Lees ook: Joh, die régel je toch gewoon & 8 andere misvattingen over de oppas
Ik weet het nog goed, de eerste keer dat mijn ex-Manlief en ik samen een avondje weg gingen nadat we onze eerste Terrorist hadden gekregen. Nou, dat was me wat. Mijn benen had ik ervoor geschoren, een leuk jurkje aangedaan, mijn haar in de krul gezet. En een boekwerk dikker dan The Lord of the Rings geschreven voor de oppas. ‘The Baby Survival Guide’ had ik het genoemd (ja, het had een títel) en werkelijk álles stond erin. Van de verschillende huiltjes die hij eventueel uit zou kúnnen stoten, tot de verschillende kleuren en consistenties die zijn poep eventueel zou kúnnen aannemen. De oppas was onder de indruk. En in de veronderstelling dat ik niet helemaal goed bij mijn hoofd was. Maar dat durfde ze me maanden later pas te vertellen.
Als ik er nu aan terugdenk, schiet het schaamrood me naar de kaken, want hállo, als er iets ‘Momzilla’ schreeuwt, dan is het wel je eigen babybijbel schrijven. Voor de oppas notabene, die niks anders doet dan babybillen afvegen en flesjes op temperatuur brengen en die dus waarschijnlijk beter weet dan jij hoe je zo’n kind adequaat in leven houdt. Maar ik was nou eenmaal hysterisch en als het om mijn kersverse spruit ging, dan zag ik het op de één of andere manier allemaal niet zo helder meer. En dacht ik dat dat kind meteen tragisch ten onder zou gaan als ik mijn kont nog maar net gekeerd had.
Gelukkig ben ik niet de enige jonge ouder die de realiteit soms een beetje uit het oog verliest. Afgelopen week ging er een soortgelijke babybijbel als de mijne rond op internet, van een vader die ook leed aan enige oppas-vrees. Net als ik stelde hij voor de babysitter een uitgebreide handleiding op voor de verzorging van zijn kind, die heel wat meer omvatte dan alleen hoeveel flesjes er gegeven moesten worden en waar de luiers lagen. Inmiddels is de arme man het mikpunt van spot geworden op het wereldwijde web, maar ik wil hem een hart onder de riem steken en zeggen: I feel you, daddy. Wij begrijpen elkaar.
Lees ook: Wat moeders zeggen. En wat ze daar dan dus eigenlijk mee bedoelen.
Vala van den Boomen (38) is moeder van drie kinderen: een zoon van 10, die autisme heeft, en twee dochters van 8 en 4 jaar die beiden het Syndroom van Ehlers-Danlos hebben (net als zijzelf). Op Me-to-We schrijft ze over het reilen en zeilen in haar enigszins gemankeerde, maar wel erg leuke gezin. Met haar artikelen hoopt ze andere moeders een hart onder de riem te steken en wat nuchterheid (en het nodige sarcasme) te brengen in de hysterie die het ouderschap van tegenwoordig vaak is. Je vindt haar verhalen ook op Vala.nl.