Wat je allemaal denkt tijdens de bevalling (maar niet zegt)

13.04.2016 05:00
bevalling

Tijdens de bevalling slinger je vaak van alles de verloskamer door. “Dit is allemaal jouw schuld!” bijvoorbeeld (naar je man), “Ik heb zo’n trek in Babi Pangang!” (tegen de verpleegster) en “Fuck! Auwauwauwauwauw! FUCK!!!” (gewoon in het algemeen). Maar er zijn ook nog een heleboel dingen die je dénkt, maar liever niet wereldkundig maakt. Zoals:

Lees ook: Hoe de man tijdens de bevalling degradeert tot tweederangs misdadiger.

  1. “Wil ik dat kind eigenlijk wel?” Toegegeven, beetje laat om nu nog vraagtekens bij je voortplanting te zetten, maar op het moment dat je ligt te baren realiseer je je opeens dat er dus straks een baby is. Mijn god…
  2. “Ik heb me niet geschoren…” En dat je heel even overweegt om je bij de verloskundige te verontschuldigen voor de woestenij down there, maar je dan bedenkt en gewoon maar hoopt dat het niemand opvalt.
  3. “Als ik maar niet moet poepen straks.” Want je hebt het dus steeds uitgesteld om aan je man te vertellen dat dat heel vaak gebeurt tijdens het persen. En dit is nou typisch zo’n verrassing waar men in de regel graag op voorbereid is.
  4. “Oeh, leuke dokter!” Als de rondes toevallig gedaan worden door een appetijtelijke gynaecoloog in opleiding. Maar ja, dat vind je man waarschijnlijk niet zo leuk om te horen, op het moment dat je bezig bent zijn kind eruit te werken.
  5. “Oke, hierna hebben we dus echt nóóit meer seks!” Je man denkt op dat moment waarschijnlijk trouwens hetzelfde.
  6. “Als je het waagt opnieuw je halve hand naar binnen te duwen, geef ik je écht een linkse directe!” Hoezo ‘nodig’, dat toucheren? Het is toch niet alsof ze dat kind er met hun vingers uit gaan trekken? Nou dan.
  7. “Kan hij niet gewoon sigaren gaan uitdelen in de wachtkamer ofzo?” Omdat het allemaal leuk en aardig is, die moderne tijden waarin de man meepuft enzo, maar eigenlijk heb je gewoon liever niet dat ‘ie je zo ziet, op handen en knieën als een soort nijlpaard op het bed.
  8. “Wat als straks blijkt dat het een lelijke baby is?” Tja, je weet tenslotte nooit hoe zo’n kind eruit komt… Maar het is ook weer zo lullig om te zeggen dat je niet zit te wachten op een kind dat eruit ziet als Gollum.
  9. “Ik heb echt een enorme scheet gelaten. Maar ik doe gewoon alsof ik van niks weet.” Je kunt het gewoon niet echt helpen met al dat natuurgeweld in je lijf. Als ze met opgetrokken neus beginnen te snuffelen, wijs je gewoon op je man.
  10. “Ik ga dood. Ik ga hier écht gewoon dood.” Echter, je wilt niet nog de rest van je leven moeten horen wat een dramaqueen je was. Dus zeg je zoiets als: “Nou, dit doet echt best wel pijn, hoor!”
  11. “Raak me niet aan!” Je snapt echt wel dat ‘ie z’n best staat te doen met die natte washandjes en dat geknijp in je schouders enzo. Maar het liefst zou je hem keihard in z’n gezicht schreeuwen dat ‘ie z’n klauwen thuis moeten houden. Maar ja, dat is ook weer zo onbeleefd, hè.
  12. “Ik ga naar huis. Ik ga gewoon naar huis.” Je weet dat als je dat zegt, dat ze je dan waarschijnlijk in allerijl naar de geslóten verlosafdeling zullen rijden, dus dat je weinig anders kunt dan toch maar te blijven liggen en door te puffen. Maar iedere keer als je man een bekertje koffie gaat halen en de verloskundige even wegloopt, overweeg je toch weer om snel de benen te nemen.
  13. “Rot op, kutwijf!” Als de verloskundige zegt dat je na, 12 uur helse pijn, nog maar op 2 cm zit. Het is dat je je man toch niet helemaal vertrouwt als zelfbenoemd gynaecoloog, daarom houd je de krachttermen toch maar voor jezelf.
  14. “Spuit me maar plat!” Omdat zo’n algehele narcose je op dat moment gewoon echt de hemel lijkt. Maar dat klinkt ook weer zo junkie-achtig.
  15. “Kan ik die baby nog terugduwen?” Als het hoofdje staat en dat toch best wel een onprettig gevoel blijkt te zijn.

Lees ook: Wat je tijdens de bevalling dus echt niet wilt horen.