelijks het huis uit. Dat paste niet in het schema – het heilige middel in het leven van de tweelingmoeder. Met ‘het huis’ bedoel ik dan eigenlijk ‘ons stadsdeel’, want ik maakte heus wel ommetjes met de kinderwagen, maar veel verder dan de Hema kwamen we nooit – en dan had ik meestal mijn joggingbroek nog aan, dus eigenlijk telt dat niet. De eerste maanden vond ik dat best afzien. Los van het feit dat die hele kraamtijd al best afzien was, was ik ook gewoon jaloers op vriendinnen die langskwamen en daarna nog even lekker naar de film of de stad in gingen. Ik wist niet eens meer hoe de stad erúitzag. Films keek ik thuis op de bank en nooit meer dan een halve film, want dan was het alweer tijd voor een voeding.

Maar het gekke was: ik wende eraan. Toen onze baby’s eenmaal dreumesen waren en wij ’s avonds op de bank een HELE film konden kijken, voelde dat als het walhalla. Het werd herfst, dat hielp ook mee. Gordijnen dicht, warme chocolademelk erbij, huissokken aan, dekentje over mijn benen – we hadden nog net geen tijd om ook nog de kaarsjes aan te steken, maar gezellig dat het was! Vanaf dat moment werd het van kwaad tot erger. Ik begon te genieten van kleine dingen, zoals met de kinderen door het park drentelen tussen de herfstbladeren. Ik sloeg aan het knutselen. En aan het bakken. Toen namen we Netflix en was helemaal het hek van de dam. Want waarom zou je door het donker en storm en regen fietsen op weg naar een of ander feestje, als je ook de verwikkelingen van Love en Atypical kon volgen? Inmiddels zet ik nog net niet mijn mans pantoffels klaar als hij thuiskomt (hij heeft geen pantoffels), maar het scheelt verdraaid weinig.

Onlangs is de laatste stap gezet in mijn huismusserige bestaan: wij doen voortaan weekboodschappen. Het laatste beetje avonturier in mij verzette zich hier hevig tegen, want naar de supermarkt gaan, was tenminste nog een soort dagelijks uitje en bovendien is er niets mutserigers dan weekboodschappen doen. Maar ik ben om. In het weekend doen mijn man en ik gezellig boodschappen online voor de hele week en relaxed dat dat is! Twee dagen later komen ze het zó je keuken in brengen en geen bezorger die het wat uitmaakt of jij dan op je huissokken loopt.

Eerlijk gezegd geloof ik dat het altijd al in me heeft gezeten. Door het moederschap is mijn ware aard bovengekomen. Ik was gewoon al die tijd een huismus in ontkenning. Wat de kentering veroorzaakt heeft, weet ik niet precies. Ja, natuurlijk, er kwamen kinderen, maar het zou ook kunnen komen doordat we rond die tijd van de stad naar een soort dorp zijn verhuisd. ’s Avonds is hier geen kip meer op straat, en we zien en ruiken hier het verstrijken van de seizoenen. Dicht bij de natuur wonen heeft me trager gemaakt. Of wat ook nog kan: ik word gewoon oud. Het hoeft allemaal niet meer niet meer zo groots en meeslepend te zijn. Een beetje gênant is het natuurlijk wel: dat ik een huismus ben in het diepst van mijn gedachten. Maar ik had het gevoel dat ik het tegen jullie wel kon zeggen.

Lees ook: Waarom het zo gek nog niet is om oud moeder te worden