Waarom je de eerste 1,5 jaar niet op je man hoeft te rekenen

02.06.2020 18:30

Nachtvoedingen, poepluiers, badjes: jullie zouden het allemaal samen doen Maar als puntje bij paaltje komt, loopt de papa de kantjes er tijdens de babytijd vaak een beetje vanaf. En sta je dus helemaal alleen die luiers te verschonen.

Er komt een dag in je relatie dat je gaat dromen over kinderen. Dat je samen zwijmelend onder een dekentje op de bank zit, dromend over een kirrende baby in een kreukloos opgemaakt wiegje, geurend naar babyshampoo. Dat heeft dan wel al enige voeten in de aarde gehad, want het kostte sowieso minstens vier jaar om het manspersoon naast je zover te krijgen dat hij niet in hyperventileren uitbarstte zodra je het woord ‘baby’ liet vallen. Maar uiteindelijk heb je hem dan zover: hij wil je wel bevruchten. De weken (of, als jij pech, en je vent geluk heeft, maanden) lange seksmarathons stemmen hem gunstig gezind en tegen de tijd dat die tweede streep op de test verschijnt, popt hij net zo lyrisch als jij de Jip & Janneke bubbels open. Verliefd over je buik aaiend kijk je naar je grote liefde, de Vader Van Je Kinderen. De perfecte papa. Superdaddy. Want dat gaat hij zijn. Je weet het zeker.

LEES OOK: Renée is het regelen zo spuugzat! En wil niet langer manager van het gezin zijn.

Hij is ‘zooo moe’

En dan is het zover, die wolk van een baby ligt in de wieg. Het is midden in de nacht en het kind heeft honger. ALWEER. Je hebt er al minstens drie flesjes (of tieten) ingepropt en net zoveel prakkerige gele luiers verschoond. De cijfers op de wekker geven aan dat je over anderhalf uur op moet en je hebt bij elkaar misschien twee uur geslapen. In blokken van een kwartier. Terwijl je je wallen over je schouders gooit en opnieuw je baby uit de wieg vist, hoor je een zagend geluid. Je kijkt achterom en ziet hem liggen. Helemaal uitgestrekt, dwars over het bed, mond wijd open en luid snurkend. Hij wel. ALWEER. Anderhalf uur later word hij kreunend wakker van de wekker en gaat mopperig overeind zitten. Dat-ie zooo weinig geslapen heeft, mompelt hij zielig. Als blikken konden doden, had zijn laatste uur geslagen. Strontchagrijnig en met je pruttelende baby over je schouder ga je in de keuken de koffie recht uit het pak staan lepelen. Je wederhelft negeer je straal, totdat hij fris gewassen en geschoren naar kantoor is vertrokken. En jij achterblijft met een teiltje met rompers met gele vlekken en geen tijd om te douchen. Welkom in je nieuwe leven.

Geen klap aan, zo’n baby

Veel mannen kunnen er weinig mee, zo’n rimpelig hoopje mens, dat alleen maar huilt, eet en poept. Hartstikke leuk hoor, dat Teuntje papa’s neus heeft, maar zolang je er niet mee kunt voetballen, is er wat hem betreft eigenlijk geen klap aan. En dus sta jij iedere nacht moederziel alleen naast de flessenwarmer en gaat hij op zaterdagavond de kroeg in met z’n maten, terwijl jij thuis met Teuntje in de draagdoek rondjes door de woonkamer hopst. De vader van mijn oudste twee vond het ingewikkeld, vader worden. Niet dat hij onze zoon niet lief vond, of niet van hem hield, maar wat móest hij met die baby? Als je zo’n kind negen maanden onder je huid draagt, voelt schoppen en uiteindelijk eigenhandig uit je lichaam weet te werken is dat toch anders dan wanneer je het zomaar in je armen gedrukt krijgt. Achteraf begrijp ik dat wel. Maar wat vond ik het frustrerend, dat ik er steeds alleen voor stond. Want zo voelde het. Hij sliep dwars door het gehuil heen, wist niet hoeveel schepjes poeder er in de flesjes moest, of wat het verschil was tussen een hydrofiel en een inbakerdoek. Dus moest ik het wiel alleen uitvinden, terwijl hij, even kort door de bocht, verder ging met zijn oude leven en af toe op zondag het vlees kwam snijden. Zoals het, naar wat ik inmiddels van de nodige moeders heb vernomen, bij veel verse ouders gaat. Mannen en baby’s, het is een mooie theorie, maar de praktijk pakt vaak wat minder goed uit.

Gelukkig duurt die tijd niet eeuwig en draait de man meestal bij zodra de baby verandert in een dreumes. Wanneer z’n kind van apathisch kwijlend hoopje transformeert in een echt mens, ga dan maar achterover zitten. Dan is het papa’s tijd. Ik kan me nog het moment herinneren dat mijn zoon zijn vader in de speeltuin aan zag komen en naar hem toe rende. Ik zag het gewoon gebeuren, hoorde de klik zo ongeveer. De baby is van mama, het kind dat uit die baby groeit is van papa. Uitzonderingen zullen er zeker zijn, maar helaas is dat rolbevestigende cliché vaak nog steeds van toepassing. Ik kom althans niet vaak mannen tegen die hun ‘eerlijk zullen we alles delen’ belofte trouw nakomen als blijkt dat de baby zes keer per nacht wakker wordt. Er zijn dus twee opties: je ziel in lijdzaamheid bezitten, of hem ’s nachts dat bed uit trappen. Want veel mannen zijn op dit gebied net kleine kinderen. Die moet je opvoeden.

LEES OOK: Het papa-privilege: klagen over je kroost en geen haan die ernaar kraait.