Ja, we hebben er genoeg van. Maar misschien moeten we óók ophouden met zeuren

23.12.2017 17:30

‘We zeuren niet, we hebben er gewoon genoeg van’, was de strekking van een artikel uit Harper’s Bazaar dat onlangs het internet over vloog. Want: vrouwen, moeders, zijn er klaar mee. Met gezinsmanager zijn en overal voor opdraaien, terwijl die mannen het erbij laten zitten en ons voor zeikwijf uitmaken. Maar, zíjn we dat niet ook gewoon een beetje?

Onze eigen Renée schreef er laatst ook over: dat ze het helemaal gehad heeft met haar ‘baan’ als Chef Gezin. Met dat zij er altijd voor moet zorgen dat alles geregeld wordt, terwijl haar man op zijn lauweren rust en alleen iets doet als ze hem er specifiek om vraagt. Dat ze daar pissig van wordt, omdat ze godverdomme toch niet haar eentje kinderen heeft gekregen. En dat dat haar geen zeur maakt, maar gewoon een moeder die veel teveel op haar bord krijgt. Net zoals heel veel moeders, want we lopen collectief op ons tandvlees. Het is namelijk inderdaad waar: vrouwen draaien nog steeds voor het grootste deel op voor de zorg voor het gezin. Alle emancipatie en goede ontwikkelingen van de laatste jaren ten spijt is de rolverdeling nog altijd bijzonder ongelijk. En de druk op onze schouders daardoor (te) groot. ‘Emotional labor’ wordt het in Amerika genoemd en we gaan er enorm onder gebukt. Ik herken het volledig en ben dus ook van mening dat het ruim tijd is dat dat verandert. Maar: die slachtofferrol waar we steeds maar in kruipen, is die wel helemaal terecht?

Lees ook: Moeders, werken doe je niet alleen maar voor het geld

Nog niet zo lang geleden voelde ik me precies zoals de schrijfster van ‘Women aren’t nags – we’re just fed up’, zoals Renée en zoals heel veel vrouwen. Moe, uitgewrongen, boos, niet gezien. Ik had een jong gezin dat ik voor mijn gevoel helemaal alleen moest managen. Ja, mijn man deed heus de kinderen wel in bad als ik dat vroeg, maar dat was dus het punt: ik wilde het niet hoeven vrágen. Hij kon toch ook weleens wat uit zichzelf doen? Maar, zoals het artikel uit Harper’s Bazaar ook aangeeft: dat was niet wat hij geleerd had. Mijn man was, zoals zoveel mannen, opgegroeid in een omgeving waarin het vanzelfsprekend was dat vrouwen de BV Gezin runden. Hoewel dat natuurlijk geen excuus is en je zou denken dat een volwassen man in deze tijd ook zelf wel kan bedenken dat een beetje pro-actieve houding op z’n minst gewenst en eigenlijk gewoon verplicht is, deed ik er zelf ook niks aan. Ja, ik zeurde. Ik was een chagrijnig, passief agressief, zeikwijf dat om alles boos werd. En hoewel het punt wat ik daarmee probeerde te maken in theorie en emancipatorisch en feministisch gezien valide was, was ik daarmee eigenlijk bijzonder weinig geëmancipeerd bezig. Ik had er namelijk ook gewoon iets aan kunnen dóen.

Onlangs verscheen in de Volkskrant een interview met de moeder aller feministen: Fay Weldon. Zij noemde de jonge generatie feministen ‘hysterisch’ en betichtte hen ervan geen eigen verantwoordelijkheid te nemen en zich op te stellen als willoze slachtoffers. Harde woorden, die in eerste instantie, helemaal in deze tijd van vrouwenmarsen, de #metoo beweging etc., nogal onterecht lijken. Maar Weldon heeft misschien wel een punt. Ja, we laten als vrouwen steeds vaker en meer van ons horen. We roepen om het hardst over ongelijkheid, onze rechten en hoe moeilijk we het hebben. Wat allemaal waar is en waar absoluut wat aan moet veranderen. Maar: het is ook veel geblaat en vervolgens weinig wol. Kortom: zeuren dus. Want als we het allemaal zo kut vinden, waarom doen we er dan niks aan? Je hóeft het namelijk niet te accepteren dat je vent uit zichzelf niks in huis doet. Je hóeft niet alles alleen te doen. Als je dat wel doet, is het eigenlijk gewoon je eigen schuld. En als je er niet om wilt vragen, dan doe je dat toch lekker niet? Dan gooi je die kinderen ongewassen in bed en de vuilniszak laat je de bak uit rotten. Of je zegt tegen je man dat jij dit doet en hij dat en verder maak je er geen woorden meer aan vuil. Gebeurt het niet, dan niet, maar jij gaat zijn taken dus niet op je nemen. Dikke doei en zoek het uit. Of je kapt er gewoon helemaal mee en vraagt de scheiding aan. Zoals ik deed, nadat ik me na jaren van emotional labor en opgekropte woede opeens bedacht dat ik nog altijd zelf de baas was over mijn eigen leven en dat ik er dus voor paste om overal alleen voor op te draaien. Dat ik dus níet meer ging vragen en steeds maar overal voor op ging draaien. En dat de enige die dat kon veranderen ikzelf was. Want wie iets wil, moet het gaan halen. Er is namelijk niemand die het je komt brengen.

