‘Sharenting’: TMI, of juist nie?

06.09.2018 00:30
Sharenting

Onze ouders, die hadden het maar moeilijk. Die moesten het opvoedwiel helemaal zelf uitvinden. Want toen was er nog geen internet. Geen Google, geen Facebook, geen WhatsApp. En dus hadden ze al die informatie niet, die wij nu wél hebben. Al die feitjes, weetjes, tips en trucs. Hoe hebben ze het gered? Nou, gewoon, met hun gezonde verstand dus. En misschien was dat eigenlijk wel makkelijker dan met die overload aan informatie van tegenwoordig. Want soms zie je door de bomen het bos gewoon niet meer.

‘Sharenting’, het is een nieuw fenomeen in ouderschapsland. En we doen er allemaal aan. Ja, jij ook. Want geef maar toe, ook jij post van alles over je kinderen op het wereldwijde web. Jij bent ook lid van moedercommunities op Facebook, en appgroepjes met een horde andere mama’s. En met z’n allen wisselen we informatie uit. All day, every day. Over alles wat er aan onze kinderen maar los en vastzit. Over slaapjes, over huiltjes, over poep en over plas. Over opvoedmethodieken en wat er allemaal wel en vooral ook niet goed is. Too much information? Nee, dat bestaat anno nu niet meer.

Lees ook: “Mama, ik verveeel me…” Hartstikke goed!

Ik zit er in twee, van die moedergroepen. En ja, we kletsen elke dag. Digitaal dus, maar desondanks weet ik bijna meer van deze vrouwen en hun kinderen dan van mijn eigen man. Van hem weet ik namelijk niet precies hoe vaak per dag hij poept en welke kleur en consistentie dat dan heeft. Maar van de zoontjes van mama zus en mama zo kan ik die feiten reciteren. En dat is fijn, want dan heb ik vergelijkingsmateriaal voor mijn eigen kinderen en kan ik daaruit concluderen of het allemaal wel goed gaat. En als ik een opvoed-dilemma heb, dan hoef ik dat niet zelf uit te vogelen, want mijn goede vriend Google staat altijd voor me klaar. Een paar steekwoorden in de zoekbalk en er rollen 3000 potentiële antwoorden over me heen. Voor al mijn problemen is een oplossing, ik hoef er alleen maar eentje uit te kiezen. Maar dat levert dan gelijk weer een nieuw dilemma op.

De schat aan informatie waar we tegenwoordig over beschikken is weliswaar heel waardevol, maar kan tegelijkertijd nogal overweldigend en verwarrend zijn. En al die ervaringen en wijsheden die we aan de lopende band maar over elkaars digitale schutting gooien, kunnen je eigen denkbeelden behoorlijk op losse schroeven zetten. Want wat is nu eigenlijk waar, goed en de bedoeling? En doe jij dan wel het juiste, als je het een beetje anders aanpakt? Welke informatie heb je nodig en wat kun je gewoon negeren? Want alles en iedereen pretendeert tegenwoordig de waarheid maar in pacht te hebben, dus hoe moet je dan nog inschatten wat echt steek houdt? Had ik ook constant zo aan mezelf en mijn aanpak als moeder getwijfeld als ik, zoals mijn eigen ouders, gewoon blind had moeten varen? Is die overvloed van tegenwoordig soms gewoonweg niet teveel en is less dus eigenlijk toch gewoon niet more?

Vroeger was er nog geen moederoorlog, althans niet zo heftig als die er nu woedt. Er waren geen opvoedstromingen en bijbehorende kampen waar je je bij aan moest sluiten. We lieten ons leiden door ons gevoel en veel minder door wat anderen daarvan te vinden hadden. Dat wisten we namelijk gewoon niet en daar is eigenlijk best wel wat voor te zeggen. Want er waren destijds maar weinig opvoedmuggen die veranderden in de olifanten die het tegenwoordig zijn geworden. Dus bleven onze porseleinkasten met onze zo zorgvuldig geplaatste opvoedkunsten ook tenminste netjes heel. En dat gaf heel wat minder zelfvertrouwen dat aan diggelen ging.

De informatiemaatschappij, we kunnen er veel aan hebben en van leren. Maar soms is het echt wel een beetje ‘tmi’ en kunnen we Google en de wijsgeren op de social media beter even laten voor wat ze zijn. Zodat we weer gaan horen wat ons eigen ouderinstinct ons vertelt. Want daar zit meestal meer waarheid in dan in de grootste zoekmachines. Hoeveel hits die ook opleveren.

Bekijk ook onze video Avondeten met een peuter in 5 scènes:




Lees ook: 15 Voornemens die je had toen je nog geen kind had (voor nr. 4 schaam je je nu een beetje).