Waarom ik mijn smartphone wegdeed voor mijn kinderen

04.09.2017 18:30

Renée deed haar smartphone weg. Niet alleen omdat ze helemaal leip werd van al dat geapp, maar vooral omdat ze het goede voorbeeld wil geven aan haar zoontje. “Ik keek op een gegeven moment meer naar mijn telefoon dan naar mijn hem.”

We kijken gemiddeld 221 keer per dag op onze smartphone. Ik vraag me af of ik daaraan kwam. Met een baan, een man, een huis en twee kids zou ik niet weten waar ik de tijd daarvoor vandaan moest halen. Maar ik keek wel te vaak. Sowieso elke keer dat er een pingetje, poink of tril ging. Tussendoor ook nog, om bijvoorbeeld even ‘mijn tijdlijntje te checken.’ Niet dat daar nu perse iets leuks viel te lezen. Het was gewoon een verslaving. Net als bijna alle mensen om me heen was ik verslaafd aan mijn smartphone.

Lees ook: Lieve opa en oma, we zijn gek op jullie. Maar mag het wat veiliger?

Op een middag was ik met mijn oudste in zo’n binnenspeeltuin. Het was een doordeweekse schooldag en het was er uitgestorven, op een handje vol andere ouders en peuters na. Mijn zoontje ging helemaal los in de ballenbak, beklom alles wat beklommen kon worden en riep me dan vanaf de top. ‘Mama, mama, kijk!’ Ik moest mijn ogen losrukken van mijn scherm om even te kijken en te roepen hoe stoer dat wel niet van hem was. Ik keek die middag om me heen en zag bijna alleen maar appende, facebookende, mail lezende ouders. Vroeger las je een tijdschrift en rustte je een beetje uit, tegenwoordig pomp je er op zo’n moment juist nog meer informatie in. Alsof je als moeder en vader nog niet genoeg in je kop rond hebt spoken. Los nog van het feit dat ik helemaal niet genoot van hoe mijn kind genoot.

Zo kwamen er nog een paar. Van die momenten dat ik dacht: die smartphone bepaalt veel te veel in ons gezinsleven. Mijn zoontje wilde er ook de hele tijd spelletjes op doen. Wanneer ik ‘nee’ zei werd hij wild zoals ik nog nooit gezien had. Nou nee, dat is niet waar, ik had het wel eens nog erger gezien, namelijk wanneer hij één spelletje had mogen doen en ik daarna aankondigde dat het nu klaar was. Dat de telefoon weer terug in mijn tas ging. Dan leek hij wel Tarzan gone wild. Hij stuiterde tegen alle muren op, brulde het uit en eindigde standaard boos op zijn kamer. Kun je nagaan, dacht ik, hoe heftig zo’n telefoon is. Niet alleen voor een kind, maar ook voor volwassenen. Als ik niet zo beheerst was, zou ik net zo tekeer gaan als mijn zoontje, wanneer ik mijn telefoon niet mocht gebruiken.

Dus heb ik ‘m weggedaan. Sim-kaart eruit en in mijn oude Samsung gestoken. Belminuten wat omhoog en het internet van mijn abonnement af gehaald. Ik moest even afkicken en mijn zoontje ook, maar nu, een paar maanden later, vraagt hij er nooit meer naar. Af en toe doet hij een spelletje op zijn vader’s telefoon, maar die is in navolging van mij ook aan het minderen. Ik moet zeggen: het is gezelliger geworden in huis. We spelen meer met elkaar en mijn zoontje leert nu ook om zelf te gaan spelen wanneer hij zich verveelt, in plaats van meteen te vragen om een spelletje op mijn telefoon. In het begin greep ik vaak mis. Dan wilde ik even iets opzoeken, even een berichtje sturen of uit pure verveling op Facebook kijken. Dat moest slijten maar die drang is nu helemaal weg. Om online te kunnen zijn moet ik tegenwoordig mijn laptop pakken. Vaak is die stap zo groot dat ik denk: laat maar zitten. Het maakt ook eigenlijk niet uit hoe de band heet, die dat liedje op de radio speelt. Lekker belangrijk. Het is rustiger in mijn hoofd. Ik kies er bewuster voor wanneer ik de online wereld binnen wil laten, in plaats van dat het er gewoon altijd is. Ook wanneer ik er niet op zit te wachten. Wat mij betreft dus een aanrader. Ik wilde gewoon niet langer op mijn scherm kijken terwijl het leven en dat van mijn kinderen aan me voorbij trok. Zo’n Ananas zijn, zeg maar. Want het offline leven is nog altijd veel leuker dan het online leven. Zo heb ik ontdekt.

Lees ook: Deze moedertypes zou ik ook zo graag willen zijn!