Keuzes die ik gemaakt heb als moeder en waar ik dus geen spijt van heb

13.11.2015 04:55

Voor ik kinderen kreeg en ook nog toen ik voor de eerste keer zwanger was, had ik suikerzoete dromen over hoe ik het allemaal zou gaan doen. Hoe ik sereen en open als een lotusbloemetje zou bevallen, mijn kind minstens zes maanden van mijn eigen melk zou voorzien en vooral een überrelaxte Zen-mama zou zijn. De praktijk van het moederschap blijkt echter meestal weerbarstiger dan de theorie en dus heb ik een aantal keuzes gemaakt die ik vooraf eigenlijk niet zo gepland had. Maar ik heb er geen spijt van. Waarom niet? Omdat het op dat moment goed was en soms ook gewoon niet anders kon.

Dit bijvoorbeeld:

  1. Een ruggenprik vragen. Daar was ik na 33 uur ontsluiten en alleen maar rugweeën door mijn zoon de sterrenkijker namelijk wel aan toe. Nog nooit zo verliefd geweest op een man in mintgroen pak.
  2. Stoppen met borstvoeding geven. Zes maanden aan de tiet? Dus niet. Na drie dagen had ik de bloedblaren op mijn tepels staan. En was mijn zoon zowat ondervoed. Echt, hoera voor de fles. Zelden zulke opluchting gevoeld.
  3. Inbakeren. Ondanks dat zoveel mensen dat ‘zielig’ vinden. Of ‘gevaarlijk’. Het was de enige manier om Terrorist nr. 1 aan het slapen te krijgen. En een hysterische moeder met een slaapdelirium is ook gevaarlijk.
  4. Inbakeren tot Terrorist nr. 1 ruim 8 maanden was. Mag ab-so-luut niet, I know. En ik heb het echt wel geprobeerd af te bouwen. Met pure paniek als gevolg. Krijsen tot ‘ie blauw zag. En ik een zenuwinzinking nabij was. Dus dan toch maar weer in die bakerzak. En opeens lukte na een tijdje wel.
  5. Mijn baby een speen geven. In het ziekenhuis kreeg Terrorist nr. 1 de bijnaam ‘The Barracuda’, omdat hij zo’n sterke zuigreflex had. Die speen heeft mijn leven (en mijn tepels) gered.
  6. Meer melk geven dan ‘toegestaan’. Ik word namelijk ook strontchagrijnig als ik honger heb. En mijn zoon ook. Dat is dus niet gezellig, een hongerige baby. En van een flesje meer krijgen ze niet meteen obesitas. Hooguit een extra onderkin.
  7. Mijn kind in zijn eigen kamer leggen. Na vier maanden bij ons op de slaapkamer werd ik gek van al zijn slaapgeluiden. Boeren, scheten, hikken, Terrorist nr.1 was een lawaaierige slaper en ik deed geen oog dicht. Ging een stuk beter toen ‘ie op zijn eigen kamer lag te ruften.
  8. Mijn baby laten huilen. Na 11 maanden slaapterreur was ik het zat. Nachtenlang naast dat ledikant met een feestend kind gaat je opbreken. Zeker als je vent wekenlang in het buitenland zit voor werk en je er dus ‘s nachts alleen voor staat. Dus ja, ik heb hem toegepast: die ‘5 minuten regel’. Vijf minuten krijsen, dan een aai over de bol en weer weg. Na drie nachten was het gedonder over. Achteraf denk ik: had ik het maar eerder gedaan.
  9. Mijn baby te vroeg (en te lang) in de wipstoel laten zitten. Als moeder wil je namelijk ook weleens kunnen douchen zonder hemeltergend gekrijs vanuit de box.
  10. Mijn baby televisie laten kijken. Ja, geen Sex & the City natuurlijk, of True Blood. Maar wel filmpjes van Bert en Ernie op YouTube. Ook al mag schermtijd zogenaamd niet voor de 2 jaar. Boeien, af en toe 10 minuutjes rust is ook wat waard.
  11. Alle babybijbels verbranden. Omdat je daar namelijk helemaal hysterisch van wordt en mijn kinderen toch gewoon alles anders doen dan in die boekjes.
  12. Mijn zoon jong laten diagnosticeren. Nee, niet omdat ik mijn kind wil labelen. Maar omdat ik hem wil helpen. En dat is goed gelukt.
  13. Seksen waar de baby bij was. Ja, wel terwijl hij sliep natuurlijk. Maar soms kan het gewoon niet anders. Omdat je kind bij je op de kamer slaapt en je je niet eens meer kunt herinneren wanneer je man en jij elkaar voor het laatst besprongen hebben. En je dus echt geen zin hebt om naar de woonkamer te sluipen en het daar heel ongemakkelijk op de bank te gaan doen.
  14. Toegeven aan mezelf dat het moederschap soms gewoon kut is. En dat ook gewoon tegen andere mensen zeggen.
  15. Liegen tegen mijn kind. “Nee sory schatje, de speeltuin is vandaag dicht”.
  16. Boos worden op mijn kind. Omdat ik dus, helaas helaas, blijkbaar níet Moeder Teresa ben en mijn geduld soms op is. En ik vind dat een kind dat ook best af en toe mag weten.
  17. Scheiden. Want soms doen papa en mama het beter als vrienden, dan als echtelieden.
  18. Ophouden met me schuldig voelen over alles. Ik probeer het namelijk ook alleen maar gewoon goed te doen. En ik ben niet perfect.
  19. Weer gaan werken. Omdat ik daar een leukere moeder van wordt.
  20. Loslaten. Eigenlijk gewoon alles. Omdat het dan meestal pas goed komt.

Lees ook: Ik doe niet mee met het taboe. Met de moeder-oorlog.