Jonge vrouwen van tegenwoordig vinden dat ze overal recht op hebben, maar daar zelf voor werken willen ze niet, zegt Weldon in de Volkskrant. We zetten onszelf aan de lopende band neer als slachtoffers die op allerlei manieren worden benadeeld, maken daar een hoop stampij over, maar nemen vervolgens, inderdaad, eigenlijk maar weinig verantwoordelijkheid. En dan kun je je afvragen hoe beklagenswaardig en ongelijk behandeld we in werkelijkheid zijn. Want, doen we het niet ook gewoon voor een groot deel zelf? Hoewel mijn ex-man inderdaad een slecht voorbeeld had gekregen op emancipatiegebied en daardoor een product van zijn opvoeding was geworden, geldt dat niet voor mij. Sterker nog, mijn moeder had al voor mijn geboorte heel duidelijk gemaakt aan mijn vader dat zij dus echt niet in haar eentje voor de hele gezinstoestand ging opdraaien. En zo geschiedde en groeide ik op in een gezinssituatie waarin de taken echt gelijk verdeeld waren. Simpelweg omdat mijn moeder weigerde het op een andere manier te doen. Klinkt wel erg simplistisch? Misschien, maar eigenlijk ís het ook vrij simpel. Want je bent er nog altijd gewoon zelf bij.

Ik zal de laatste zijn om te beweren dat er niet hard gewerkt moet worden aan de positie van vrouwen in de maatschappij en de gelijkheid tussen de seksen. Want er zit nog steeds een heleboel scheef en vrouwen lijden heel vaak onder de ongelijke machtsverhoudingen in de samenleving. Het is waar dat vrouwen het te zwaar hebben. En het is óók waar dat je in een ideale wereld geen strijd hoeft te leveren voor dingen waar je gewoon recht op hebt. Maar de ideale wereld, die bestaat niet. En een betere wereld, die begint nog altijd bij jezelf. Maar met zeuren en zaniken bereik je niks. Feminisme en emancipatie gaan niet zozeer over de slechte positie waarin je je bevindt, maar vooral over hoe je je daaraan ontworstelt. Hoe je zélf verantwoordelijkheid neemt voor je leven en wat je daarmee wilt. Inmiddels ben ik weer getrouwd en ondanks dat mijn gezin nu nog drukker is dan vroeger ben ik niet meer ‘fed-up’. Mijn man is zich er terdege van bewust dat ik niet de gezinsmanager ben, simpelweg omdat ik heb gezegd dat ik dat niet ga zijn. Omdat ik het vertik die taak op me te nemen. Ons gezin runnen wij dus sámen, met als resultaat dat ik me niet meer overbelast en ongelijk voel. Gewoon, omdat ik heb geweigerd in die positie terecht te komen. Mijn leven, mijn keuzes namelijk. Ik kies voor gelijkheid. En weet je wat, dat kan jij ook doen. Niemand houdt je tegen.

Ja inderdaad dames, we hebben er genoeg van. We zijn er klaar mee. En dat is ook terecht. Maar we zeuren wél. Als je wilt dat er iets verandert, dan moet je er wat aan doen. Want voor niets gaat nog steeds alleen de zon op. Als jij thuis het vuur uit je sloffen loopt en je man loopt de kantjes er vanaf, dan is dat net zo goed jouw schuld, als de zijne. Je bent een grote meid, dus gedraag je dan ook zo en hou op met miepen. Trap die gast van de bank en desnoods het huis uit als er daarna nog steeds niks verandert. Of niet, jouw keus, dat moet je helemaal zelf weten. Maar dan moet je ook gewoon niet zeiken.

Lees ook: Als je als moeder geen goed vangnet hebt.