Wie zorgt er voor de kinderen, als ik het niet meer kan?

06.12.2016 04:55
Wie zorgt er voor de kinderen, als ik het niet meer kan?

Als je kinderen hebt, dan is het jouw taak als moeder, als ouder om daarvoor te zorgen. Om altijd overeind te blijven staan. Maar wat als dat niet lukt en je toch omvalt? Wat als je als ouder zelf verzorgd moet worden? Vala heeft MS en kreeg vorige week ineens enorme pijn. 

Het is avond als mijn echtgenoot bij me op bed komt zitten. Hij pakt mijn handen en kijkt me aan. “Ik hou van je” zegt hij, “Wat er ook gebeurt, dat weet je toch, hè?” Ik knik en dan lopen er tranen over zijn wangen. “Sorry” fluistert hij, “Maar ik heb het er soms gewoon moeilijk mee.” Ik knik weer en veeg zijn tranen weg. Probeer die van mij terug te slikken. Natuurlijk heeft hij het er moeilijk mee. Als ik hem was, was ik al veel eerder jankend in elkaar gestort. Maar hij is sterk. Voor mij. En ik baal zo ontzettend. Voor mij. Maar vooral ook, voor hem. En voor de kinderen.

Lees ook: De 10 geboden van het moederschap.

Al dagen lig ik op bed met zware pijnstillers. Omdat mijn lichaam heeft besloten dat het wel weer eens tijd was om mij even te laten merken dat ik niet gezond ben. Na twee lange, lange middagen op de Spoedeisende Hulp moeten we constateren dat ik weliswaar heel lang heb kunnen doen alsof er niks aan de hand is, maar dat het doek voor ieder toneelspel uiteindelijk toch gewoon valt. De vraag is nu alleen wanneer ik weer het podium op kan. En of ik dan permanent geblesseerd ben geraakt, of niet.

‘s Nachts word ik wakker van de pijn. En dan moet ik huilen. Omdat ik zó boos ben. Op de verdieping onder mij liggen drie kinderen te slapen. Drie kinderen die mij heel hard nodig hebben. Maar die ik niet kan geven wat ze nodig hebben. Want ik lig hier, met drie verschillende strippen pillen naast het bed. Als een soort halve invalide. Zo voelt het althans. En ik wil die persoon helemaal niet zijn. Die zieke persoon. Die zieke vrouw die niks kan. Die pijn heeft en al doodmoe is als ze de trap op is gelopen. Ik wil dit niet. Mijn man wil dit niet. En mijn kinderen willen dit ook niet. Maar blijkbaar hebben wij helemaal niks te willen. En dat vind ik zo godsgruwelijk oneerlijk.

Ik wil het allemáál niet. Dat het ziekenhuis me hele enge pillen voorschrijft die ik eigenlijk niet durf te slikken. Dat de huisarts zegt dat ik ze toch moet nemen en dat het, als het niet beter wordt, misschien betekent dat het zo blijft, dat de pijn blijft. Ik wil niet thuis moeten blijven van mijn werk, ik wil niet weer een hele dag beklopt en geknepen worden door drie verschillende artsen. Vorige week stond ik gewoon nog overeind en nu lig ik hier. En kan ik niet anders dan denken: what’s next? Is dit dan echt het begin? Het begin van waar ik al een tijdje bang voor ben? Van de tijd waarin de ziekte sterker is en blijft dan ik, ipv andersom? Ik had besloten dat het weg zou blijven nu. En het bleef ook weg. Heel lang. De huisarts herinnert me eraan dat de klachten na een bevalling wel vaker heviger terugkomen. Ja, dat wist ik heus wel, maar ik wíl het gewoon niet weten. Ik zou de uitzondering zijn. Dat had ik besloten. Maar blijkbaar ben ik toch gewoon de regel.

De pijn vind ik nog niet eens het ergste. Want eigenlijk steekt het schuldgevoel nog het meest. Ik voel me falen. Falen als partner en vooral ook: falen als moeder. Ik zou voor iedereen moeten zorgen, maar in plaats daarvan is het andersom. Ik ben bang dat mijn kinderen het me later kwalijk nemen, dat ik hier lag, in plaats van beneden zat met thee en koekjes als ze uit school kwamen. Dat mijn baby steeds door papa uit de wieg getild werd en niet door mij. En ik ben heel erg bang, als ik ‘s nachts in het donker wakker lig. Voor de toekomst, omdat ik niet weet hoe die eruit gaat zien. Niet dat je dat ooit weet, maar toch. Ik wil geen zieke moeder zijn. Ik kán helemaal geen zieke moeder zijn. Wat er ook gebeurt, zei hij. Daar ben ik dankbaar voor. Maar eigenlijk wil ik helemaal niet weten wat er gaat gebeuren.

Lees ook: Renske had een rare moedervlek en toen was het huidkanker.