Waarom moeilijke zwangerschappen geen aanstellerij zijn

08.10.2019 18:30

Vala was altijd zo iemand die klagende zwangere vrouwen maar een stelletje mutsen vond. Dat gezeur over misselijkheid, pijntjes en andere kwaaltjes; aanstelleritis vond ze het. Maar toen voelde ze zich tijdens haar tweede zwangerschap zelf een wrak.

Ik had eens een collega die wekenlang thuis bleef, omdat ze zo misselijk was dat ze bijna niet op haar benen kon staan. Belachelijk, vond ik. Aanstelleritis ten top. Neem gewoon een Rennie en doe niet zo moeilijk. Toen ik zelf zwanger raakte van mijn eerste kind werd ik alleen nog maar gesterkt in mijn arrogantie. Ik pieste over een stokje, vrijwel meteen verscheen er een blauw plusje en negen vrolijke maanden braken aan. Ja, ik was de eerste weken wat humeurig, maar daar had vooral mijn man last van, ikzelf niet. De zwangerschap liep op rolletjes. Ik was geen dag misselijk, begon pas rond de zesde maand een klein beetje aan te komen en suisde met 41 weken nog fluitend op de fiets naar de supermarkt. Hoezo zwaar? Hoezo vermoeiend? Zwanger zijn was peanuts!

LEES OOK: 13 bevallingsverhalen die binnenskamers moeten blijven.

Zeekoe zonder tanden

Ongeveer tegelijk met mij was een vriendin zwanger. Zij ging vanaf dag één spectaculair over haar nek, zwol op als een ballon en had overal pijn. Huilend belde ze me op, dat ze helemaal niks meer paste, zich een zeekoe voelde en bovendien bang was dat ze al haar tanden zou verliezen door de zuuraanvallen na het kotsen. Dan rolde ik maar weer eens vermoeid met mijn ogen aan de telefoon, streek over mijn zeer bescheiden buikje en bekeek mijn blozende, gebruinde gezicht in de spiegel. Ik sprak het niet uit, zo fatsoenlijk was ik dan nog net wel, maar ik vond dat ze enorm theater maakte. Ze was toch zeker alleen maar zwanger, niet ziek! Tegen mijn man maakte ik grappen over ‘zwangerosaurussen’ en dat hij toch maar blij mocht zijn met zo’n stoere vrouw als ik, die hem nooit lastig viel met onsmakelijke praatjes over aambeien en urineverlies en bovendien ook geen last had van het verminderde libido waar zoveel mannen onder te lijden hebben.

Karma is een bitch

Gelukkig is een karma een enorme bitch en werd ik tijdens mijn tweede zwangerschap genadeloos afgestraft voor mijn superioriteitsgevoel. De eerste drie maanden liep ik de hele dag kokhalzend rond. Het enige dat mijn maag ervan weerhield zich niet om te draaien, was het eten van ontzettend vette dingen. Gelukkig viel mijn eerste trimester rond de feestdagen, want had ik toen de dagen niet kunnen beginnen met drie dikke oliebollen, dan had ik waarschijnlijk permanent met mijn hoofd in het toilet gehangen. Ik vermoed dat het frituurvet een soort beschermlaagje legde, waardoor voedsel bleef plakken aan de maagwand en dus niet meer terug naar boven kon. Gevolg was natuurlijk wel dat ik met 10 weken al huilend en met een kop vol puisten bij de H&M stond voor een lading zwangerschapsjeans. Binnen twee maanden begon alles in mijn lijf in rap tempo te verweken en dus lag ik binnen de kortste keren wekelijks op de pijnbank bij de fysiotherapeut, die wanhopige pogingen deed mijn bekkeninstabiliteit een halt toe te roepen. Met een watervaste marker tekende ze kruisjes net boven mijn billen, waar mijn man dan thuis met alle kracht op moest duwen, om mijn krakende en verschuivende botten weer op hun plek te krijgen. Avonden bracht hij bovenop me door in bed, maar dat was heel wat minder opwindend dan het klinkt.

Mijn dochter schepte er genoegen in dusdanig hard tegen mijn blaas te trappen, dat ik constant zo nodig naar de wc moest dat ik niet zelden mijn heil moest zoeken in de bosjes van het park. Uiteindelijk plaste ik meestal een paar keer per dag gewoon in mijn broek, omdat ik die bosjes niet eens meer haalde. Mijn dochters furieuze geschop leverde zoveel harde buiken op, dat ik twee keer in het ziekenhuis belandde met vroegtijdige weeën, alwaar ik nachten moest doorbrengen aan allerlei draadjes en medicatie waarvan ik ging hallucineren. In plaats van met 40 weken met de wind door mijn haren op de fiets kwam ik nu met 20 weken al niet meer verder dan zwetend en op slakkentempo naar de supermarkt, waar ik dan eerst een half uur tussen de conserven moest gaan zitten uithijgen. Een gestrande walvis was er niks bij.

Drie weken voor de uitgerekende datum was ik zo chagrijnig van alle bandenpijn, nachtelijke zweetsessies en aambeienuitbraken, dat ik mijn man heb verboden ooit nog naakt bij me in de buurt te komen. Deze negen helse maanden waren tenslotte zijn schuld, dus hij moest niet denken dat het tussen de lakens ooit nog gezellig zou worden. Huilend betuigde ik spijt bij de eerder genoemde vriendin, die minzaam glimlachte en zichtbaar genoot van mijn ellende. En gelijk had ze. Mijn derde zwangerschap ging daarna weer van een leien dakje, maar mijn grote mond is wel gesnoerd. Voortaan krijgt iedereen met een dikke buik van mij een schouderklopje. De ene zwangerschap is de andere niet, dat heb ik aan den lijve ondervonden. Dus, aanstaande moeders die fluitend die negen maanden volmaken, geniet ervan en tel vooral jullie zegeningen. Zeg niet tegen een zwetende, opgezwollen collega-zwangere dat het allemaal wel meevalt, want geloof me, het komt je te duur te staan. De zwangerschapsgoden straffen meteen.

LEES OOK: De hel die zwangerschapsmisselijkheid heet.